zaterdag 18 juli 2009

Modern Turkije gerepresenteerd in twee romans

De laatste maand heb ik twee boeken gelezen over Turkije in de 20e eeuw. Het grootste is dat van Louis de Bernières, zo'n duizend bladzijden dik: Birds without wings. Het is een typische historische roman, waarin de overgang van het Ottomaanse Rijk naar het Kemalistische Turkije wordne geschilderd vai een aantal figuren. Er is een serie portretten waarin Atatürk zewlf sprekend voorkomt en zijn hele carrière wordt geschilderd. Maar het overgrote deel van het boek is geschreven vanuit figuren in een klein dorpje aan de zuidwest kust, nog een heel eind onder Symrna/Izmir en Efese dus. Het is een gemengd moslim-christelijk dorp met een priester (de enige intellectueel) en een imam, een grootgrondbezitter, christelijke handelaren, moslim loonarbeiders, een knappe dame waarvan de afkomst onduidelijk is (blijkt een geroofd Grieks meisje te zijn die verder via de liefde carrière moet maken). Het procédé van het boek is een beetje standaard, maar de beschrijving zo levendig dat me dat vooral boeide: hoe zo'n intens verdeelde of eigenlijk dus verzuilde maatschappij via allerlei ingebouwde codes gewoon kon doorbestaan. De genocide op de Armeniëres komt maar zijdelings tersprake, want dat was vooral in het oosten van het land. Veel meer de 1e wereldoorlog, via de jonge jongens die als soldaat bij Gallipoli liggen en de glorie van Atatürk daar meemaken, maar ook een ander die in Syrië de nederlagen ziet. En damn de ramp van de uitwisseling. Op de cover van het boek staat ook hoe de christenen wegtrekken, ook al kennen zse helemaal geen Grieks en hoe er dan vluchtelingen/verdreven uit Kreta in de lege huizen komen.



De tweede roman is van de jonge Turkische Belg Mustafa Kör, De Lammeren. Het is een groot heimwee-boek van iemand die in België weer naar Turkije en vooral naar het lieve meisje van zijn jeugd verlangt, maar in het afgelegen dorp in Turkije, waar de meeste jongeren of naar de stad Konya vertrekken, of naar Europa, ook weer niet kan aarden. Een echt boek van een gespleten ziel en zo ziet Kör er zelf ook een beetje uit. Een zwartwit foto van een bleek gezicht, iemand die zijn plek op deze wereld nog niet echt heeft gevonden!



De lammeren van het boek staan voor de schapen en lammeren die in het dorp worden gehouden voor de grote feesten. Ouders noemen hun kind ook liefkozend lammetje. Dat komt in het Nederlands een beetje raar over. Op blz. 12 noemt hij Ayse 'dat ene meisje'm ook 'Zij was het mooiste lammetje. Ik aanbid haar als het Lam Gods. Het offerlammetje met de hennaogen, het kristal in het sneeuwvlokje, de kroon van de bloem, de rode nectar van de granaatappel, mijn liefdeszalf.'
Ik heb natuurlijk speciaal gekeken naar de rol van moskee en imam. Er wordt in dat dorp veel gebeden, met de tasbih, ook in de moskee, maar Kör zelf heeft weinig aardige woorden voor de imam: 'de ouderwetse imam ramde de vaste strofes na zijn preken wekelijks en steeds op eenzelfde monotone, droesemloze wijze in de oren van de gelovigen.' (65) Hij heet Hamdi Hafiz, maar had een bijnaam gekregen Ham Ham en dat was niet vleiend bedoeld.
Een groot drame in de naar België getrokken familie is de zelfmoord van de oudere broer van de ik-figuur, kennelijk vanwege een liefdesaffaire. De analfabete vader verwachtte zoveel van die in België goed geschoolde jongen: 'Had hij hem maar niet geheel overgelaten aan dat wezen dat bij ons beter bekend stond als de uitkomst, het begin, het eind, alias Allah. De hemel weet hoe vaak ik op latere leeftijd, toen ik zoals iedereen door het leven werd voortgejaagd, bij de oprispingen van mijn verliezen als het achteraf enigszin opklaarde, niet kwaad geweest ben op dat opperwezen in de kosmos, vanwege zijn afstandelijkheid? Waarom diende Hij als slotwoord of verklaring voor wat onbegrijpelijk was, waarom intervenieerde hij niet als dingen faliekant dramatisch konden aflopen?' (100)
Het grootste deel van het boek is een zoektocht naar zijn eigen ik, als Umut, de hoofdpersoon na de dood van zijn broer een paar maanden terug is in zijn geboortedorp. Uiteindelijk komt hij terecht in een sema, een dans van de dansende derwishen in Konya. Daarvoor gaat hij nog naar een kwakzalver-gebedsgenezer, een djinn-imam die een brute afperser is. Maar bij de derwisjen komen uitvoerige citaten van Rumi-mystiek voor die met instemming worden geciteerd. En dat Pir aldaar vindt hem geen rare kwast want 'de mens is geschapen om te zoeken'. (260) Toch raar dat hij het buigingsgebed van de moskee en de imam maar niks vindt en die dansen van de Pir wel prachtig! Is dat iets van Alewieten? Zijn vroegere geliefde blijkt getrouwd en Umut heeft vrede bij zijn definitieve afscheid van het Turkse dorp en komt steviger in Vlaanderen terug.

