woensdag 15 september 2010

Jezus en de Koran in de Brouwerij in Zetten. Soera 1



Dominee Otto Heldring was een inventieve lastpak, sociaal hervormer en alternatieveling. Hij richtte een serie filantropische instellingen op in Zetten, waaronder ook de eerste opleiding (kweekschool) voor vrouwelijke leerkrachten. Hij stichtte een bierbrouwerij in de Betuwe: drinken deden de boerenknechten toch, maar dan beter wat goed bier dan slechte en zware borrels. Hij was tegelijk orthodox, maar Nederlands zuinig missionair leider. Hij stuurde in Nederland het programma van de zendeling-werkman. Dat waren mensen met een praktisch vak, vooral in landbouw of bouw- en timmerwerk, die een ticket naar Nederlands Indië kregen en daar aan verspreiding van het christendom moesten doen. Velen mislukten. Juist vanwege die lage opleiding sloeg hun boodschap bij de afgelegen eilanden van de Sangir-Talaut-archipel toch aan. Zijn zendelingen trouwden daar met de dochters van de hoofden en namen dus uiteindelijk ook het bestuur over in kleine theocratische republiekjes.


Op zondag 24 oktober gaat de dienst in 'zijn' vluchtheuvelkerk (10.00) even niet door: die wordt gehouden in de nabijgelegen school, omdat de kerk wordt gerestaureerd. Overigens zou hij het er misschien toch wel mee eens zijn geweest dat nu eens de Koran klinkt in zijn kerk, daar was Heldring verrassend open voor, omdat hij bij zijn wilde plannen toch altijd wel uitging van wat de gewone mens geloofde en ook nodig had om zijn leven beter in te zien. Hieronder de aankondiging van de dienst van 24 oktober.

In de Koran zijn alle grote verhalen uit jodendom en christelijke traditie hernomen. Over Adam, Abraham, Mozes en David. Ook over Jezus staan stevige teksten in de Koran. Als een soort dialoog: tussen de engel Gabriël en Maria over de geboorte. Verder als een debat tussen Jezus, de apostelen en de andere joden over inhoud van het evangelie en de kruisiging en redding uit de dood. Dit evangelie staat centraal in de dienst van zondag 24 oktober, 10.00 in de Brouwerij in Zetten.
Voorganger is Prof. Karel Steenbrink, in de jaren 1980 docent aan de Staatsuniversiteit voor Islamwetenschappen in Indonesië en later bij de Universiteit Utrecht. Hij zal ook de liturgische sfeer van de moskeedienst laten voelen door de Arabische klanken van de gebedsoproep, het voordragen van de mooiste delen van de Koran en ook door uit te leggen hoe het lichaam woordeloos kan bidden bij dat moskeegebed dat eigen een stille, langzame dans voor God is.
Kijk op zijn weblog: http://karelsteenbrink.blogspot.com/.

Bij wijze van voorbereiding, hier soera 1 van de Koran. Het zijn 7 regels dus net zo lang als het Onze Vader. Ook eerst een lofprijzing, dan de smeekbede.

Openingsgebed – Al-FatihaIn Gods naam, Erbarmer, Barmhartigheid
Lof aan God, Heer van dit wereldrijk.
Erbarmer,Barmhartigheid
Koning op de dag van het eind der tijd
Jou dienen wij, jou vragen wij, leid
ons op de weg van rechtvaardigheid;
de weg van jouw gunst en beleid,
niet die van haat en nijd,
niet die vanw vergetelheid.

dinsdag 7 september 2010

Soera 108

Af en toe bewerk ik nog weer eens teksten uit het boekje van 2002, De Korte Hoofsstukken van de Koran. Vandaag soera 108. De aanvulling over Luxenberg is naar aanleiding van zijn Duitse en Engelse boeken over The Syro-Aramaic Reading of the Koran.

