zaterdag 27 december 2014

Papa is boos

Op 22 Deceber 2014 heeft de paus de staf van het Vaticaan, de Curia Romana toegesproken. Dat gebeurt ieder jaar in een prachtige zaal van het Vaticaanse paleis. Daarna worden en kerst- en nieuwjaarswensen uitgewisseld.
De plechtigheid is op een filmpje te zien en e tekst te lezen via http://w2.vatican.va/content/francesco/en/events/event.dir.html/content/vaticanevents/en/2014/12/22/curiaromana.html. Makkelijk zoeken is het naar Vatican.va en dan de datum.
75% van de toespraak bestaat niet uit vrome wensen, maar uit een keiharde opsomming van de 15 kwalen waarvan het personeel lijdt. Zonder nuances, heel streng.

De grootste kwaal is wel die van een existentiële schizofrenie (mooie woorden zeggen, idealen van anderen eisen, maar zelf de kantjes ervan aflopen en een dubbelleven leiden), naast die van spirituele alzheimer. Strenge woorden ook over een cultuur van roddel en van de hogeren naar de ogen kijken, of activisme zonder te kijken waar het algemeen echt over gaat.
Mijn eerste reactie was: is dit als bij de treurige bisschop Eijk, die zijn somberste dromen heeft opgeschreven? Ook niet erg slim als je ergens eennieuwe geest in wilt blazen. Een volgende gedachte is natuurlijk: zit dit allemaal niet aan het systeem vast? Als je een kantoor hebt, organisatie met zoo'n 2500 werknemers, dan krijg je die houding toch eenmaal, zeker als er weinig democratie in zit.
Franciscus klaagt dat veel mensen het contact het de gewone pastorale zorg voor concrete mensen vergeten zijn, daar niet meer aan toe komen, maar alleen abstracte regels bewaken.Bij de Wereldraad hebben nooit meer dan zo'n 100-200 mensen op de burelen gewerkt, maar ook daar komen zulke toestanden voor. Klein houden dus die algemene organisatie.
Bij Amerikaanse  zendingsorganisaties spreken ze van tent-making ministry. Dat was ook de praktijk van Otto Heldring, naar het voorbeeld van de Duitse Gossner missie. Misschien nog niet zo gek: dat je niet full-time met religie bezig moet zijn, dat je er eigenlijk ookmaar niet je baan van moet maken, ook iets anders doen.

De grote woorden van het Kerstfeest

De Kerstwensen of Season's Greetings stromen weer binnen en heel wat fraais is ons al toegewenst voor het komende jaar. Moge het allemaal waar worden.
We waren bij een concert van een Barbershop mannenkoor uit Nieuwegein, samen met F@mail uit Almere in de oude kerk van Vreeswijk. Geen Jezuswoorden, maar geduld, begrip, vergeven in familierelatiers, warmte is daar Kerstmis. In de Janskerk heb ik twee diensten met groot plezier gezongen. De kernwoorden zijn daar licht en vrede. Jasja Nottelmans las en gaf commentaar op de vertaling in eenvoudig Nederlands, waar 'in den beginne was het woord', vertaald wordt met dat Jezus vanaf het begin zoon van God was en samen met God de wereld ontwierp en schiep, later ook zelf daar kwam wonen om te zorgen dat ook andere mensen kind van God konden worden. Misschien wel een heldere vertaling van de bedoeling van Johannes.
In de liederen kwamen wij de zware en grote woorden van Oosterhuis tegen: God onbedwingbaar, Vader voor eeuwig, koning van de Vrede. En natuurlijk veel licht.
Ik heb nog eens nagekeken hoe de oorsprong van het Kerstfeest was. Er wordt gesproken (en gezongen) over het oud-germaanse joelfeest, midwinterdrukte dus rondom de zonnewende. Maar ook al over de oude saturnalia, romeinse mythen en vieringen rondom diezelfde wending van de aarde. Christus wordt dan ook als een zon voorgesteld. Het beeld hieronder vond ik op internet uit een mozaïek van vóór 300 dat zich nu onder de Sint Pieters Basiliek in Rome bevindt. Maar in de liederen en teksten is wel sprake van 'licht' maar niet rechtstreeks meer van Christo Sole of Christus als Zon.
Er wordt wel veel gepreekt over de 'oorspronkelijke' betekenis van de betekenis van de geboorte van Jezus, maar dat is dus ook wat eenzijdig. Viering van die geboorte, van de positieve waarden, én natuurlijk gezelligheid, wat betekent lekker eten klaarmaken en dan met een mooi glas wijn in harmonie opeten en dan uitrusten! Zo'n feestelijke en zalig kersfeest zij alle lezers toegewenst!

Toch nog even een laatste beschouwing naar aanleiding van Kerstmis. De Indonesische vertaling van het boek over de Jezusverzen in de Koran is vertraagd omdat het laatste voorwoord nog niet binnen was. Toen heb ik er dus ook een nieuw slotwoord aan toegevoegd. Dat gaat over de verschillen tussen de incarnatie- en de verlossingstheologie. Modern protestantisme, vooral aan de evangelikale en pinkster-zijde ziet de verlossing (van wat? waarom?) alleen gebeuren in het offer dat Jezus aan de Vader brengt voor all zonden van de mensen, sinds de erfzonde van Adam. Dit ietwat mythisch-magische verlossingsdenken levert een wrekende God op, die alleen van Zijn eeuwige toorn verlost kan worden door de dood van zijn Gelifde Zoon. Dit heb ik altijd een rare constructie gevonden: als God echt almachtig is, kan het allemaal veel makkelijker en eenvoudiger opgelost te worden en hoeft die dood van de zoon niet.

De oosterse kerken doen niet aan dit krampachtige verlossingsdenken. De martelaarsdood van Jezus is edel, maar de goddelijkheid is al bij de mensen aanwezig vanaf de geboorte van Jezus, en daarvóór ook al in zeker mate bij devroegere profeten en edele mensen. Kerstmis dus niet alleen als opmaat naar Pasen, maar als heerlijke gebeurtenis in zichzelf.

zondag 14 december 2014

Als Kardinaal Eijk 2028 nog haalt...

