vrijdag 21 juli 2017

De 'bekering' van Constantijn volgens Wim Jurg

Wim Jurg heeft al enkele boeken geschreven over de laat-antieke periode, 300-650, toen uit/na de Grieks-Romeinse cultuur het christendom en de islam de mediterrane wereld gingen domineren.
Nu is er een inzoemen op Constantijn gekomen. Boeiend boek in de vorm van een fictiee autobiografie gedicteerd aan een slimme slaaf Septimus.
Er zijn drie passages waarin Constantijn met religie te doen heeft. Allereerst zijn er een samenhangende droom en een visioen: allereerst de zonnegod Apollo (op de cover van het boek: of wat dat eigenlijk een kolossaal beeld van Nero, bedoeld voor naast het Colosseum?).  Een tweede visioen brengt hem bij christen vervolger Diocletianus pratend met Jezus op een wolk. De keizer zegt dat hij een zoon van Jupiter, dus ook Gods zoon is, maar Jezus verwijt hem dat het een politieke trucage is (36-7; ook 87-9).  Tot zover.
Over de tekens en de strijd bij de Milvische brug wordt nogal vaag en onzeker geschreven: het speelt in ieder geval niet de beslissende rol ('In dit teken zul je overwinnen',  in hoc signo vinces) van de latere verhalen.
113-4 is een curieuze beschrijving van het conflict over (tijdelijk) afvalligen onder de vervolgingen in Noord Africa. Constantijn gaf geld aan de kerkleiders maar nu was er een delegatie die vertelde dat hij het geld aan een foute bisschop had gegeven: iemand die gewijd was door iemand die zelf fout was geweest. Constantijn wil zich er niet in mengen. 'Ik bemiddelde ook wel eens tussen ruziënde priesters van andere godsdiensten, als augustus was ik tenslotte de hogepriester van alle godsdiensten, maar dit was nieuw.' (ook 128). Er was in Arles een soort synode over deze kwestie, waar ook Constantijn bij was.


Twee fantasieën van historici: boven het Nero-beeld bij het Colosseum; onder Constantijn in zijn basilica, het zittende beeld, 12 m. hoog.
 165-168 gaat over het concilie van Nicea: Constantijn snaot niet zoveel van het hoogoplopende conflict in Alexandrië. Zijn religieuze adviseur Ossius (uit Cordoba) zegt hem: in het westen hebben we niet van dit soort conflicten. Volgens Constantijn ging het over een 'onbetekenende kleinigheid' 'ik  kan het nog steeds niet uitleggen', maar het liep hoog op. 'Of Christus altijd had bestaan of door zijn godelijke vader was geschapen voor de tijd begon': volgensOssius was de christelijke bijbel nogal vaag her en der. De bisschop van de hoofdstad Nicomedia was voor Arius en dus werd het neutrale Nicea gekozen als plaats. 168: 'Na overleg met Ossius had ik besloten om het concilie de vorm van een senaatsvergadering in Rome te geven, ik zou zelf vanaf een lage troon naar de discussie luisteren en af en toe zelf het woord nemen.' (168). Het concilie duurde een maand, veel te lang voor C.
Lactantius en Eusebius van Caesarea worden heftig gekritiseerd als de twee die een overdreven gekerstende biografie van Constantijn schreven. Ik kan niet beoordelen in hoeverre dit allemaal beter is, maar het geeft wel een aardig beeld van religieuze ontwikkelingen op enige afstand bekeken door de politiek. Hoe dit in de laat-antieke ontwikkeling uitliep op veel schisma's en splitsingen en uiteindelijk tot de wereld van de islam, is weer een ander verhaal.
Dit is dus een keizer, die het christendom een best alternatief voor de vroegere religie vond, liefst dus ernaast, maar in ieder geval niet te bezitterig. Ietwat cynisch of realistisch? We kunnen niet in al die zielen kijken.