maandag 3 oktober 2016

Gülen, gezien in wereldperspectief

Ik heb wel eens een HOVO-cursus gegeven over 7 moslimculturen: drie oude (Arabisch, Perzisch, Turks), drie latere (Zuid India, Indonesië, Afrika onder de Sahara) en tenslotte Islam in het Westen.
Als we een beeld willen hebben van Gülen-beweging moeten we vergelijken. Meten is weten, door vergelijking dus.
Alle Moslimbewegingen in de 20e eeuw ontstaan, zijn het gevolg van een minderwaardigheidscomplex (Wertheim), of van een gevoel dat het met de moslims verkeerd is gegaan (Bernard Lewis: What Went Wrong?). Dé remedie is dan een terugkeer naar vroegere glorie. Een stap terug om weer groot te zijn. De Moslimbroeders zijn de grootste beweging van de Arabische wereld, maar vormen een organisatorisch plan van een salafistische beweging. In de wereld van India-Pakistan is de Jamaat-i-Islami van Maududi de grootste. Allebei willen ze terug naar het gezag van Koran en Hadith, dus vooral het gezag van de traditionele ulama.
In de Perzische wereld is er de revolutie van de Ayatollahs, van wie sommige vooruitstrevend waren (Tabataba'i) en sommige geleerden als Ali Shariati waren echte vernieuwers, maar in feite is de islam er tot de oude roots, dus de ulama, teruggekeerd.
In Indonesië zien we een mix van oud en nieuw. Er zijn twee zeer grote bewegingen: Muhammadiyah die een mix van salafisme en modernisme propageert en geen strakke keuze maakt. Nahdlatul Ulama die ook laveert tussen hernieuwde aandacht voor de ouderwets gevormde ulama en moderne gedachten in politieke en sociaal leven.

Over belangrijke bewegingen in dus-sahara Afrika weet ik weinig.
Als we wereldwijd deze bewegingen bekijken dan is de grote beweging die zijn inspiratie vind in Fethullah Gülen de enige die niet dom teruggrijpt naar een glorierijk verleden, de zijne. Er is geen concentratie op studie van Koran en hadith (wél bij de grote meester zelf, maar hij eist niet van zijn volgelingen dat zij theologie of religie studeren, biologie, medische wetenschap en natuurwetenschap is beter!). Godsdienst hoeft niet het hele leven te domineren. Het inspireert maar geeft niet de feitelijke oplossing van maatschappelijke problemen. Ook Gülen vertrekt vanuit een analyse van de moslims in Turkije en in de wereld als minderwaardig in aanzien en invloed, maar zoekt niet een terugkeer tot Koran en Hadith waarin alle oplossingen te vinden zijn, maar in een oproep om op seculier gebied juist ook eens goed te gaan presteren.