Met ondertekening op 23 November 2014 heeft Kardinaal Wim Eijk van Utrecht een beleidsvisie gepubliceerd Het geloof in Christus vieren en verbreiden. Te downloaden via  http://aartsbisdom.nl/Nieuws/Pages/Schrijven-kardinaal-Eijk-Het-geloof-in-Christus-vieren-en-verbreiden.aspx.
Het is een verbijstered stuk van 9 bladzijden.In de inleiding schrijft de in 1953 geboren Willem Eijk dat hij in 2028 jn ontslag hoopt in te dienen. De 326 parochies heeft hij al teruggebracht tot 48 en tegen 2028 zullen er dat nog een 20-25 zijn, of nog minder. De parochie is geconcentreerd op de eucharistie en daarvoor is de priester als kernfiguur nodig. Innovatief pastoraat vinden we  bij de diocesane werkgroep bedevaarten, bij de wereldjongerendagen, de Tarcisiusdag voor misdienaars. Er zijn de laatste twee jaar binnengekomen: de Shalom-gemeenschap uit Brazilië en de Misioneros de Cristo Maestro uit Columbia.
Allemaal hoog wierookgehalte dus.
Er wordt veel naar de financiën gekeken in dit 'realistisch toekomstperspectief'.  Alleen onbetaalde diakens kunnen nog gewijd worden. Alleen de priesters ontvangen dan nog inkomen op basis van hun pastorale arbeid. Ik dacht aan de omgeving van de katedraal: de koorschool, de Fontys Hogenschool met HBO opleiding katholieke theologie, de FKT, de opvang voor daklozen in het straatje er naast, Museum Catharijneconvent, wel niet formeel allemaal onder het aartsbisdom, maar toch in diezelfde sfeer werkend.
Ik vroeg me ook af hoe het zit met koordirigenten en organisten/pianisten. Daarover allemaal niets hier.
 
Ik heb er geen harde cijfers voor, maar naar mijn indruk is het grootste aantal vrijwilligers in kerken actief bij de muziek, bij koren. Gisteren repeteerden we met een 30 zangers van de Janskerk voor Kerstmis. Van 10.00-16.00. Uiterst vermoeiend, maar met verve and enthousiasme. En onze dirigent en pianist/organist worden wél gewoon betaald. Een groot aantal van onze koorleden horen bij  de categorie die Eijk noemt als mensen die 'maar ten dele participeren in het parochiële leven', of in dit geval in het bestaan van de EUG, de Ekumenische Utrechte Gemeente. Het zijn allemaal 'zoekers', of minder dramatisch geformuleerd selectieve gebruikers. Veel ervan komen wekelijks naar de koor-repetitie, zingen op de koor-zondagen, maar gaan verder ook naar andere gebeurtenissen als de zaterdagmiddagmuziek in de Domkerk, gaan regelmatig naar een Bachcantate in de Geertekerk, wel eens naar de Dominicus in Amsterdam, naar toneelstukken, film, lezen boeken, gaan naar lezingen. En slaan nogal wat andere kerkdiensten in de Janskerk over. Een kerkelijk centrum begint te functioneren als een bioscoop of theater: mensen gaan er naar toe als het goed of bijzonder is. Eijk schrijft  op diezelfde bladzijde 3 dat het tot Concilie van Trente duurde tot de wereld verdeeld werd in parochies 'die naadloos op elkaar aansloten, zodat geen enkele katholiek in onzekerheid verkeerde over de vraag waar hij tot de sacramenten kon naderen'. Naar analogie van de burgerlijke gemeente dus. Wel, dat is helemaal verdwenen. Wie bekommert zich nog om volledigheid van doopboeken, van administratie van kerkelijke huwelijken: dat is allang burgerlijk recht geworden!
Het zal nog heel wat creativiteit vergen om van die oude kerken weer vitale centra van bezinning, vermaak, contact, ontmoeting te maken, maar laat het niet alleen wierookruimtes zijn voor een priester en zijn sacrale werk.

donderdag 11 december 2014

Was Jezus dan toch geen (echte) Jood?

In de laatste twee maanden schreef ik geen blog: te druk met het voltooien van het grote boek Catholics in Independent Indonesia, 1945-2010 en vooral met reizen naar Japan en Indonesië, waarover ik schreef in het andere weblog: Relindonesia.blogspot.com. Maar nu toch weer iets op de Nederlandse site.

In de weken op weg naar Kerstmis lezen we in de Janskerk het eerste hoofdstuk van Matteüs, de lijst met de vele namen, voorouders van Jezus. Er zitten nogal wat allochtonen in de serie, die voor enige vervuiling zorgen. Het werd me duidelijk in de preek van Jasje Nottelmans dat naam Moab letterlijk kon worden opgevat als ´Vaderling´ (ab als afkorting van abba, vader) en dat gaat dus over het verhaal dat de dochters van Lot, bij gebrek aan mannen na de verwoesting van de steden Sodom en Gomorro, zich door hun vader zwanger hadden laten maken. Zo zou men Moab kunnen uitleggen als 'vaderlingen', een stam die het resultaat is van incest.
In deze tijd lees ik ook de Indonesische roman van F. Rahardi, Para Calon Presiden. In dit boek uit 2009 wordt de campagne van de presidents-kandidaten beschreven: SBY, Megawati, de Sultan van Yogyakarta, Jusuf Kalla, Prabowo. Tegelijk wordt beschreven dat Jezus terugkeert voor een bezoek aan Indonesië, niet voor het einde der tijden, maar 'om de kandidaten morele steun te geven'. In feite is het boek aan leuke satire op het politieke leven van Indonesië. De auteur noemt Jezus steeds naar christelijke én islamitische terminologie: Jesus Kristus, Nabi Isa Alaihissalam. De bisschoppenconferentie en de raad van kerken vinden het maar raar: een officieel statement van de bisshoppen zegt dat ze nog moeten onderzoeken 'of de persoon die zich uitgeeft voor Jezus wel echt Jezus de Zoon van God is' en dat Jezus vooral ontmoet moet worden in de eucharistie. De Protestantse Raad van Kerken wil Jezus via de Schrift ontmoeten. Maar ook de raad van moslimgeleerden onthoudt zich van een oordeel: deze Jezus doet aan politiek en daar houdt de Raad zich buiten.
Op blz. 279-280 stellen de journalisten enkele algemene vragen: Hoe zijn verhouding was met Maria Magdalena, wie zijn biologische vader was, of hij ooit in Tibet is geweest?  'Ja, wie mijn biologische vader was, dat kunnen jullie het best niet aan mij, maar een mijn moeder Maria vragen. Die weet het best wie mijn biologische vader was. Maar ik ben nooit boos over lastige vragen en  mijn moeder ook niet. Alleen mijn volgelingen kunnen daar wel eens boos over worden. ... Er zijn er die het hebben over een romeinse soldaat, of over een Torah-geleerde. Ik maak me daar niet druk over, want voor de wet is mijn vader Joesoef of Joseph..' Over het feit dat er verhalen zijn die lijken op die van Krisjna en Boeddha: 'Ja, dat is nu eenmaal het risico als je enkele eeuwen na hen geboren bent'.  Heerlijk luchtige maar wel politiek-kritische novelle.