108 DE VOLHEID ─ AL-KAUTHAR

In naam van God, Genade, Goedgunstigheid

1. Wij gaven jou de volheid.
2. Verricht de salaat, tot offer bereid.
3. Die jou benijdt krijgt eenzaamheid.

Structuur. Deze soera is de kortste van de gehele Koran. In totaal precies tien woorden. Juist die korte passages zijn vaak moeilijk te begrijpen, omdat ze zo weinig verraden van hun context. Zijn de drie regels met hun eenvoudig eind¬rijm, een soort raadsel, een spreuk die in die context van de tijd kennelijk goed te begrijpen was?
Richard Bell, professor in Edinburgh, die tussen 1920-1950 met veel succes doceerde en een Koran-vertaling en commentaar publiceerde, heeft in het algemeen geen hoge dunk van de wijze waarop de huidige Koran is samengesteld. Hij vermoedt dat veel passages elders beter tot hun recht komen. Over deze soera zegt hij, dat het op een fragment lijkt, dat wellicht na soera 74:36 goed zou passen (Bij de morgen wanneer hij gloort! Het is een van de grootste rampen! Als een waarschuwing voor de mensen. Als een waarschuwing voor de mensen). Wat rijm betreft klopt dat wel, maar verder blijft het natuurlijk een nooit te bewijzen voorstel (tenzij alsnog oude handschriften gevonden zouden worden).

Context. De islamitische traditie heeft als uitleg het verhaal overgeleverd van de vij¬and(en) van Mohammed, die hem haten (vers 3) en hem onder meer `toewensen', dat hij geen nageslacht zou krijgen, of dat zijn kinderen jong zouden sterven. Dat is ook gebeurd: Mo-hammed kreeg bij Chadiedjah vier dochters en twee zonen, die allen op jonge leef¬tijd overleden behalve Fatima, die later huwde met Ali. Omgekeerd wordt hier ook aan Mohammeds vijand die onvruchtbaarheid `toegewenst'.
De commentaren wijzen graag op de vervloekingen die ook de andere profeten hebben moeten horen, zoals Noach in soera 11:27: En de voornaamsten, zij die van zijn volk ongelovig waren, zeiden toen: `Wij zien dat jij slechts een mens bent zoals wij en wij zien dat jij alleen maar ondoordacht gevolgd wordt door de allerverachtelijksten onder ons...' Soera 108 is, blijkens vers 3 duidelijk gericht tot een miskende en bestreden profeet, waarbij de vijand nu de straf krijgt toebedeeld.
Over het probleem van de vervloeking in de schriften is veel geschreven naar aanleiding van de zogenaamde vloekpsalmen. Johannes Chrysosthomus zei hierover al, dat we hier te maken hebben met een `voorspelling in de vorm van een verwensing'. De ongelovige roept immers vanzelf zijn noodlot over zich af. De geschiedenis van Israël kent een groot aantal belangrijke onvruchtbare vrouwen: Sara, Rebekka, Hanna, de moeder van Samuël. Maria antwoordde op de boodschap van Gabriël ook, dat zij nog geen man kende. In haar loflied prijst zij haar Heer, die `neerzag op de kleinheid zijner dienstmaagd... wonderwerken deed: heersers ontneemt Hij hun troon, maar verheft de geringen' (Lk. 1:48-52).

1. De volheid (al-kauthar): kan ook letterlijk vertaald worden als `het vele, talrijke, de overvloed'. Veel commentaren zien dit talrijke als een teken van het meerdere dat gegeven is boven de profeten van vroeger, waardoor aan Mohammed pas de volheid van de openbaring en alle bevelen Gods gegeven zijn. De volheid van de openbaring dus. Dit wordt ook wel concreet ingevuld met de voorspraak die Mohammed voor de gelovigen bij God kan geven, wonderen, de Koran zelf, het gebed van de vijf tijden. Kauthar is in de verhalen over de hemel ook een rivier, die in het paradijs stroomt. Boechari vertelt in zijn hoofdstuk over de Koran-commentaren dat de profeet tijdens de hemelreis bij de oever van een rivier kwam, die stroomde tussen koepels van holle parels. Gabriël zei hem dat dit de Kauthar of Volheid was.
Prozaïscher is de verklaring van Birkeland die denkt aan de rijkdom die Moham¬med kreeg door zijn huwelijk met de rijke Chadiedjah. In deze uitleg zou de arme wees Mohammed (zie 93:6 Heeft Hij jou niet als wees gevonden en onderdak gegeven?) God moeten danken door het verrichten van salaat en brengen van offers, waarschijnlijk nog volgens de oud-Mekkaanse traditie, die Mohammed in de eerste tijd nog volgde.



