zondag 1 februari 2015

Moeilijke parabels

De Janskerk in Utrecht is bezig met een project van parabels. Op 1 februari hadden we Matteüs 22:1-14 ov er een bruiloftfeest waar de gasten het lieten afweten. De gastheer, een koning, stuurt de ambtenaren en politie om mensen binnen te halen. Groot feest met veel mensen dus. Blijkt ewr toch iemand te zijn die niet netjes gekleed is en die krijgt het stevig te horen. WEordt buiten gegooid 'in de duisternis. Daar geween zijn en tandengeknars.'
Daar had de predikant het wel moeilijk mee: waarom wel dat ene schaap liefdevol gezocht of die ene verloren munt? Waarom wel de verloren zoon geaccepteerd, maar niet deze man op het bruiloftsmaal?
De nadruk kwam nu wel te liggen op geroepen zijn en we zongen een prachtige versei van dat lied:
Gij die ons in het leven hebt geroepen
Gij die mijn ogen hebt geopend voor uw licht
uw woord heeft ons nieuw leven toegezegd
Dan denk ik al gauw aan ons laatste kleinkind, nog zo pril en hulpeloos.

Ik heb nog eens in mijn oude Nieuwe Testament gekeken en daar stonden stevige notities naar aanleiding van de vroegere colleges Bijbeluitleg. Het verhaal is door Matteùs aan zijn omstandigheden aangepast. Vers 7 gaat over de koning die boos is op de mensen die niet komen. Hun stad wordt in brand gestoken. Beetje bizar hier en in de marge staat dan ook (uit ca 1965!'):  "Onlogisch! Verwsoesting van Jerusalem is hier tussengevoegd."
Tussen 10 en 11 staat als notitie: 11-14 hier begint een tweede parabel. De eerste is dus gewoon dat andere gasten de stoelen mogen vullen.
Ook vers 14 als conclusie: Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren krijgt als notitie mee: dat het een toevoeging is.
Wij hoeven niet alleen aan moslims toe te geven dat wij niet de originele Jezusteksten hebben, maar aan de tijd en persoon aangepaste. Wij moeten ook zeggen, dat de bijbeltekst zoals die er nu is, voor ons geen absolute norm hoeft te zijn. Matteüs hield van allegoriseren, zei Joop Smit. Daar zien we hier een mooi voorbeeld van, maar wij moeten zijn draaiingen niet meemaken, moeten er zelf weer opnieuw een mooi verhaal van maken.

Buiten de kerk stonden de buitengeslotenen, de daklozen. Koffie te bedelen en de daklozenkrant te verkopen. Dat gaat ook gewoon door.


'S avonds kregen we nog een parabel bij de maandelijkse Bachcantate in de Geertekerk.  Het was die van Matteüs 20:1-15 over de werkers in de wijngaard (16: "laatsten zullen eersten zijn zijn" laat ik ook hier weg, als toevoegsel voor rekening van Matteüs zelf). We hadden bij de solistencantate een fantastische sopraan, Titia van Heijst. Goede inleiding van de jonge Jaap Jan Steensma. Alles is genade, is gave en het is al mooi als ik te eten heb en hoop op een mooi einde en vooral Sicherheit, Machst du's mit meinem Ende gut... Zo ging dat in de tijd van Bach. Es ist genug vor mich, dass ch nicht hungrig darf ze Bette gehn...
De afbeelding hierboven is van de Japanner Sadao Watanabe.
Nog enkele notities na afloop van de serie: bij de parabel van de vijf wijze en vijf dwaze meisjes trokken wij ons het lot aan van de vijf dwaze: zij mkomen er erg bekaaid van af, worden buitengesloten. Marieke Milder gaf er toch een mooie draai aan: waakzaam zijn is het grote thema. Niet voor je eigen bestwil, maar juist (als bij de Mensenzoon parabel: wanneer zag ik je naakt?) voor de ander. Wij fietsten naar huis en zagen het motto van de politie: waakzaam en dienstbaar. Mooie idealen!
Voor de parabel van de talenten, waar die asrme ploeteraar met maar één talent niets krijgt, is er de moderne term: Mattheus-effect voor wetenschappers (en anderen) die omdat ze beroemd zijn nog beroemder worden, omdat ze vroeger veel subsidie kregen in de prijzen blijven vallen. Moet het zo? De parabel roept eerder op tot een kritisch denken over deze vraag dan dat het een antwoord geeft.