donderdag 16 oktober 2014

Wilna Wierenga Waker (=pastor) in Hillegom

Op zondag 21 september gingen wij naar Hillegom voor de ambtsbevestiging/wijding van Wilna Wierenga als pastor in de Protestantse Kerk. Bij alle sobere aankleding van een omgebouwde katholieke kerk uit de pre-reformatietijd, geen ambtskleding voor de mensen (gelukkig vind ik dat nu: geen verkleedpartij, gewoon jezelf blijven) was het toch een bijzondere dienst. Die handoplegging, de quasi-elektrische kracht die overgaat. Mooi gebaar.

Pastor wordt vaak vertaald als 'herder', maar je mag het ook wel vertalen als waker. Zij moet zorgen dat we bij de tijd blijven, de woorden niet zomaar herhalen, het verbinden met een vraag van nu, want anders is ook die grote tekst van de bijbel geen antwoord meer.
Ze had zelf een heel mooi verhaal dat eerst aan de kinderen werd verteld, daarna in de preek (niet vanaf de hoge preekstoel: Wilna zei mooi dubbelzinnig dat ze 'een beetje hoogtevrees heeft'.) Ze bracht de bijbel van haar opa mee, die in 1900 was geboren, op 53-jarige leeftijd in Zeeland de watersnood meemaakte en daar alles kwijt raakte. Het gezin kon net nog in de bootjes stappen. De oude bijbel werd wel meegenomen. In Groningen kon er met het geld van de verzekering weer opnieuw begonnen worden: je moet altijd de moed hebben opnieuw te beginnen, of het je eigen keuze is, je geroepen voelt, of dat je door omstandigheden wordt gedwongen.
Dat is dus ook het Abraham-verhaal dat de basis was van deze dienst. Ook hij vertrok op latere leeftijd voor een nieuw bestaan. Het lukt me niet om de foto scherp te krijgen: Wilna beweegt nogal, maar de bijbel en de kinderen zijn goed zichtbaar. Mooie tijd daar in Hillegom toegewenst!

zondag 31 augustus 2014

UPF, URI, IARF, WCRP en meer

Afgelopen donderdag 28 augustus, organiseerde de UPF een lezingenmiddag. UPF staat voor Universal Peace Federation en het is een organisatie die gelieerd is aan de Moon-beweging van de enige jaren geleden overleden Koreaans Rev. Moon, vroeger bekend van de Unification Church, van massale geregiseerde huwelijken. Onderwerp van de middag was het christendom in China. Aanvankelijk zou de eerste spreker Bas Plaisier zijn, die immers een vijftal jaren in Hongkong doceerde. Ik zegde toe over Chinese christenen in Indonesië te spreken. Achteraf bleek Jerome Heyndrickx uit Leuven te komen, een 83-jarige nog zeer vurige en geïnformeerde Scheutist die ervoor pleit om de Chinese kerk (en staat) zelf de problemen te laten oplossen over door Rome gestuurde/erkende bisschopswijdingen. Er blijkt tussen het staatssecretariaat in het Vaticaan (soepel) en de profect van de Congregatie voor de geloofleer (harde lijn) geen eenstemmigheid te zijn. De pausen vanaf JP II en B16 hebben voor soepelheid gelpeit maar zij hebben ook niet alles in het Vaticaan te vertellen.

De middag werd georganiseerd in een ruimte van de FKT, Fakulteit Katholieke Theologie, formaal van de universiteit Tilburg, maar gevestigd in lokalen die bij de ingang van het Utrechtse Catharijnenconvent zijn.
UPF had van 9-13 Augsutus een grote  internationale bijeenkomst gehouden in Hilton-Seoul waar alle deelnemers spraken over de noodzaak van samenwerking, harmonie, eendracht en verdraagzaamheid. Afijn, zowel Heyndrickx als ik zelf hadden het meer over conflicten, problemen, uiteenvallende groeperingen.
Maar de deelnemers waren behalve UPF mensen (voorzitter Dhr Beelaerts, secretaris Koevoets, organisator mevr. Verstraete) een Baha'i en enkele christelijke nederlanders die in dialoog zijn geïnteresseerd. Zo Bart van den Broek, vroeger directeuir van de Julianaschool in Ede die van Protestant islamitisch is gewroden. Hij is voor UPF wel eens naar New York geweest.
Van den Broek is ook actief in URI, United Religions Initiative. Dat is begonnen in 1998 toen de UN 50 jaar bestond. Er werd toen gesuggereerd dat er een inter-religieuze dienst zou moeten komen ter dankbaarheid voor en steun voor de UN. Dit werd in San Francisco (of toch in los Angeles?) gedaan door de Episcopalian Bishop WilliamL. Swing. Van een eenmalige viering kwam een wereldwijd netwerk. Als er zeven mensen zijn van drie verschillende religies zijn is er een CC, Cooperation Circle, die activitieten intern en extern onderneemt. De Amerikanen zijn hier vooral actief, maar in Nederland is Ari van Buuren zeer actief (geweest: momenteel zwaar ziek), Bart van den Broek ook.
De heren Beelaerts (rechts) en Koevoets van UPF

De oudste grote interreligieuze organisatie is de IARF, International Association for Religious Freedom, opgericht in 1930 als een verbond van vrijzinnige proetstanten. De grootste is wellicht de WCRP, World Conference on Religion and Peace, tegenwoordig wellicht beter bekend als RfP, Religions for Peace. Begon in de jaren 1960 vooral tegen de koude oorlog (dus net als Pax Christi en Open Doors), in 1970 eerste conferentie in Kyoto, nu hoofdkwartier in New York bij de UN. Zij hadden ook een tijd lang, wellicht nu ook nog, een lobby-kantoor bij de United Nations.
Interreligieuze ontmoetingen zijn niet alleen bijeenkomst met als doel om de mensen van diverse religies bijeen te brengen. Het zijn ook over de grenzen heen, ontmoetingen van mensen die die grenzen al niet meer zo zien en vaak dus ook onderonsjes van vrijzinnigen. Hoe vrijzinnig die Moon-mensen zijn, is me niet helemaal duidelijk, maar deze 30 mensen bij de FKT leken dat zeker wel te zijn.