Een heel andere benadering is er bij ‘Christoph Luxenberg’ de schuilnaam voor een geleerde die graag Syrisch-christelijke invloeden in de Koran ziet. Moeilijke Arabische woorden worden bij hem vanuit het Syrisch-Aramees verklaard. Hij ziet in deze soera een parafrase op 1 Petrus 5:8-9: Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar prooi. Stel u tegen hem teweer, gesterkt door uw geloof, in het besef dat uw broeders en zusters, waar ook ter wereld, onder hetzelfde leed gebukt gaan. Hiervoor moet Luxenberg maar liefst vier van de tien woorden anders lezen. Schematisch het volgende (eerste Arabisch, dan de traditionele, als derde de Luxenberg-vertaling)

kauthar - volheid - weerstand
nahr -offer - volharding
sya’n - benijden - vijand
abtar - eenzaam; kinderloos - verslagen

Dan komt er een nieuwe vertaling, waarbij we hier ook maar de theorie van Luxenberg volgen dat rahmān rahīm in de openingsformule betekent ‘Geliefde die liefde wil geven’.

In naam van God, de Geliefde die liefde wil geven

Wij gaven jou weerstand
Bid tot jouw Heer, wees constant
Jouw vijand staat met lege hand

zaterdag 4 september 2010

Ramadan Mubarak 1431/2010


Op zoek naar een mooie afbeelding voor het einde van Ramadan kwam ik vooral moskeeën tegen, bij voorkeur in fraaie verlichting. Het meest natuurlijk de Haram van Mekka, waar bij het andere grote jaarlijkse feest de offers worden gehouden en de festiviteiten zijn geconcentreerd, maar die ook nu de qiblat voor de moslimgemeenschap blijft. Maar toch is het een andere afbeelding geworden, dezelfde die ik al gebruikt heb voor de beschouwing over soera 71: de zondvloed in Pakistan.
Maar hierbij gaat de wens dat deze bijzondere praktijk van voedsel-onthouding ons lichaam en onze geest mag reinigen, mensen bij elkaar gebracht mag hebben tijdens de feestelijke afsluiting van de dagelijkse vasten en dat dit stevige ritueel ook tot contacten over en weer tussen christenen en moslims geleid mag hebben.


Naast die moskee uit Pakistan hierbij ook nog de afbeelding van het kunstwerk voor Entropa, gemaakt in 2009 voor het gebouw van de Europese Unie in Brussel, toen Slowakije een half jaar Europese voorzitter was. Nederland ondergelopen door water, alleen moskeeën steken er nog boven uit. Je zou bijna gaan hopen dat er een verdronken zoon bij zit, in ieder geval hoop ik dat maar dat bij deze vloed de ideeën van onze islamofoob ook ondergelopen zijn nu gelukkig een regering met de PVV niet meer door gaat. Goed teken voor het einde van deze gezegende maand!