woensdag 15 juli 2009

De hemelreizen van Jezus en Mohammed


Op zondag 26 juli 2009 zendt de NMO, Nederlandse Moslim Omroep, een programma uit over de hemelreis van Mohammed, die dan herdacht wordt. Het gaat hier over de periode uit Mohammed´s leven toen hij in problemen was: zijn vrouw opverleden, zijn beschermende oom Abu Talib ook overleden en in de clan als oudste vervangen door de etter van Abu Lahab die hem een bedrieger vond. Tenslotte aanslagen op zijn leven.
Mohammed kreeg een visioen van een reis naar Jeruzalem, waar hij opsteeg tot in de zevende hemel. In de lagere hemels kwam hij andere profeten tegen die hem bemoedigden en raad gaven. Mozes was zijn steun in het omlaag brengen van de 50 gebeden per dag naar vijf ('anders komt er niemand de hemel in').


Journaliste Elli Safari belde mij erover op. Hoe ik dat aan Nederlanders kon brengen? Ik suggereerde een band met de gedaantewisseling op de berg Tabor, waar Jezus ook wordt opgeheven, gezuiverd (Mohammed's hart wordt gewassen, Jezus krijgt witte kleren aan) en vooral ondersteund door de andere profeten. Dat ook allemaal op een moment dat het met de boodschap niet zo best ging.
Via de SKKN, Stichting Kerkelijke Kunst in Nederland kwamen we in de Barbarakerk van Bunnik waar een afbeelding is geschilderd door Charles Eyk, rond 1938.

Hoe het keurslijf van de huidige katholieke liturgie te vermijden?



Op zondag 30 mei stierf de partner van mijn schoonzus. Bij terugkomst uit Montreal moest er gesproken worden over haar begrafenis. Dat zou uiteindelijk plaats vinden op het kerkhof van de katholieke kerk van Sassenheim. Maar die kerk is gigantisch groot. Dus stelde de begrafenisondernemer voor: dan ga je toch naar het Groene Kerkje van Oegstgeest! Aldus gebeurde.
'Weet je wel dat dat een Protestants kerkje is', zei ik tegen mijn schoonzus. 'Nou wat zou dat?' Afijn, dan heb je wel groter vrijheid in de herdenkingsdienst. Die werd een midden tussen een bijna-seculiere herinnering aan de creatieve en veelzijdige persoon die Toos Teernstra was geweest.
We hadden een evangelielezing aan het einde van het portret, over de schoonmoeder van Petrus die genezen werd en meteen koffie gingen zetten.
Er waren ook voorbeden, ook al is er wel over gediscussieerd. Maar het argument, dat ´we willen God danken voor deze mooie persoon´, gaf de doorslag.
Bij de absoute in Sassenheim stond de koster klaar met kruis, wijwater en grond en de rituelen heb ik graag uitgevoerd.

In discussie later met collega´s kwam herhaaldelijk het aspect naar voren dat mensen tegenwoordig graag hun eigen liturgie en rituelen ontwerpen, omdat ze dan persoonlijker en vrijer kunnen zijn dan bij de traditionele kerkelijke, katholieke liturgie die niet zozeer op de overledene maar op het Goddelijke aannemene van alle overledenen is gericht.
Een andere collega, nog studerend voor pastoraal werker, benadrukte dat de bisschop van Utrecht de kerkelijke zending heel belangrijk vind en geen vrijbuiters zou willen toe laten. Maar steeds meer gaan het toch maar zelf uitvoeren.

