donderdag 9 december 2010

Syrië: wenende, zingende en zelfkastijdende Sji'ieten

Het was best een dramatisch idee: Mu'awiya veroverde het kalifaat in een burgeroorlog, waarin Mohammed's neef en schoonzoon Ali omkwam. In 680 was Ali's zoon Husayn in Kerbela, Irak om het verzet tegen Umawiya's zoon en opvolger als kalief, Yazid, te organiseren en werd in een veldslag gedood. Zijn hoofd werd in triomf naar Damascus gebracht, tentoongesteld en uiteindelijk daar begraven in een oostelijke zijkapel van de grote moskee (met ook nog dat andere hoofd, van Johannes de Doper!). De Sji'ieten kunnen hier wenen, zingen, zich hard slaan. Geselen met leren touwen en ijzeren bolletjes eraan zagen we niet. Van het ene op het andere moment veranderen ze van toeristen die netjes achter hun gids-met-vlag aanlopen in een wenende massa, mannen en vrouwen. Zakdoeken worden nat, aan elkaar doorgegeven.

Tijdens het wenen, maken anderen gewoon de toeristische foto's.

Niet ver van die grote Umayyadenmoskee staat een grafmonument-plus-moskee voor Ruqaya, gewijd aan de jong gestorven dochter van Husayn. Dit is een indrukwekkend groot gebouw, waar de Sji'ieten onder elkaar zijn en veel meer en uitvoeriger geweend kan worden. Wij kwamen er juist na de vrijdagdienst en terwijl mannen en vrouwen in het graf- en moskeegebouw strikt gescheiden zijn, zagen we op de binnenplaats groepjes mannen en vrouwen die treurliederen aan het zingen waren in een informele stijl.



In een zuidelijke buitenwijk van Damascus ligt nog weer een veel groter complex voor Saidah Zaynab, een zus van Husayn. Het was helemaal in Iraanse stijl en volgens de boekjes ook voor een groot deel in de laatste 20 jaar met Iraans geld gebouwd, net als de nog nieuwe Ruqaya-moskee. Goudel koepel, veel zilver en goud binnen in de grafmoskee en schitterende tegels, vooral in de blauwe tinten. Paule kreeg een charmante lange zwarte jas aan, die ze elders al getoond heeft.