dinsdag 19 februari 2008

Nederlanders en ´hun´ moslims. Lessen uit een koloniaal verleden?

Einde jaren 1930 telde het Koninkrijk der Nederlanden zo´n 85 miljoen inwoners. 9 miljoen in Nederland zelf, een 75 miljoen in de grote kolonie Nederlandsch-Indie. Omdat daar ruim drie kwart moslim is, telde het Koninkrijk dus 56 miljoen moslims of zo´n 65%. Een hele grote meerderheid dus, ongeveer 2/3. Hoe gingen de Nederlanders daarmee om? Zijn uit die ervaringen met moslims ook voor deze tijd nog lessen te leren?
Uit de geschiedenis worden in het algemeen weinig lessen geleerd, maar er vallen zeker boeiende vergelijkingen te trekken. Allereerst was er het probleem van associatie (het toenmalige woord voor integratie). Hoe kunnen die twee gebiedsdelen tot een ´geestelijke band´ komen? Dan was er het praktische probleem van wetgeving en andere maatregelen voor moslims. Onder de oorspronkelijke moslim-heersers waren de moskeeleiders en rechters van sjarie´a-rechtbanken benoemd door de administratie. Wel, dat gebeurde bij de koloniale overheerser ook nog. In naam der koningin werden imams in de grote moskee van een district benoemd en betaald. De sjarie´a-rechtbanken gingen ook gewoon door. Alhoewel ´gewoon´? De Nederlandse koloniale ambtenaren konden het niet laten om zich zeer intensief met ´hun´ moslims te bemoeien. Betuttelend, dat waren ze toen ook al. Dat blijkt onder meer uit een boeiende vergelijking van de Nederlandse met de Franse en Engelse kolonialen, ooit uitgevoerd door een Fransman die met een Nederlandse was getrouwd. Dan blijkt ook dat die verschillen tussen de drie landen nog steeds doorspelen.
Voor de geschiedenis, maar ook voor het huidige debat over de integratie vallen dus heel wat zaken te leren uit de geschiedenis, ook al zijn het vaak niet de leukste dingen, want er blijkt ook weer weinig echt geleerd te zijn uit de geschiedenis.
Prof. Karel Steenbrink, geboren in 1942, deed rond 1970 onderzoek naar Islamitisch onderwijs in Indonesie en doceerde van 1981 tot 1988 aan de Staatsacademie voor Islamwetenschappen van Jakarta en Yogyakarta. Daar vroegen zijn studenten hem vaak of die koloniale Nederlanders het echt meenden als ze dachten dat het koloniale systeem er was om een land als Indonesie klaar te maken voor de moderne wereld. Wel, dat geloofden die ambtenaren vaak echt, ook al verdienden ze meestal ca. 30 keer zo veel als hun ´inlandse´ medewerkers. Over deze zaken zal Steenbrink spreken bij de Dialoog/Akademie, Rochussenstraat 221 te Rotterdam. Info zie http://www.dialoogacademie.nl/webapp/