Sharia als magere realiteit of droombeeld


Meteen na de conferentie in Berlijn ging ik naar Montreal voor een seminar over Relaties tussen Islam en Boeddhisme. Elders (op de Engelstalige weblog) heb ik daar wat info over gegeven.
Het toeval (de Voorzienigheid, de CIA? Taqdir?) wilde dat Alyasa Abubakar ook in Montreal was. Hij was zijn dissertatie over grondslagen islamitisch recht/ethiek aan het schrijven, wonend in mijn huis in Yogyakarta in 1987-8. We beklommen samen de Merapi, speelden dagelijks tafeltennis, warmden de avondmaaltijden op die tegen lunchtijd zo uitvoerig door kokkin Ndari waren klaargemaakt.
Alyasa werd rond 2002 het hoofd van het bureau dat de volledige invoering van de sharia in Atjeh moest invoeren. Hij schreef enkele sympathieke en heldere boeken over de kwestie. Hij gaat ervan uit dat bijna 100% van Atjeh moslim is 'dus' zich ook aan de Sharia moet/wil/zal houden.
Het werd toch wel een teleurstelling: naast de al bestaande elementen van sharia in huwelijks- en erfrecht kwam er een sharia-politie die tekeer ging tegen alcoholgebruik, gokken, ongehuwd samenwonen, alle vormen vooral van (vermeende) sex die niet door ouders en staat en religie zijn gelegitimeerd.
Hij is nu weer terug op de islamitische academie als directeur van de graduate school.
Ik kon en kan uitstekend met hem opschieten maar hij weet dat ik die hele sharia maar een rare constructie vind: een droom-maatschappij, aan elkaar geschreven door soms wat wereldvreemde geleerden op basis van rare verhalen over wat Mohammed wel of niet gedaan zou hebben. Uiteindelijk is het een geheel van regels over tanden poetsen, handen en schoenen poetsen, baard scheren, geld lenen tegen geen rente, economische constructies, regels over wat je wel of niet kan eten: allerlei zaken die de moderne wetenschap allemaal rationeler en systematischer heeft bestudeerd.

De laatste eeuwen werd ook in gebieden met een moslim-meerderheid (en ook in de Nederlandse kolonie van Oost-Indië) wel een sharia-rechtbank gehouden, maar dat ging dan alleen over huwelijk en erfenis en dat deden de rechters vaak op een goede en menselijke manier, ook al zouden wij nu wel wijzigingen willen: vrouwen hadden toch duidelijk minder rechten en over homo's kon je al helemaal niets zeggen (maar in die stilte kon toch nog wel veel getolereerd worden.
Intussen is de sharia wel voor een (klein?) aantal moslims een super-ideaal geworden. Het hele pakket dan wel te verstaan, ook al is over ieder onderdeel van het hele pakket verschil van mening onder de moslims. Het zou mins inziens een zegen zijn als moslims zich aan de Koran zouden houden en dat hele gedoe van sharia (dat immers vrijwel nergens op de Koran is gebaseerd) terzijde zouden laten.

Fethullah Gülen als Succestheoloog

26-27 mei 2009 was er een conferentie in Berlijn, of eigenlijk Potsdam, de buitenplaats waar het bizarre paleis Sans Souci van Frederik de Grote staat, met alles erop en eraan. Alleen is er tussen de Griekse goden en godinnen, wijsgeren en protserige helden als Herakles helemaal geen Germaanse mythe, geen Siegfried of Nibelungen en helemaal geen christendom: alleen later is er een nabouwsel van de San Clemente ergens achter in het grote park verborgen.




De conferentie zelf was een redelijk grote happening: zo'n 28 lezingen, een 300 toeschouwers, grote rijen bij het eten, maar wel gehuisvest in een prachtig modern hotel aan een van die meren van de Spree.
Er kwamen twee beelden van de beweging naar voren. Enerzijds was er het spirituele. Thomas Michel had een meditatie over Ikhlas als sincerity, oprechtheid, eerlijkheid. Dat is dus een van de deugden die in het deugdenboek staan waarvan twee delen zijn uitgegeven onder de titel Sufism. Emerald Hills of the Heart.
Michael Blume had een mooi verhaal over het ontwikkelingsoptimisme van Gülen. Voor zijn hele verhaal zie www.blume-religionswissenschaft.de en dan doorklikken naar Guelenbewegung... Hij vergeleek Gülen met het Pietisme: een niet-politieke spiritualiteit voor zakenmensen die het gemaakt hebben en iets met hun oude religie willen doen, maar dan wel in overeenstemming met de moderne wereld en hun eigen succes. Net zoals de Piëtisten paart hij hard werken aan wantrouwen tegenover wetenschap, maar ook grote realiteitszijn.



In de grote zaal kwam ook het activisme van de beweging naar voren. Ik had zelf een verhaal over de Cosmicus-scholen. Gurkan Celik verbond het activisme met een andere deugd, die van hismet of toewijding, maatschappelijke dienstverlening.
Heel veel debatten gingen natuurlijk over de vraag of er geen verborgen agenda achter Gülen zit. Er werd gesuggereerd dat de komst van Khomeiny naar Iran nog maar een voorproefje was van wat we zouden kunnen meemaken bij de 'terugkeer' van Gülen vanuit de VS naar Turkije. Het leek me een zeer onwaarschijnlijk scenario, ook helemaal niet in de lijn van de Gülen en de Fethullahci of zijn aanhangers zoals ik die in Europa heb leren kennen.