zondag 10 juni 2018

El Escorial

Philips II, in Nederland bekend als de Spaanse koning waar de Nederlanders zich van bevrijd hebben, heeft ten noorden van Madrid, op zo'n 30 m afstand, een grauw, streng, weinig versierd paleis-klooster gebouwd. Misschien wel het laatste in die vrome mengeling van bidden, belasting binnenhalen en oorlogen voorbereiden. Of waren die monniken er vooral om voor het zieleheil van de vorst na hun dood te gaan bidden, zoals de benedictijnen van de Valle de los Caidos?
El Escorial is een wonderbaarlijke mengeling. In afstand lijkt het op Versailles dat ook zo'n 25 km van Parijs af ligt.. De vleugel van de Bourbon-vorsten, vol met wandtapijten naar schilderingen van Goya, tweede helft 18e eeuw, hebben die frivoliteit wel. De bibliotheek is ook erg fleurig (maar hier geen foto's want binnen mag er niet gefotografeerd worden en het loopt er vol met ijverige ambtenaren.

Een deel van het paleis is nu een kostschool. Verder is het grotendeels museum geworden. (Marokko heeft nauwelijks een museum: klaagde de reisleider: die koning heeft overal paleizen, maar heeft er niet één opengesteld voor toeristen; moskeeën mag je ook al niet in behalve dat bakbeest in Casablanca, dus hoe moet je die reis dan plannen: de overdekte markten dus maar, de souq..).
Prominent bij de ingang die recht doorloopt naar de grote basiliek (niet zo'n kleine kerkzaal als in Versailles, Philips II was veel katholieker!), staan hier de twee grote koningen van het oude Israël: David die een paleis bouwde en Salomo die ook tempel bouwde, terwijl Philips II hier de twee ineen heeft gebouwd.

Dit is dezelfde kleur graniet van de Valle de los Caidos, verschillende tinten grijs, met op bescheiden wijze wat uitbundige kleur erin. Veel goud natuurlijk en dan veel blauw op het plafond, wat een soort hemel-impressie moet geven. De twee koningen zitten ook vroom te bidden.
De kamers van koning en koningin zien uit op een altaar, maar dat is van een kleinere, eerder gebouwde kerk, die ook in dit paleis is geïntegreerd en later werd gebruikt als ruimte voor het koorgebed van de ruim 100 monniken die hier (ook) woonden.

In de kerk hangen veel grote schilderijen (alles groot hier!) van duo's: Thomas Aquinas met Bonaventura, Franciscus van Assisi met Domenico de Guzman. Hierboven Barbara (rechts met palm) en Cecilia, die een boek met muzieknoten voor zich heeft. Geen heilige is de beste misschien? De Jezus die zich hier door Thomas laat bevoelen ziet er een beetje zombie uit: nog niet bijgekomen van zijn delier, na zo'n vreselijke marteling op Goede Vrijdag, de ervaring van het graf en de tocht daaronder?

Er was een prachtig schilderij van de heilige Mauritius door El Greco. Linksonder de onthoofding, bovenaan de verheerlijking, maar hoofdthema is dat deze Romeinse officier discussieert met andere officieren om hen tot het geloof over te halen. Philips II was boos, want de marteldood werd zo aan een debat/dialoog ondergeschikt gemaakt. El Greco kreeg de hoge  rekening wel betaald!
Een mooi onderhouden tuin naast het paleis, maar mede dank zij het druilerige weer is het toch geen rivaal van Versailles geworden!
Tot slot twee tafereeltjes van het 'gewone Spaanse leven': een zeldzaam Mariabeeld in de openbare ruimte. Dat zie je zo vaak in Italië, maar wij zagen het hier nauwelijks. En twee moslimvrouwen met hoofddoekjes. Die zagen wij in de kleinere en grotere steden ook nauwelijks. Die trekken kennelijk toch liever naar Nederland.


