donderdag 27 april 2017

Portugese impressies 2: Montemoro-O-Novo en Arraiolos. Over inbeslagnames en hergebruik van stadsmuren en kloosters

Tijdens onze pousada-reis door Portugal logeerden we vooral in oude kloosters, nu omgebouwd tot hotel. In 1888 heeft de Portugese regering alle kloosterorden verboden, gebouwen werden door de staat geconfisceerd en vaak aan particulieren verkocht. De katholieke kerk werd niet stevig vervolgd, integendeel: bisschoppen en diocesane priesters konden hun werk voortzetten, zij het onder een koning (tot 1910) daarna onder een republiek die lange tijd (tot 1975) onder dictator Salazar stond: anti-communistisch en 'dus' wel met steun aan een conservatieve katholieke kerk.

Van Palmela kwamen wij even kijken in Montemoro-O-Novo. Dat is dus de 'nieuwe' Morenberg, zo genoemd omdat er al een oude bij Coimbra ligt. Boven op de bergtop die het stadje domineert liggen nog restanten van het oude Moorse fort, door de katholieke Portugezen rijkelijk van kloosters en kerken voorzien. Het klooster werd na 1888 een weeshuis en is nu een centrum voor dans geworden. Een heuse dansacademie dus, waar we helaas weinig activiteit van konden zien.


Bovenaan een deel van de oude muur rond het fort. Het witte gebouw is een deel van een oud klooster, nu dus een dansacademie. Echt nog een heel groot gebouw. Op het grote terrein staan her en der nog wat ruïnes van torens en gebouwen. De heroveraar Koning Dinis heeft hier zijn hof gehouden in de 13e eeuw en het gebied heeft dus ook echt historische betekenis.
in Nederland zijn de stadsmuren vrijwel overal rond 1820 afgebroken en vervangen door parken langs de oude singels. Alleen Naarden is nog vestingstad gebleven. In Portugal kun je nog heel wat stadsmuren zien, of eigenlijk muren rond de grote vestingen en forten die bij een verdedigingswerk hoorden. Ja, en dan hebben wij natuurlijk nu wel een UNESCO kwalificatie voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie en zitten we hier rond Utrecht ook opgescheept met de vraag wat je moet doen met de oude forten: je kunt er niet allemaal een museum van gaan maken (Fort Vechten) of er vleermuizen en herten laten rondlopen en -vliegen (Fort Rijnauwen).
Een kerkje van San Tiago (= Sint Jakob) was prachtig gerestaureerd. Met allemaal vrolijk musicerende engeltjes.
Van Montemoro-O-Novo gingen we via Evora naar Arraiolos. Evora is teveel om terloops te vermelden. Dus meteen Arraiolos. Het zou volgens de reisgids wemelen van tapijt- en borduurverkopers, maar wij zagen nog heel weinig toeristen en vooral gesloten huizen in winkels. Wel dus wat romantische straatjes met hele kleine huizen. En dan een kolossale muur om een vroeger fort heen.


Helemaal boven dus zo'n straatje met een tapijtwinkel. Zo uitgestorven, dat we daar ook gen restaurant zagen, maar we hadden onze hoop gevestigd op de bovenstad: helemaal omringd door een stevige goed onderhouden muur en dachten daar wel zoiets als Carcassonne  aan te treffen want er stonde heel veel auto's beneden aan de weg. Helaas: niets geen hergebruik van deze ruimte; van het belangrijkste fort is alleen een ruïne van wat muren overgebleven en de kerk is intact, maar dit hele grote fort is tot nu toe ongebruikt gebleven. Dan toch maar huizen en terrasjes, restaurants? Niets er van binnen die ronde muur ( middellijn naar schatting zeker 500 meter) mooie avondstilte. Wij dus weer terug naar het buiten de stad lieflijk gelegen oude landgoed, toen klooster, nu hotel. Voor een lang durend sjiek diner, maar in al die pousadas is het gelijk, dus hebben we maar matig (3 van de 7 avonden) binnen de pousada gegeten: lamsvlees was erg taai en droog, alleen de kabeljauw goed).