donderdag 28 augustus 2014

De oudste manuscripten van de Koran

Het zoeken naar de oudste teksten van de bijbel is begonnen in de tijd van de humanisten. Erasmus was een van de eersten die aandacht gaf aan de originele teksten van het Nieuwe Testament. Het echte werk was werk voor de 19e eeuw. Van Nestle heb ik zelf de 16e druk: eerste druk is uit 1906. Na wat papyri uit de 2e tot 6e eeuw is het daar vooral de Codex Sinaiticus en de Codex Vaticanus (ca 330-350) die aan de top staan. En wat betreft de Koran? In een boek van 1977, kort na mijn studententijd, kwam John Wansbrough in zijn geruchtmakende Quranic Studies met de stevige hypothese dat er tot aan 750 allerlei lokale varianten die in een finale redactie bijeengebracht zouden zijn zeker niet vóór het einde van de 2e/8e eeuw, dus ergens in de periode rond het einde van de Umayyadentijd, rond 730. Omdat er van een aantal episodes in de Koran bijna-synoptische varianten zijn (zoals drie versies van de schepping van Adam en het protest van de engelen daartegen), zou deze theorie de parallel-passages in de Koran verklaren.
F. Déroche is al een langleven bezig met de studie van de oudste handscriften van de Koran die hij te pakken kan krijgen en heeft nu een soort overzicht van zijn bevindingen geschreven, waarin hij een onderscheid maakt tussen de vroege Umayyadentijd, vóór 690 dus, en de latere. Uit beide heeft hij handschriften. Kroondocument is bij hem zijn Koran fragmenten uit de Amr moskee in Fustat, (nu bekend als oud-Vairo) die kort voor en na 1800 door Franse geleerden zijn meegenomen. Hoe precies dat vertelt het verhaal niet, maar veel ervan is nu in Parijs, een deel in Sint Petersburg. Het was oorspronkelijk een manuscript van ca 220 vellen op groot A4, waarvan er 98 of ongeveer 45% bekend zijn. Ze zijn van verschillende hand, maar behoren duidelijk tot één tekst. Vanuit Damascus zijn er oude manuscripten bewaard gebleven in Istanbul. Daarnaast zijn er natuurlijk vooral de handschriften die in Sana'a gevonden zijn op de vliering van de zolder van de oude moskee, in de jaren 1960. Er waren toen minder puntjes voor het aangeven van verschillen tussen letters als b,n,t en nog weinig streepjes voor de lange klinkers. Desroche ziet wel een soort ontwikkeling in het schrift van Fustat naar Sana'a: ze stammen uit dezelfde cultuurkring, maar er lijkt een ontwikkeling in te zitten, wat diacritische tekens betreft vooral. De C14 analyses wijzen zelf op een oosrpong van de oudste manuscripten vóór 650. Van de speculaties van Wansbrough blijft dus niet veel over, al wordt hij in dit zeer feitelijke boek maar even vermeld. Het boek gaat vooral over de uiterlijk vorm van de manuscripten, de tekst zelf wordt niet geanalyseerd. Daar zijn de Korancommentaren voor.

vrijdag 22 augustus 2014

De ambiguïteit van Fethullah Gülen?

In 2005 begon de Amerikaan Joshua Hendrick aan een dissertatie-onderzoek over de Gülen-beweging. Hij leerde Turks, was een tijd in Istanbul en werkte zelfs als vrijwilliger op het centrale bureau van de beweging de Akademie, in feite redactiebureau voor het tijdschrift Sizinti (Fontein) dat in vele talen wordt gepubliceerd. Ijverig student, bijna voorbeeldig, want in 2009 was zijn dissertatie gereed. Op de eerste bladzijde staat een citaat van Adam Smith, On the road from the City of Scepticism, I had to pass through the Valley of Ambiguity. Dat is een tamelijk duistere uitspraak die wellicht het beste als volgt is samen te vatten in de terminologie dat 'het doel heiligt de middelen': ofwel dat een daad vaak meerdere motieven of doelstelligen kan hebben, goed en minder goed, en dat het geheel vaak een mengsel is van de twee.
In de dissertatie van 2009 komt ambiguity wel vaker in de tekst voor, maar nog niet in de titel. Dat is het wel geworden in de handelseditie van dit boek: The Ambiguous Politics of Market Islam in Turkey and the World (New York University Press, 2013, 292 blz.).

Op allerlei manieren komt daar het begrip van bewuste ambiguïteit voor. Het flauwst wel in de verschillen die bij het geboortejaar van Gülen worden gegeven: 1938 dan wel 1941. Als je bedenkt hoeveel Indonesiërs niet geboren zijn op 17 Augustus 1945: onafhankelijkheidsdag toch, en de administratie in die dorpjes gaat pas in de jaren 1960 en 1970 werken als iedereen een identiteitsbewijs moet hebben en dan bedenkt men maar een geboortedatum. Maar er is veel meer ambiguïteit: op politiek gebied heeft Gülen te maken gehad met harde seculiere lijnen, waardoor hij in 1971 een half jaar in de gevangenis kwam. Daarna met de softe Turks-Islamitische synthese van Özal van de jaren 1980. En tenslotte met de periode van stevige islamitische partijen van Erbakan en uiteindelijk Erdogan's AK-partij na 2002. Vooral met de laatste zouden debanden heel nauw zijn, tenm,inste volgens de dissertatie van 2009 en het boek van 2013. Helaas, nu zijn er ineens weer allerlei fricties gekomen en spreekt men zelfs van een groot conflict tussen Gülen en Erdogan.
Niet alleen op onpolitiek/politiek (religieuze dan wel politieke beweging, gericht op macht) wordt het begrip ambiguïteit toegepast. Het is hetzelfde bij orthodox/modern: gaat Gülen voor de moderne wetenschap (hij laat immers geen godsdienstonderwijs geven op de scholen; er zijn ook al moskeeën genoeg, dus geen moskeebouw) of is hij toch een traditioneel godgeleerde? Staat hij voor de armen of juist voor een coalitie met de rijken, waarvoor Bank Asya machtig aan het worden is.
Hendrick haalt stevig uit met verhalen over corruptie in de AK partij en dat wordt dan ook alvast maar op de (hele) Gülen-beweging toegepast. Voor sociologen kan godsdienst uitgelegd worden in termen van markt: van een klein initiatief voor wat studenten uit Oost-Turkije, die een internaat-achtige opvang kregen in Izmir, tot een van de meest innovatieve particuliere onderwijsbewegingen in Turkije, ja, dat kun je natuurlijk uitleggen als het benutten van de ruimte voor de private sector en het winnen van marktaandeel. Is dat het juiste taalgebruik? De stichting van private scholen in the ex-communistische 'Turks'-sprekende staten van Centraal Azië en in Albanië kun je ook uitleggen als een beheersen van eennieuwe markt, aangevuld nog met profijt voor de handel, maar wie enkele van die scholen zelf heeft gezien kan er ook heel anders over denken. Dan wordt het een opbouw van een nieuwe goed opgeleide elite die een harmonie tussen orthodox geloof en de moderne wereld aan kan.
Joshua Hendrick was ook de editor voor het eerste themanummer van het nieuwe tijdschrift Sociology of Islam, uitgegeven door Brill sinde 2013. No 3-4 van het eerste jaar is ook aan de Gülen-beweging gewijd. Het is een heel bevarieerd nummer geworden, waar Martien van Bruinessen een aangepaste versie heeft gegeven van zijn rapport aan de Nederlandse regering van 2010. Er wordt inhoudelijk gesproken over spirituele discussies: sohbet, de verwerking van Said Nuris's ideeën in kennisverwerving. Veel aandacht voor het internationale met een mooie bijdrage over Tanzania, toewijding van missionaris-leraren (die zo'n grote inzet wellicht ook niet een heelleven kunnen volhouden). De vraag of Hizmet als beweging van Gülen sympathizanten liberaal is wordt als een slechte vraag gezien. Paus Franciscus is ook niet liberaal volgens west-europese modellen. Er wordt juist op aangedrongen dat is het geseculariseerde Europa soms maar moeilijk de vraag naar het juist functioneren van spirituele bewegingen kan worden gewaardeerd. Die ambiguïteit ligt dus niet aan Gülen, maar aan de westerse onderzoekers zelf.