Het Prado bekijken in een uurtje?

Het Rijksmuseum van Amsterdam profileert zich sinds een tiental jaren vooral als een Nederlandse collectie. British Museum, Louvre geven zo'n beetje alles van de West-Europese cultuur. Zo ook het Prado en Thyssen-Bornemisza. Schilderijen reizen makkelijker dan heel grote groepen mensen, of paleizen en kerken.
Wij deden in het Prado vooral een Spaanse selectie. Dus vooral Goya, want in Toledo hadden we al heel wat El Greco gezien (en er kwam nog meer later in het El Escorial). De vrolijke, alledaagse Goya met schilderijen over het leven buiten.
Er waren nogal wat afbeeldingen met die rare, maar wel fascinerende figuur uit het einde van de Middeleeuwen. Johannes de Waanzinnige die met het lijk van haar man door heel Spanje reisde op zoek naar medestanders in haar verdriet en wanhoop.

Onder Johannes de Waanzinnige, hier een beetje rare heroïek uit de 19e eeuw. Dit geen Griekse of Romeinse held, dus zelfs ook niet Aeneas met zijn vader, maar een Spanjaard die in de strijd tegen de Engelsen rond 1808-1810 zijn vader verdedigt. Je moet maar een thema vinden waarin je zo'n combinatie van fiere jonge man en een oudere vader kunt combineren.
De eigenlijk koningskerk is niet de oude of nieuwe kathedraal, maar het nog zo heel grote Hieronymusklooster, dat van afstand wel pronkt omdat het op een redelijk steile heuvel is gebouwd. Daar heeft het Prado-museum zijn winkel en ook al een kleine nieuwe afdeling in gebouwd. De kerk moet vrij blijven voor de koninklijke huwelijken en dergelijke, zoals ook de Nieuwe Kerk van Amsterdam


Het hart van Madrid

In Mei maakten wij een reis, fly and drive, onder de titel Hart van Spanje. We waren op een maandag in Madrid. Aankomst per lokale trein (vanuit de zuidelijke levendige slaapstad Pinto, misschien wel het centrale geografische 'punt' van Spanje) op de Puerta del Sol en toen maar met de grote massa meegelopen naar de Plaza Mayor, de kathedraal en het koninklijk paleis, wat ons reisboek het Bourbon Madrid noemt. Die hoofdstraten zien er zo'n beetje uit als het Parijs van Hausmann: appartementen van 6-7 verdiepingen, met die nep-balkons.
Madrid is van na de middeleeuwen. De Plaza Mayor is een groot concept, vierkant plein, waar in de 16e eeuw de grote executies van de inquisitie plaats vonden. Maar waar ook nogal frivole afbeeldingen naar de Metamorfosen van Ovidius domineren. Nu tenminste. Een zonnig tafereel.
Deze serie frivole taferelen zou de inquisitie zeker verboden hebben, maar nu versieren ze toch het plein waar in een eerdere eeuw de auto da fé hebben plaats gevonden, de 'uitingen van een krampachtig geloof'.
Bij het stadhuis zagen we het grote paleis dan rond 1510 door kardinaal Cisneros was gebouwd: kerk en politiek hebben daar heel lang als een machtig koppel een grote rol gespeeld. En zeg niet dat het voorbij is. Ten tijde van Generaal Franco speelde het ook weer sterk.
Onderweg kwamen we zelfs een aparte kathedraal van het leger tegen met onderstaande afbeelding van paus Johannes XXIII en de generaal Franco. Op de achtergrond wellicht een impressie van de zittingen van het concilie in de Sint Pieter van Rome.
Tot einde 19e eeuw was de relatief kleine en rommelige San Isidro kerk nog de kathedraal. Pas in 1883 werd begonnen aan de bouw van de Almudena kathedraal, tegenover het grote koninklijk paleis (dat paste niet goed op mijn camera, dus die heb ik een beetje scheef moeten houden om dit 'Buckingham Palace' van Madrid er goed op te krijgen. Voor ons had Madrid het eigenlijk allemaal niet zelf: Carlos III schijnt in de 18e eeuw de stad zo mooi en groot te willen hebben maken als Rome, Parijs of Londen, maar het lukte alsmaar niet. Ik schreef toen in mijn dagboek: "Spanje heeft wel iets van een loser, ze zijn bijna nergens de top. Koloniën waren groots, maar ze zijn ze als eerste kwijtgeraakt. Super-katholiek, maar geen invloed na de rampzalige Borgia-pausen. Frankrijk-Engeland-Duitsland allemaal toch veel groter in de EU, het Spaans toch net geen echte wereldtaal. Italië doet het op zo veel fronten toch net wel weer iets grootser. En die Nederlanders: die hoeven niet groot te zijn om zich toch groots te kunnen voelen."