Geliefd schilderij in de eetzaal (nieuw gebouwd, want het oude klooster was maar voor vijftien deftige kanunniken, er zijn dus extra kamers en zalen bijgebouwd, een mooi zwembad, primitief was het echt niet meer!): geliefd schilderij en toepasselijk is dus  het laatste avondmaal. We hebben er meerdere gezien in deze tournee. Voor conferenties kan de kerk ook gebruikt worden (en waarschijnlijk ook voor bruiloftspartijen). De kerk is vol met azulejos, op blauwe tegels met allerlei verhalen van heiligen en bijbelverhalen. Ik liet me vertellen dat de techniek uit Mesopotamië stamt, waar begonnen is om met kobalt te gaan verven/schilderen op tegels. Zo doen de Chinezen het, er is Delfts blauw en de Portugezen zijn volgens de azulejo-winkel in Palmela niet echt in navolging van Delft of de Chinezen met de techniek begonnen.
 Tegen dat lichte en rustige blauw van de azulejo heb je dan het erg opdringerige bladgoud dat op de houten versieringen is aangebracht. Maar bij de kerk/lezingenzaal  maakt het wel een mooi contrast, ook al door de moderne bankjes.

De bogen van de koorgang worden nu gebruikt voor fitness-apparaten (boven) en daaronder dus nog de contouren van de kerk van het oude klooster, gelegen in een heel mooi groot park, een vallei met allemaal groen,bloemen, kleine tuiniers, prachtige gelegenheid.


Portugese impressies 1: Islamitische versus christelijke forten/kastelen

Van 18-25 april 2017 gingen Paule en ik op een Pousada-tour in Portugal: van Lissabon het binnenland in naar Palmela, verder oostelijk naar Arraioso en Vila Vicensa dan naar het zuiden, Beja en uit de Alentejo naar de Algarve, Estoi. We logeerden in oude forten en kloosters, reden door een groen lente-landschap. Niets kwaads te vertellen over de droge en dorre Alentejo: allemaal fris groen.
Veel van de forten hebben nog de naam dat de 'Moro' zijn, Moors dus, van de moslimoverheersing die kort na 711 begon en eindigde met de 'herovering' van Lissabon in 1147 en die van Faro in 1249. In totaal zo'n 450 van strijd, oorlogjes, kleine en grote heroveringen. Kennelijk onafhankelijk van de reconquista in Spanje, want in deze strijd ontstond het Portugese volk, de cultuur, taal.
We logeerden eerst twee nachten in het grote fort van Palmela.



Helemaal boven de grote toren, vanwaar de middelste is gemaakt: een terrein als een heel klein stadje, maar nu vrijwel leeg. Het witte gebouw bovenaan rechts is nu het hotel, de pousada. Vanaf de verdrijving van de moslims rond 1180 werd het beheerd door de geestelijke ridderorde van Santiago, rond 1880 als alle geestelijke orden opgeheven.
Er is aan de andere kant van de toren een klein museumstraatje, met restanten ook van fundamenten. Die zijn in ieder geval uit de islamitische tijd. Wat er allemaal precies uit de christelijke tijd is? Zeker de Santiago-kerk, het grijze gebouw met kantelen midden op de onderste foto. Maar wie weet stamt dat ook uit de oudste tijd. Stenen en wellicht ook legers horen niet bij een bepaald geloof: in God is geen geweld. De kruisridders hebben nog twee andere kleine kerkjes gebouwd: net als in India en Indonesië bouwden de Portugezen in de beperkte ruimtes van de forten toch een respectabel aantal kerken, die de VOC-mensen dan weer als pakhuis gingen gebruiken.
Nu is het oude klooster een deftig hotel met mooie gangen, grandioos uitzicht uit de royale kamers. Redelijk vredelievend en omringd door de geesten en relieken van vroeger tijden prachtig om in te verblijven.

Wat zouden die ridder-monniken in die gangen hebben gedaan: zingen en bidden, of hun wapens oefenen en verfijnen? Onze kamer was bovenaan rechts (twee ramen) in het witte gebouw. Grandioos uitzicht, maar wel in de eerste versnelling door smalle straatjes naar boven in de huurauto (VW UP!) en stevig klimmen als ke iets van de omgeving wilt zien.