zondag 8 november 2015

Een Europese Gülen in Rotterdam

Het Gülen boek onder redactie van Gürkan Celik, Johan Leman en mijzelf werd op 29 Oktober ten doop gehouden in een volle zaal van het Platform INS in Rotterdam. Volledige titel:
Gülen-inspired Hizmet in Europe. The Western Journey of a Turkish Muslim Movement, Brussel: Peter Lang, 311 blz.
Tegelijk werd een tweede boek gepresenteerd: Pim Valkenberg, Renewing Islam by Service. A Christian view of Fethullah Gülen and the Hizmet Movement, Washington DC, The Catholic University of America Press, 288 blz.

Pim preekt beter, ik zelf ben meer feitelijk en het was dus een mooie combinatie. De stijl van schrijven van Pim was ook persoonlijker. Hieronder volgt mijn recensie voor Begrip van zijn boek:

De vroegere redacteur van Begrip, Pim Valkenberg, doceerde in Utrecht en Nijmegen, en sinds 2006 in de Verenigde Staten. Hij is een man van meerdere werelden. In Nederland bestudeerde hij eerste de Middeleeuwse christelijke filosoof Thomas van Aquino, maar gaandeweg studeerde hij ook Arabisch en Turks en concentreert  zich nu ook op de twee meest prominent moderne moslims van Turkije: Said Nursi en Fethullah Gülen. Hij schreef een levendig persoonlijk boek over de Hizmet-beweging die zijn oorsprong vindt in Gülen (hizmet betekent service  of dienstvaardigheid). Het eerste hoofdstuk beschrijft zijn contacten in Nederland met Alper Alasağ (van Islam en Dialoog, nu bij Platform INS in Rotterdam), en ook de eerste reis naar Istanbul. Een tweede hoofdstuk geeft een politiek-ideologische geschiedenis van het moderne Turkije tussen de Ottomaanse erfenis en een (mogelijk) Europese toekomst. In hoofdstuk 3 krijgen we dan een biografie van Gülen, waarbij hij ook verteld over een reis naar Istanbul en Izmir in 2009, over de boekwinkels, de uitgeverij, en informatie haalt uit de interviews die hij daar kon krijgen. Maar Valkenberg wil niet alleen schrijven als historicus of socioloog vanuit verzameling van feiten over de beweging, hij wil ook een theologisch oordeel vormen. Daarvoor is het vierde hoofdstuk centraal. Daarin benadrukt hij dat Gülen als eerste bron de Koran heeft, daarnaast ook wel twee grote figuren uit het Turkse verleden: Jalaluddin Rumi, Said Nursi. Voor de Koran verwijst hij dan ook naar zijn eigen dissertatie over de filosoof Thomas Aquinas, die in zijn theologie heel sterk geworteld is in Bijbellezing. Dat werkt hij dan ook uit voor Gülen en de Koran. Het ‘zoeken van Gods welbehagen’ (riza-i İlahi) neemt hij als een van de kernbegrippen voor het levensideaal van Gülen. Het vijfde hoofdstuk gaat van de meer strikt religieuze toespraken van Gülen dan naar de sociale activiteiten van zijn volgelingen. Ook hier begint hij met persoonlijke ervaringen: een bezoek aan de Fatih-Universiteit in Istanbul. Alper Alasağ vergezelde hem en hielp hem bij het begrijpen van het moeilijker Turks. Heel bijzonder zijn de vele interviews met de oudste leerlingen van Gülen die hem vertelden hoe het rond 1965-1970 allemaal begon. Hij gaf ook een aanwijzing voor de manier om bij de inner circle van de beweging te komen. Dat gaat via het bijwonen van sohbet, de wekelijkse besprekingen van teksten van Gülen. Dat loopt via het stellen van vragen aan de (informele) leider. Op deze manier wordt een democratische en levendige studie gegarandeerd. (167-8). In het zesde hoofdstuk gaat Valkenberg in op de drie belangrijkste aspecten van de dienstvaardigheid: onderwijs, dialoog en filantropie. In het laatste hoofdstuk met de titel: ‘Godsdienstig leven en dienstbaarheid in christendom en islam’ wordt niet de tegenstelling, maar juist de gelijkenis en samenhang gezocht. Van Bernardus van Clairvaux, Teresa van Avila en Ignatius gaan we bijna moeiteloos over op Rumi, Said Nursi en Gülen, waarbij we vooral moeten kijken wat we van elkaar kunnen leren. De wenende prediker (Gülen) staat daar naast de met een doorboord hart kijkende Teresa. De laatste zin is dan: ‘Leden van de Hizmet Beweging kunnen niet alleen de godsdienst van de islam vernieuwen door hun dienstbaarheid aan de mensen als werk om God te behagen, zij kunnen ook christenen helpen om nieuwe wegen te vinden bij het vernieuwen van hun geloof.’ (256) Daar moet het bij interreligieuze contacten dus vooral over gaan.
 Dat heb ik nog niet vaak gedaan: boeken signeren. We verkochten er 12 die avond. Niet slecht! We hadden er maar 15 in voorraad.
Er is een klein debat gaande of we moeten spreken van Gülen-beweging dan wel van Hizmet (omdat de persoon Gülen niet centraal moet staan, wel de dienstbaarheid). Maar lezend in de krant Zaman valt me dan weer op dat daar juist veel over de Gülen-Movement wordt gesproken en dat zijn toch de echte mensen.