Zoals al hierboven geschreven: het paleis staat er scheef op, anders lukte het niet. De deuren van de Almudena-kathedraal zijn ook ontworpen om het 2e Vaticaans Concilie te verheerlijken. De schilderingen in de kathedraal staan er fris bij: supergrote fresco's in een gebouw dat verder niet zo verdeeld is in priester- en kanunnikenkoor. Maar naast de officiële en collectieve plechtige vieringen si er een grote zijruimte voor de volksdevotie vrijgehouden voor de Virgen da la Almudena, die uit de 16e eeuw stamt. toeristen, gelovigen allemaal rustig in de rij en elkaar de kans geven om er een selfie te maken, want dat is nu wel bijna een even belangrijk ritueel als het opsteken van een kaars.
Er was een aparte kapel gewijd aan de stichter van het Opus Dei, San Josemaria Escrivá, ja, ook al echt heilig verklaard, dus met eigen kapel. Zijn vader was een timmerman, dus wat betreft staat hij gelijk met Jezus. En om de massa's te lokken moet er dan toch wel een elite worden gevormd. Daar concentreerde hij zich op.

Valle de los Caidos

Van Salamanca naar Segovia reden wij door bijna leeg land: heel grote velden, alsof je in het vroegere Joegoslavië van de kolchozen rijdt. Daarna was het een heel gezoek om in die eigenaardige vallei te komen waar generaal Franco een monument heeft laten bouwen voor de gevallenen (vooral van zijn eigen kant, dus veel kloosterlingen en priesters) als slachtoffers van de burgeroorlog van 1936-9. Het is een basiliek binnen een granieten berg, door gevangenen uitgehouwen. Binnenin mochten we geen foto's maken en er liep nogal wat militair vertoon rond. Al een 6 km voor de te grote paradeerplek moet je betalen en tegelijk je paspoort laten zien. Aan een kolossaal plein ligt dan de erg grote toegangspoort tot het complex, waarboven een wenende Maria met Jezus en daarboven een kruis van 150 meter hoog. Dat zei het reisboek tenminste. Binnen de grote afmetingen van plein ervoor en de deur lijkt het niet eens zo groot.


Wij vonden het een afschuwelijke plek, ook al omdat er na dagen prachtig zonnig weer ineens een serie donkere wolken kwamen. Maar dat hoort wel bij deze plaats. Voor de aankleding binnen in de kerk heeft het Franco-regime een groot aantal tapijten over de Openbaring van Johannes en de eindstrijd tegen de anti-Christ laten namaken. Het licht daarin was erg zwak. Er was wel verwaring in dit immense basiliek, dus het was niet koud. De stichter van de Falangue, José Antonio Primo de Rivera ligt er onder een heel grote steen, aan de volkskant van het priesterkoor; aan de andere kant Francesco Franco. Van andere toeristen hoorden we dat er om 11:00 uut een mis met koor was geweest. Er is vlak daarbij ook een grote benedictijner abdij, met mensen die bidden voor zieleheil van de gevallenenen.
Maar dit is absoluut geen stap in de richting van verzoening of zelfs maar heling: het is allemaal dus super-katholiek en de communistische en andere linkse tegenstanders van Franco worden hier alleen maar als de verkeerde partij gezien!
Wij waren er op de zondagmiddag. Die dag kun je het Escorial niet bezoeken. Dat moest dus tot later wachten!