Gastvrijheid


'Ja mag het brood van de kinderen niet aan de honden geven' was het antwoord van Jezus op een vreemde vrouw (Kanaänitische) die genezing zocht voor haar moeder. De vrouw was niet op haar mondje gevallen: 'De honden eten toch ook de kruimels die van de tafel vallen' zei ze. Jezus vond het antwoord wel slim en genas de dochter. (Zie Marcus 7,24-30 of bij Mt 15)
Nee, dit gaat even niet over Wilders, stevig taalgebruik en vreemdelingenhaat in combinatie met lange haren. De tekst wordt ook nog wel eens gebruikt voor het afhouden van 'ongelovigen' of 'zondaars' van deelname aan communie bij heilige mis, avondmaal, of hoe het verder mag heten.
Volgens sommige kenners was de eucharistie zoiets als een bijeenkomst van Rotary of Lions Club: eerst een lezing, discussie, daarna een borrel met hapje. Serieus, maar ook wel gezelschap en in beperkte mate ook wel gastvrij voor nieuwkomers. Andere leiden het wel meer terug op het wat meer gesloten joodse sabbatmaal, waar strikter regels voor golden en nog gelden. Hoe dan ook, Paulus ging al stevig te keer tegen diegenen die zoveel dronken bij de rituele maaltijd dat ze er dronken van werden en dat mocht dus ook niet.
Onze oudste zoon stuurde ons de foto hierboven op, stevige herhaling van het nieuwste standpunt van het Vaticaan, waarbij zelfs brave protestanten en orthodoxen worden uitgesloten.


Tijdens onze reis door de Verenigde Staten kwamen we bij een katholieke kerk met dit bord. Binnenin zat de organist een deel te spelen van dat razend moeilijke Kunst der Fuge. Niet zo energiek als Glen Gould maar toch in die richting. En dan deze uitnodiging. Toch wat gastvrijer dan wat we bij die Spaanse kerk te zien krijgen!

Godsdienstvrijheid


Jurnal Ledalero wordt uitgegeven door de SVD priesters en hun onderzoeksinstituut in Maumere, Noord-Flores. Zij doceren ook op het seminarie Ledalero, tien km. landinwaarts, in de heuvels.
In het nieuwste nummer staat een eerbetoon aan twee grote Indonesiërs, Abdurrahman Wahid en Frans Seda. De eerste heeft de eretitel Vader van het Pluralisme gekregen omdat hij als moslimleider en president juist de minderheidsreligies wilde waarderen. Hij voerde het Chinese Nieuwjaar in als nationale feestdag, verdedigde christenen tegen moslim milities in de Molukken en was tegen de nieuwe zedelijkheidswetten, omdat de Balinese Hindoes met blote schouders hun processies houden. Hierboven een afbeelding van zijn laatste boek: over de illusie van een islamitische staat. Frans Seda, katholiek leider van Flores wordt geëerd als groot econoom voor de opbouw van alle Indonesiërs, geen man die alleen de eigen religie en streek wilde bevorderen.
In het nummer ter ere van deze twee komt een filosofisch probleem: het multiculturalisme van de Canadees Charles Taylor. Werkend in Quebec, de provincie die zo graag het Frans wil behouden, heeft Taylor (helemaal Engels, werkend aan engelstalig bolwerk McGill University) veel sympathie voor de verlangens van de francophonie. Groepen moeten vrijheden kunnen claimen, zoals behoud van hun cultuur. Daartegenover wordt Habermas gezet als de man die vooral de individuele vrijheden propageert en in culturele groepen allerlei verschuivingen zier.
Otto Gusti Madung kan moeilijk kiezen. Uiteindelijk vindt hij de groepsbescherming toch te gek. Stel dat je Taylor doortrekt: zou je dan de Native American cultuur willen beschermen door de Indianen allemaal Monitou te laten spreken en ze dwingen vast te houden aan hun traditionele religie?




Wie bepaalt vrijheid van godsdienst? De minister van godsdienst van Indonesië wilde de Ahmadiyah verbieden, omdat dat een sekte is, die zich islam noemt, maar het volgens hem niet is, omdat ze een deels afwijkende leer hebben. Daar zijn liberale moslims, maar ook wel christenen tegen. Schrijft zo'n fundamentalistische moslim: wat zitten die christenen te zeuren over godsdienstvrijheid? Het Vaticaan bepaalt toch ook dat vrouwen geen priester mogen worden en dat abortus en geboortebeperking zonde is?

Er gaan steeds meer stemmen op om de vrijheid van godsdienst af te schaffen, want het kan toch niet zo zijn dat de godsdienst beschermd wordt, maar de individuele vrijheid niet?