Bij het schrijven van dit blog viel me iets eigenaardigs op over de strategie van Nederlandse universiteitsbibliotheken. Het boek uit 2013 van Hendrick was begin dit jaar enige tijd beschikbaar en ik heb toen ook belangrijke delen gelezen (waaronder wel erg harde oordelen over Jilll Carroll en Helen Rose Ebaugh, waarin hij niet alleen academische kwaliteit, maar ook persoonlijke integriteit betwijfeld. Maar nu ik voor het schrijven van dit blog een en ander nog eens wilde nakijken, was het boek nog wel op de catalogus van UB Utrecht, maar niet oproepbaar, enkele weken later ook niet meer op de catalogus. Volgens een universiteitsmedewerker bij de balie van de UB komt dat vanwege de strategie van uitgevers: zij bieden digitale probeerpaketten aan. Als er in een jaar tijd door vier verschillende lezers het boek is aangevraagd wordt het aangeschaft. Indien niet, pech gehad, maar dan verdwijnt het boek uit het aanbod. Aldus met Hendrick 2013: volgens Picarta zelfs niet in een grotere bibliotheek van ons land. Zelf kopen dus maar.

donderdag 21 augustus 2014

De bondigheid van een Radioprogramma, een missionaris die een afstandelijker buitenstaander werd

Voor een radio-programma, De kennis van nu, ben ik geïnterviewd, 17 juli 2014, ook die avond uitgezonden op Radio 5. Te horen nogmaals op http://nieuws.hum.uu.nl/2014/07/17/karel-steenbrink-te-gast-bij-de-kennis-van-nu/. In het programma worden emeriti aan het woord gelaten over hun leven in hun vakgebied. De radio-mensen hadden hun voorwerk goed gedaan. Een en ander gelezen, zeker de twee biografische artikelen en pikten er een grote lijn uit. Van geboren in een periode dat het katholicisme nog de enige weg naar hemel en heil was, naar een stevige relativist, die overal wel wat goeds in kan ontdekken, maar niets perfect ziet op deze wereld ziet.
Op zich vond Paule het niet zo bijzonder: de verhalen die je al een aantal keren hebt opgeschreven en nu dus nog weer eens herhaald op de radio. Dat is ook zo, maar zoals het hier in een uur ging, vond ik het zelf toch ook wel goed begeleid van deze mensen.
Overigens: mijn wereldreizen houden niet op. In Oktober gaan we naar Japan. Ik ga er lezingen geven over de algemene ontwikkeling van religie in Indonesië tussen 1945-2014: hoe van een seculier nationalistische sfeer de godsdienst weer helemaal terug kwam na 1965 en nog steeds aan maatschappelijke betekenis wint. Bij wijze van voorbereiding daartoe gingen we onlangs naar het Rapenburg om het stadspaleis van Von Siebold te zien, wat die man van 1823-1830 allemaal heeft verzameld en hoe hij het in de rest van zijn leven heeft beschreven. Prachtig hoe een arts als nevenhobby zo'n brede kennis over het land kan krijgen. In de tuin staan we allebei al een beetje in Japanse outfit.

Nationale rouw: leedvermaak? Sensatie of toch eerlijk medeleven?

Op donderdag 17 juli 2014 werd een vliegtuig van Malaysian Airlines neergeschoten boven Oost-Oekraïne. Bijna 300 passagiers en bemanningsleden kwamen om. Een week later kwamen de eerste stoffelijke resten in kisten naar Nederland. Van Eindhoven gingen zij in een zeer plechtige processie over afgezette wegen naar Hilversum. Onderweg stonden vele duizenden langs de weg en op viaducten. Ik ging op zaterdag 26 juli ook kijken bij de Koningsweg. Het was al de 3e of 4e dag maar er stonden toch enkele honderden. Veel jonge ouders met kinderen tot tien jaar. Al een half uur voor dat de weg werd afgezet stonden ze daar stil. Weinig gepraat onder elkaar, geen ongeduld, enkele bloemen in het hekwerk gestoken.

