zaterdag 1 december 2012

Henri Nouwen in de vernauwde blik van Antoine Bodar

Gisteren, zaterdag 1 december 2012, was er alweer de 14e Henri Nouwenviering in de Janskerk van Utrecht. Afgeladen vol, wellicht ook omdat Antoine Bodar de spreker was. Vorig jaar was ik ook bij die lezing (want het Janskoor zingt er Taizé-liederen, een romantische kerst-Mendelssohn en een felle Oosterhuis: Jij die voor alle namen wijkt..). Vorig jaar stond het leven met en werken voor gehandicapten centraal: God ontmoeten in het zwakke, via de Arche-communiteit van Gouda. Dat is een gemeenschap waar de onrustige Henri Nouwen de laatste tien jaar van zijn leven ook woonde (1932-1996, priester van Aartsbisdom Utrecht, psychologie in Nijmegen, werken in Latijns Amerika, dan rust in een kleine semi-monastieke gemeenschap bij Toronto).




Bodar gaf als titel aan zijn lezing: Ontbering van het heilige.  Hij ging stevig te keer tegen de verloedering van de katholieke kerk in Nederland, de term beeldenstorm kwam enkele keren langs. Hij stond stil bij het recente boek van Jos Palm over zijn ouders, die juist in de vernieuwing en 'aanpassing aan de moderne tijd'van de jaren 1960 het spoor bijster raakten en uiteindelijk bij pater Kotte van de naast de Janskerk gelegen Willibrordus uitkwamen, terwijl hun kinderen Marx verheerlijkten en de kerk de rug toekeerden. Rudolf Otto werd geciteerd, Das Heilige over hoe wij het gevoel voor het numineuze verloren.
Als enig recept had Bodar de terugkeer. Niet in de zin van het Eindelijk thuis  van Nouwen, waarin een Godzoeker indringend wordt weergegeven, maar terugkeer naar de kerk, het gebouw en de gemeenschap/organisatie. Even vergat Bodard dat de protestant Jurjen Beumer notabene deze bijeenkomst in een protestante kerk had georganiseerd!
Ook het sociale aspect, de toewending tot een concrete medemens, kwam er bij Bodar niet bij.



Uitvoerig besprak Bodars zijn lezing van het boek van Maarten van den Bos, Verlangen naar vernieuwing. Nederlands katholicisme 1953-2003. Daarin wordt beschreven hoe de Nederlandse bisschoppen al in de jaren 1950 voelden hoe het de verkeerde kant uitging. Ze probeerden het in 1954 nog met repressie, het Mandement met een banvloek op mensen die PVDA gingen stemmen of samenwerking met protestanten wilden. In de jaren 1960 gingen zijn nog wel een andere kant op en gaven zij de verdediging van de verzuiling op, maar er kwam geen echt diep actief geestelijk leven en het was het begin van een grote verwarring. Die proberen ze nu weer met nog sterker repressie te keren: alleen een kerk met een duidelijk (orthodox) profiel zal nog mensen trekken, denken ze nu. Dat werkt dus al evenmin als in 1954.


Henri Nouwen was absoluut niet de tegenstander van de vernieuwing uit de jaren 1960, de kampioen van de oude kerk zoals Bodar die voorstelde. Ook hij was niet thuis in de triomferende grote organisatie van de kerk, maar heeft voor zich zelf en zijn kleine gemeenschap een prachtige niche gevonden met een evangelische spiritualiteit. 39 boeken in 30 talen vertaald en alles ook nog in een 50-meter archief in Toronto. En nog ieder jaar een lezing in een mooie sobere ruimte.