Sint Maarten in Utrecht

Wij wonen nu 20 jaar in Utrecht maar merkten tot enkele jaren nauwelijks iets van de Sint Maartensfeesten, 11 november (geen begin van Carneval dus!). Een buurvrouw met kinderen op de Vrije School organiseerde enkele jaren een kinderoptocht, maar dat was al weer een tijd geleden.
Maar vorig jaar kwam ineens een grote project en dit jaar zijn ze met een heel programma bezig, met een heus thema: Feest van het Delen. Zaterdag en zondag 7-8 is er een wandeling, een parade met mapions, een festival met eten, muziek ensculpturen in het Catharijneconvent, Maartensmarkt voor het goededoel, een Martinuslezing, total zo'n 40 activiteiten.
De Domkerk was niet alleen zo groot ter eren van de bisschop, maar kennelijk ook vanwege het netwerk van Martinus-bedevaarten naar Tours, waarin Groningen en Utrecht belangrijk waren.

De pandhof is kruisgang bij de Domkerk heeft een hele serie afbeeldingen van het leven van Sint Maarten. Het delen van de mantel is het bekendste verhaal: dat was toen hij nog Catechumenus  was. Daarna kwamen het omhakken van heidense bomen, dopen, doden werden opgewekt, nog wel een drietal tegelijk, en nog meer wonderen.
De Domcantorij had een heuse opera laten schrijven en die zou in een proef-uitvoering ten gehore worden gebracht. Maar het ging niet door, want een en ander was niet niet ver genoeg. Wellicht bij het voorjaarsconcert voor de donateurs.
In plaats daarvan zongen ze de Missa de Sancto Martino  van Jacob Obrecht, een zeer gecompliceerd werk. Rondom een cantus firmus, met een tekst die de lof van Martinus uitspraakt worden de misdelen gezongen, vaak in uitbundige en snelle versieringen. Alsof je Sweelinck op het gorel hoort: die snelle noten rondom de basisnoten. Als je goed luistert kon je af en toe flarden van de tekst nog horen. Als je dat vergelijkt met de sobere en heldere tekstplaatsing van Palestrina (ná Trente en Obrecht is nog van voor de Reformatie, stierf in 1505), dan is Palestrine wel veel helderder en rustiger.

Dom-dirigent Remco de Graas houdt niet van geklap na een zaterdagmiddagconcert. Een het koor liep bij het eerste geklap ook meteen weg. Konden wij nog even de bronzen deuren bekijken met de zeven werken van barmhartigheid. Vergeleken met de opgeblazen en nogal wonderlijke tekst van de sequentia, een sobere en moderne selectie van het Martinus-verhaal.