Het viel op dat in het hele proces nauwelijks kerkdiensten werden gehouden. Naast grote bloemenvelden in Hilversum en op Schiphol was dit ineens een nieuw Nederlands ritueel: de plechtige stoet met veel auto's, veel politie eromheen als nieuwe misdienaars, en vooral stilte. Ja, wat moet je verder met zo'n fatale vergissing, nutteloos geweld.

maandag 28 juli 2014

Bijbelse beelden

In de zomer hebben we simpele diensten in de Janskerk. Geen koor, kortere voorbereiding. Deze zomer is het thema een selectie uit de Psalmen. Jammer dus, dat er maar matig gezongen kan worden want eigenlijk moeten psalmen gezongen worden, niet simpel gelezen en zeker niet te cerebraal bestudeerd.
17 augustus gaan we psalm 104 laten horen en zien. Er is een duitse dissertatie van maar liefst een 450 bladzijden over die 35 verzen. Knap!
Bij gebrek aan muziek nu even wat beelden. Herders Theologischer Kommentar gaf wat beelden uit de Egyptische en Syro-fenicische omgeving.
Dit is een Egyptische afbeelding uit de tijd van Echnaton. Toen de Zonnegod de enige godheid was en de hele schepping, die geiten en soort herten en struisvogels, maar ook allerlei soorten mensen: niet alleen de priesters, maar allerlei volk vereert de grote godheid bij een grote tempel.
Een van de mensen in de voorbereidingsgroep heeft een speciale belangstelling voor Leviathan, de slang die helemaal diep in de zee zwemt waarop dan weer de onderwereld, de gewone en de bovenwereld rust.  Dit is een grenspaal uit Susa, waar dit hele kosmische systeem in zit. Naast de grote Leviathan zien we zelfs de staart van zijn iets hoger zwemmende zusje/broertje, of zelfs partner. Helemaal boven de godenwereld, de laag eronder de mensenwereld, steunend op heel grote pilaren.
 Nog zo'n Leviathan-slang die hier verjaagd wordt uit de wereld van de planten door een krijger. De midden-figuur bewapend hem met een soort kogels, rechts staat een figuur met tamboerijn. Lofzingend. Dit is een rolzegel uit Ninive.



Nog meer water bij de schepen o[p zee van een alabaster-afbeelding uit 705 v. Chr. Houttransport voor de kust van Fenicië. Een daarom geiten in de bergen, die vrij zij van aanvallen van leeuwen en mensen. Beelden bij een prachtige tekst.


Bij de voorbereiding kregen wij versterking van Paulien Rozema uit Utrecht die sinds enige tijd op een heel bijzondere manier aan het schilderen is. Zij heeft een serie van een 70 Leviathans gemaakt, soms lieflijk, soms grappig, soms ook wel eng en dreigend. Allemaal getuigend van grote fantasie en gevoel voor vorm en kleur. We zijn benieuwd naar wat zij met haar Leviathans gaat doen op 17 augustus. Haar Leviathans staan op www.deleviathan.nl. Hier ook al een:



zondag 13 juli 2014

Tabor: hoe de Hussieten eerlijke idealen over kerkvernieuwing vermengden met moderne oorlogsvoering

Dit is een korte impressie van een week in Thuringen, Saksen en Bohemen, eind juni, tot 4 juli 2014, zoals verteld bij het blog over Leipzig.
Na het hotel in Gera kwamen we de laatste drie dagen in het Marriott hotel van Pilzen: mooi modern hotel, op zo'n 200 meter lopen van de grote markt van Pilzen, een klein barok-centrum, met daaromheen moderne wijken. Veel was opgebroken om de stad klaar te maken voor een positie als culturele Europese hoofdsat in 2015.
Wij hebben natuurlijk de markt, centrum en het schitterende bisschoppelijk museum voor religieuze kunst gezien: in een oud Franciscanen klooster, volbehangen en -gezet met barokke heiligen, goed uitgelegd en in mooi gerestaureerde ruimtes heplaatst.
We maakten ook nog eens een trip naar Tabor, het centrum van de militante Hussieten, volgelingen van de in 1415 ter dood veroordeelde en op de brandstapel gestorven Jan Hus. Hus was een kerkvernieuwer in de zin van Engelsman John Wycliff: bijbel in volkstaal, preken op een eenvoudige manier van het volk, geen overdreven religieuze macht aan keizer of koning. Hij haalde het niet. Zijn volgelingen kwamen in politieke strijd tussen lagere edelen en de centrale koning terecht en werden bovendien nog lastig gevallen door visioenen en dromen over het komende einde der tijden. Ziektes, hongersnood, oorlogen als gevolg dus. De lekenkel is hun symbool: geen overdreven verschil tussen leek en clerus.

Boven zit Paule op de grote markt van Pilzen bij de hoge kathedraal. Onder is de ingang van het museum van Tabor met hét Hussietensymbool,  de lekenkelk.




De theoloog vervangen als leider van de beweging door geharde soldaten en uiteindelijk trekt hier de theoloog ook een maliënkolder aan.

Dresden

Terwijl wij Leipzig (zie vorige blog) een levendige, 'burgerlijke' stad vonden, blijft het oude centrum van het protserige Dresden nog steeds koninklijke allure houden. We kwamen op zondagmorgen op tijd om een goede plek te krijgen op de balcons van de opera-kerk, Frauenkirche. Lijkt meer op de scala van Milaan dan op een omgebouwde Gothische kerk, zoals de Thomaskirche.
Het koor was klein: 2 tenoren, 5 bassen, net als wij in de Janskerk van Utrecht. De akoestiek was goed ondanks het formidabele formaat: van de koren uit de Elia van Mendelssohn konden wij zelfs die twee tenoren goed horen: de een veel sterker van de ander. Zo hoort het ook te zijn bij een life uitvoering: dat je het kunt onderscheiden.
De preek was superslap: over de arbeider die zijn loon waard is, zodat ook de kerk betaald moet worden. In de Thomaskirche viel ons al op dat er heel veel over de nodige financiën werd gesproken (toegang was maar €2,00 met €2,00 administratie) en hier dus ook: de Duitse kerk heeft behoefte aan steviger inkomen met teruglopen van de Kirchensteuer.

In Washington heet dit the Mall, zo is er ook een duidelijk koninklijk gebied, dat maar langzaam in de heropbouw gaat. Bij de Frauenkirche schreef iemand dat de architect angstig was voor de rechte lijn: alles moest eigenlijk in rondingen gebeuren (alleen de pilaren wel recht mohoog). Van het oude konklijke slot (nu museum) hebben wij behalve de buitenkant (stenen nog zwart, goud weer helemaal blinkend) alleen de buitenkant gezien. De opera hebben wij ook laten staan. We zijn even op de wandelboulevard, paleis-rond-tuin, het Zwinger gegaan. Daarna naar de katholieke kerk, die in dezelfde tijd gebwoud werd als de protestantse Frauenkirche. De keurvorst August de Sterke (st 1733) werd katholiek om koning van Polen te worden. Zijn vrouw bleef Lutherse: voor haar de Frauenkirche, voor hem de Hofkirche. Die laatste is sinds 1980 de kathedraal van het bisdom.