Segovia: de grote akropolis van Segovia

Heel wat steden in een binnenland zijn gebouwd rond een acropolis, een hooglegen sacraal, maar vaker nog een militair centrum. Het meest indrukwekkend is naast Athene wel die van Aleppo, waar een kleine stad wel een 200 meter boven de 'andere' oude stad uittorent.
In Segovia ligt de kathedraal en de vesting, het alcazar, samen met een gevarieerde kleine oude stad ook zo hoog boven de andere middeleeuwse stad uit.
Het mooist is het te zien bij de toegang van het aquaduct tot het centrum van deze akropolis.

De oude kathedraal is in 1520 bij een opstand van de Spaanse bevolking tegen hun vorst in brand gestoken en de later gebouwde is ook wel mooi, maar was toch minder indrukwekkende dan de drie groten: Toledo, Avila en Salamanca. Van het Alcazar (ook weer herbouwd, na een brand in 1862) hier alleen een Santiago Matamoros. Die hoofden blijven maar vallen.

Alba de Tormes: de Hertog en de mystica Teresa

Wij zaten in Salamanca op een 20 km van Alba, waar nog een kolossaal restant van het kasteel van de hertog van Alva bewaard is gebleven en zelfs opgetuigd als een bijzondere toeristische attractie.
Wij dus naar Alba, een lieflijk stadje aan een rivier, gedomineerd door een grote donjon en wat bouwvallen van de rest van het kasteel. Op de kerken van het stadje ook hier weer de ooievaars. Een kerk heeft groots de tekst van Teresa: Solo Dios basta: alleen God, dat is genoeg.

Eind 19e eeuw bestonden er plannen in om dit Alba een supergrote basiliek ter ere van het graf van Teresa te bouwen. De grafkapel, annex museum is klaargekomen, verbonden met een maar half klaar gekomen priesterkoor, terwijl er van de basiliek alleen maar pilaren en wat muren staan. Toen wij in het museum-grafkapel (ja, je betaalt er voor net als bij het graf van Rumi in Konya, dat officieel ook een museum is; maar dat van Ibn Arabi is in Damascus is nog een echte gebedsplaats!) er naar vroegen zeiden ze dat het geldgebrek was geweest. Toch raar zo'n museum-grafkapel, kijken en bidden dus, en een onaffe basiliek, terwijl er in het hele land zo veel bewondering voor de mystieke vrouw is!

Boven zie je links het museum annex grafkapel (met een beetje raar het graf van Teresa te midden van schilderijen met Teresa in de bekende nogal zoetige poses). Kennelijk kunnen de zusters van het er bij gebouwde klooster het allemaal in een meer devote setting zien. Achter het beeld van JPII staat het geplande priesterkoor, maar onder zie je achter een hekwerk de structuren van de basiliek die al ruim 125 jaar niet af is.

Hierboven de grote donjon van de in Nederland zo gehate hertog van Alva. Daaronder de ridderzaal in die donjon, versierd gevechten. Het doet er niet zo toe wie hier tegen wie vecht. Door de tijden heen zijn de literaire en visuele weergaven van legerconfrontaties nogal gelijkend.

