donderdag 28 augustus 2014

De oudste manuscripten van de Koran

Het zoeken naar de oudste teksten van de bijbel is begonnen in de tijd van de humanisten. Erasmus was een van de eersten die aandacht gaf aan de originele teksten van het Nieuwe Testament. Het echte werk was werk voor de 19e eeuw. Van Nestle heb ik zelf de 16e druk: eerste druk is uit 1906. Na wat papyri uit de 2e tot 6e eeuw is het daar vooral de Codex Sinaiticus en de Codex Vaticanus (ca 330-350) die aan de top staan. En wat betreft de Koran? In een boek van 1977, kort na mijn studententijd, kwam John Wansbrough in zijn geruchtmakende Quranic Studies met de stevige hypothese dat er tot aan 750 allerlei lokale varianten die in een finale redactie bijeengebracht zouden zijn zeker niet vóór het einde van de 2e/8e eeuw, dus ergens in de periode rond het einde van de Umayyadentijd, rond 730. Omdat er van een aantal episodes in de Koran bijna-synoptische varianten zijn (zoals drie versies van de schepping van Adam en het protest van de engelen daartegen), zou deze theorie de parallel-passages in de Koran verklaren.
F. Déroche is al een langleven bezig met de studie van de oudste handscriften van de Koran die hij te pakken kan krijgen en heeft nu een soort overzicht van zijn bevindingen geschreven, waarin hij een onderscheid maakt tussen de vroege Umayyadentijd, vóór 690 dus, en de latere. Uit beide heeft hij handschriften. Kroondocument is bij hem zijn Koran fragmenten uit de Amr moskee in Fustat, (nu bekend als oud-Vairo) die kort voor en na 1800 door Franse geleerden zijn meegenomen. Hoe precies dat vertelt het verhaal niet, maar veel ervan is nu in Parijs, een deel in Sint Petersburg. Het was oorspronkelijk een manuscript van ca 220 vellen op groot A4, waarvan er 98 of ongeveer 45% bekend zijn. Ze zijn van verschillende hand, maar behoren duidelijk tot één tekst. Vanuit Damascus zijn er oude manuscripten bewaard gebleven in Istanbul. Daarnaast zijn er natuurlijk vooral de handschriften die in Sana'a gevonden zijn op de vliering van de zolder van de oude moskee, in de jaren 1960. Er waren toen minder puntjes voor het aangeven van verschillen tussen letters als b,n,t en nog weinig streepjes voor de lange klinkers. Desroche ziet wel een soort ontwikkeling in het schrift van Fustat naar Sana'a: ze stammen uit dezelfde cultuurkring, maar er lijkt een ontwikkeling in te zitten, wat diacritische tekens betreft vooral. De C14 analyses wijzen zelf op een oosrpong van de oudste manuscripten vóór 650. Van de speculaties van Wansbrough blijft dus niet veel over, al wordt hij in dit zeer feitelijke boek maar even vermeld. Het boek gaat vooral over de uiterlijk vorm van de manuscripten, de tekst zelf wordt niet geanalyseerd. Daar zijn de Korancommentaren voor.