Helemaal bovenaan hier dus Edwien, Paule en Alice in de regen bij de afdaling van het Zwinger. In het midden de pracht van de buitenkant van de Hofkirche, maar toch nog zwart van de DDR-industrie. Onderaan een Piéta, Moeder Maria treurt om de dood van haar zoon. Hier staat het onderste stuk even niet op: een altaar met vlammen, dus de vreselijke vernietiging van Dresden door Amerikaans-Engelse bommen. Dat komt hier vaak voor in Dresden: dat de oorlog niet alleen de schuld van de Duitsers is, maar in het proces is er door anderen ook 'onnodige?' vernietiging gekomen.

Leipzig

Van vrijdag 27 Juni tot vrijdag 4 juli gingen Paule en Ik, samen met twee oudere zussen, Alice en Edwien, naar Oost-Duitsland en Tsjechië (eigenlijk Thuringen en Bohemen) via een hotel-arrangement van Kras.nl, die ons in goede hotels plaatste in Gera en Pilzen.

Onze zoon Stijn zei bij het bekijken van de foto's, dat 'er wel erg veel kerken bij zaten. Maar dat is te verwachten'.
Op weg naar Leipzig hebben we eerst Naumburg nog aangedaan, omdat Alice zo weg was van de 14e eeuwse beelden, die zo levendig en realistisch zijn alsof je gewone mensen tegenkomt. Met name de vrouwen figuren zijn erg mooi. Hieronder allereerst een afbeelding van een stichtings-echtpaar, van adellijke afkomst dus. Daaronder neen gewoon herders-echtpaar van het bezoek van de herders aan de stal in Bethlehem.

We logeerden in Gera, maar gingen de zaterdag naar Leipzig, voor motetten en een Bach-cantate. Leipzig is een mooie drukke universiteitsstad. Er was extra veel net publiek vanwege een ontmoetingsweekend van de EKD, Evangelische Kirche Deutschland.  Veel standjes voor boeken, gesprekken, zaaltjes met mensen, allemaal wel erg netjes. Geinig vond ik een stand met T-shirts van Maarten Luther (die hier overal standbeelden heeft, daar kan Calvijn jaloers op worden!) en VIVA LA REFORMATION. De Indiase dans van de missionaire organisatie was wel het mooiste dat er te zien was.
Natuurlijk eerst de Nicolaikirche, waar Bach ook dirigeerde en speelde, maar die ook die grote rol heeft vervuld bij het ineenstorten van de DDR: juist door gebedsdiensten voor vrede en de manier waarop een vreedzame omwenteling kwam. Bach staat hier ook, net als op zoveel pleinen.
 Van de universiteit hebben wij weinig gezien. De kolossale universiteitstoren van 141 m hoog staat wat terzijde van de oude binnenstad, net als de opera en het muziektheater (Gewandhaus). Op die hoek staan vijf wat eigenaardige beelden die misschien wel vijf faculteiten voorstellen, maar het kan ook iets heel anders zijn!
Maar wij kwamen uiteindelijk toch (ook) voor de grote Bach. We hadden twee maanden tevoren gereserveerd en konden vanaf een zijbalcon het koor en de solisten redelijk goed zien en zaten zelfs naast de organist.


In Utrecht krijgt het Anne Frank beeldje voor de Janskerk iedere zaterdag bloemen van de bloemenmarkt. De levende aanwezigheid van Johann Sebastian Bach is wel mooi gemarkeerd door de bloemen op zijn graf. Zijn werk  is een blijvende inspiratie van schoonheid, menselijkheid geworden. Universeel aansprekelijk, want ook Japanners, Indonesièrs, ghanezen als Cephas Omenyo vinden dit echt verheffend.

zondag 8 juni 2014

De zoetigheden van de Geest

Vandaag is het Pinksterzondag, en vanaf vroeg in de morgen ging het hier in huis over vurige tongen, spreken in talen en wat dan wel die Geestuitstorting mag betekenen. Een eerste zoektocht op Google verwees naar het boek Henoch, net te laat ontstaan voor het Oude Testament. Het spreekt over de afbraak van de Oude Joodse Tempel en de opbouw van een nieuwe 'met iets als vurige tongen'. Heel veel van wat er in de evangelie-verhalen en verdere boeken gebeurt, gaat over een spoedig drastische verandering in onze wereld, totale afbraak en opbouw van iets nieuws. Het blijkt zo op een afstand van 2000 jaar toch allemaal stroperiger en langzamer te gaan.

Komen we in onze prachtige Janskerk en we krijgen als het ware een mandala van joods-christelijke erfgoed: de Geest is als het water waarin een jong visje zwemt, al weet die niet wat water is, want daarin leef je al sinds Gods Geest over de wateren zweefde en de mensen op het droge zette, maar de vissen in de zee liet.

Mozes in de Brandende Braambos, ook vuur van Gods aanwezigheid. Nieuw leven voor de oude dode botten. Oosterhuis schreef daarover: in zijn lied Naam uit het vuur...
Die schikte onze stukken weer tot een;
blies onbevlekte huid over ons heen
De Naam riep: Mensenkind, sta op je voeten
...
Adem van onbegonnen nieuw begin,
heilige stormwind,
laat niet af, doorvuur ons.
Spreek moed, volharding wijsheid, vrede in.

Dat zijn dus enkele van de 7 gaven van de Heilige Geest!

Bij het lezen van Handelingen 2 volgden wij de vertaling van Harry Pals. In vers 13 geeft de nieuwe bijbelvertaling: Ze zullen wel dronken zijn, die mannen die in allerlei talen staan te brallen. Harry vertaalde dit onschuldig met 'zoetigheden' maar dit verklaart niet waarom de omstanders er zo verbijsterd over waren.

Ging ik op zoek naar het woord gleukos en dat blijkt inderdaad most, jonge, nieuwe wijn te betekenen. Bubbels dus. Kwam ik in Kittel (het grote woordenboek voor Evangelie-Grieks) die gleukos niet tegen, maar wel de glossolalie: blijkt dat helemaal niet joods, maar een uitbundig Grieks fenomeen te zijn. Er zijn verwijzingen naar de extase bij de Dionysius-vieringen, de god van de wijn. Werd toch mijn achterdocht tegen de al-te-joodse verklaring van heel het Geest-gebeuren van vandaag nog weer wat versterkt. Waarvan acte. Maar ja, Kittel wordt ook wel beschuldigd van anti-semitisme. Zit dat dan ook in het 'weglaten' van de joodse verklaringen voor de tongen? Of is hier iets te horen van de voorkeur voor een plaatsing van de Jezus-overlevering binnen het Hellenisme, zoals Henk-Jan de Jonge doet, tegenover mensen die de Joodse tradities overal in willen zien?