Twee kathedralen in Salamanca

Jacques Dumarcay schreef het al eens over de grote tempels van Midden-Java: zolang een bouwwerk gebruikt wordt, wordt eraan bijgebouwd, veranderd, vernieuwd. Pas als het buiten gebruik raakt, dan versteend het letterlijk: hooguit wordt er dan voor het behoud nog wat aan gerestaureerd. Heel veel van de Europese paleizen en kathedralen zijn wel vanuit een groot concept begonnen, maar tijdens en na de bouw is er vaak wel weer ingrijpend veranderd. Een romaanse kathedraal werd zo gothisch, of 'barockiert' met heel veel gipsen gordijnen. In Salamanca hebben ze de (kleinere) romaanse kathedraal laten staan en er gewoon meteen naast een in renaissance-stijl neergezet. De toegang begint bij de laatste. Ook weer met zo'n dubbelkoor in het midden, zodat de grote ruimte versnippert is, tenminste als je van het standpunt van de gewone vrouw of man, de leken, tegen zo'n gebouw aankijkt.


Naast het 'hoofdprogramma' in het priester- en het kanunnikenkoor, is er voor toerist en devote gelovige een gang langs de zijkapellen mogelijk. Bijzonder hier was een kapel voor aller heiligen bij elkaar (en dus voor alle bijzondere en particuliere noden).


Het meest spectaculair in de 'oude kathedraal' is het grootse ensemble van bijbelse taferelen bij het hoofdaltaar. Dat heet in de reisboeken dan wel 'de bijbel van de armen' maar je moet in de verhalenschat van bijbel en kerkgeschiedenis al heel goed thuis zijn om om er een duidelijke zin in te zien. Het is ook vaak een eigentijdse toepassing van die verhalen. De versobering van de verhalen tot tekst is dan ook een verarming.
 Niet overal staan verklaringen bij. Deze vrouwelijke heilige wordt in een zijkapel geëerd. Links wordt zij door een man met een tulband, dus een moslim, tot bij de vorst geleid. Rechts wordt zij onthoofd. Zij draagt de palm van maagden en martelaren. Vóór dit altaar stond een graf met een beeld, waarvan de voeten deels waren afgehakt. Toeristen gingen er voor zitten, met hun voeten er tegenaan, waarop dan een foto werd gemaakt. Het was er zo vol met toeristen dat ik daar geen fatsoenlijke foto van heb.
Dit laat weer eens zien dat je overal nog wel weer ergens die moslim-heerschappij over Spanje tegenkomt. Niet als een groots rijk en in grote pracht als in het zuiden, in Andalusië, maar als nog steeds een ietwat pijnlijke periode van Spanje.

De universiteit kom je niet zo duidelijk tegen als één groot gebouw, één groot instituut. Overal in de stad zijn er wel universitaire gebouwen. Plateresk is ook de grote gevel hierboven. Er is ook altijd wel iets met uniformen te doen, de meisjes in licht-grijze jurken met de gele shawls eroverheen, zijn wel lid van bestuur van een of ander, van een studentenvereniging of faculteitsbestuur: zo gaat dat met studenten, die aan hun CV bouwen!


Bizarre horror in nonnenklooster

In het vrouwenklooster van de Dominikanessen van Salamanca is een kruisgang vol met rare beelden van een soort horrorfiguren. Waarom die op de kapitelen terecht zijn gekomen wordt er niet bij verteld inonze reisgids.


In  plaats van de beelden van bijbelse figuren of heiligen hier dus vooral angstaanjagende duiveltjes, satirs. Allemaal om het kwaad af te wenden of de vrome zusters te beschermen tegen kwaadwillende gasten?

En dan ineens een mooi meisje: vrouw van of zelf weldoenster van het klooster? Een mooi poort in Moorse stijl is er ook overgebleven. Heel veel opzienbarende dingen over bijzondere afbeeldingen blijven toch even zonder verdere verklaring. Salamanca was in ieder geval zeker de meest humanistische, meest afwisselende van de kleinere steden die wij zagen. Niet als Arajuez, Toledo of Avila, door één of twee personen en stijlen gekenmerkt, maar van alles dooreen. En vooral ook: een stad met heel veel studenten, jonge mensen.