Alles bijeen hebben we heerlijk gezongen, mooie muziek, al was het wel een soort totaaloverzicht van bijbelse beelden; levendige preek, alle stoelen in de kerk bezet, dus een begeesterde viering. Blijven bij mij wel vragen over bij zo'n groots reservoir aan bijbelse woorden die in het gewone taalgebruik bijna niet toepasbaar blijken te zijn. Veel zoetigheden dus, maar ze houden ons niet zoet en rustig.

Wat weinig aandacht kreeg was wat er in het huis zelf gebeurde: de stormwind die in het huis plaats vond, maar kennelijk toch ook een geluid gaf waar anderen op af kwamen.  Ook in 10:44-46 komt de Geest over de mensen bij de bekering van Cornelius in een huis en beginnen ze klanktaal, zoals NBV het lalein glossais vertaalt.
Ik heb er het moeizame boek van Piet Schoonenberg De Geest, het Woord en de Zoon nog eens op nagelezen. Hij schrijft voorzichtig, want de Inquisitie leest mee! Er is bij Johannes een Logos-theologie, waarbij de eeuwige Logos afdaalt in de duisternis. Bij Lukas is er een Geest-overdracht, al bij de aankondiging van de geboorte blijkt de baby van de Geest overschaduwd te zijn. Als Jezus dan opgroeit beheerst de Geest hem meer en meer, voert hem naar de woestijn. Bij de doop in de Jordaan daalt die Geest op Jezus af. Daarna keert Jezus 'in de kracht van de Geest terug naar Galilea'. Zo gaat het door: Schoonenberg heeft een voorkeur voor de Geest-gedachte omdat die meer een groei in Jezus kan verklaren, terwijlde logos zo plomp helemaal klaar afdaalt.
Blijven we toch zitten met zo'n groot arsenaal aan bijbelse beelden en woorden, waar het moeizaam mee werken is in de gewone wereld, van ontbijt tot de bubbels.

Pelgrims en geleerden in/naar de Moslim-wereld rond 1600.

Afgelopen week las ik een verzamelboek met 4 reizen naar het Midden-Oosten, kort voor of na 1600, bijeengebracht in een boek uit 1651, Dordrecht.

Het best geschreven was het verhaal van Joris van der Does, zoon van de beroemde humanist, stichter van de Leidse Universiteitsbibliotheek (Doesa-zaal!), Janus van der Does. Hij was van 1596-8 in Konstantinopel, waar hij de Griekse oudheden, maar vooral de Grieks-orthodoxe kerken en kloosters bezoekt. Maar hij beschrijft ook de moslims. Hieronder een klein citaat en afbeelding:

Toen ik te Constantinopel kwam was het vastentijd bij haar. De opzieners van de tempels gaan op hoge torens staan, roepende het volk met een luide stem vijfmaal daags vijfmaal daags tezamen en hangen fakkels of lichten aan de kerken. Den gehelen nacht brengt men dan door met kostelijke maaltijden te houden. Als de vastendagen uit zijn wordt het Paasfeest met grote gereedschap en bravaden gevierd. De jongelingen en mannen rechten verscheiden spelen aan tot tijd-kortinge. Wij zagen op dien tijd een monnik, die niet omgord gelijk de onze, maar geringd was. Daar is ook een muphti, die bij haar ’t zelve gezag heeft, dat den Paus bij de Christenen. De Bassaens [= pasja’s] [23] zijn de oversten van het rijk en staan alleen onder de Keizer. Zij houden voor vast dat een vrouw van een man niet kan aangezien worden zonder begeerte tot haar, en dienvolgende ook niet zonder zonde. Hierom werden zij zo scherp thuis bewaard, dat zij zelfs uit geen venster op straat mogen zien. En die de straat betreden houden zij voor hoeren, alhoewel zij zo bedekt gaan dat men haar aangezicht geenszins kan bekennen. Het zoude een Christen zijn leven kosten, zoo hij met een Turkse vrouw spraak hield, of ten minste zoude hij de dood met groot geld moeten afkopen.  

 Een tweede was  het verhaal van een zekere Adriaen de Vlaming uit Dordrecht die met zijn vrouw de bedevaart maakte naar Jeruzalem. Weinig spectaculair.
De 3e afdeling was een vertaald reisverslag van een gezant van de Portugese koning Emanuel IV. Er komt ook een reis in voor naar Perziè, Armeniè en andere exotische landen. Dat alles nar een bezoek aan Jeruzalem. Na terugkeer in Jeruzalem zien zij (na betaling van een aardige som geld):

Ze komen weer terug in Jeruzalem, waar ze horen dat er nog iemand in leven is, die al leefde ten tijde van Jezus, ze krijgen van de Soedaen een consent dat ze die man mogen gaan zien. Het koste wel 20 dukaten om die toestemming te krijgen. Veel ijzeren deuren werden open gemaakt. 

De man blijkt naakt te zijn, alleen bedekt door haar. Hij zegt niets, vraagt alleen af en toe 'of die man met dat kruis nog een keertje langskomt'.  Raar verhaal, zoals er hier zoveel in staan.
In hetzelfde boek als 4e de vertaling van de autobiografie van Nicolaas Clenard (= Cleynaerts, 1495-1542) die bekend was als schrijver van een handige methode om Grieks te leren, maar van de universiteit van Leuven naar Salamanca, naar Portugal, uiteindelijk naar Granada reisde, vooral om Hebreeuws en Arabisch te leren. Hij kocht in Granada een geleerde slaaf, gevangen gemaakt: die leerde hem arabisch. Hij reisde ook naar Fez, op zoeken naar handschriften, had problemen maar kon weer terug komen in Spanje, waar hij toch nog op (te) jonge leeftijd stierf. Hij had een boek over de islam willen schrijven, vooral om de (ex-)moslims in Spanje te gaan bekeren, maar wie weet toch vooral uit verlangen naar kennis.
Boeiende figuur en dat is dus allemaal voorlopig orienterend werk voor dat spannende CMR-project, waardoor je heel andere werken gaat lezen.

Het boek zelf heet volledig: (afkomstig uit de Rijssenburg-bibltioheek)


Dordrecht 1651 voor Vinçent Caeymacx