woensdag 10 oktober 2012

Over de dood heen: de Hoop van Anton Houtepen


Onlangs kwam de grafsteen voor Anton Houtepen gereed: een open steen, mooi zwart marmer met overlangs een opening van bovenaf en in het midden een grote opening met daarin een glas-in-lood kunstwerk met het embleem van de wereldraad van kerken, de Oikoumene, bootje op zee met het kruis als zeil, voor richting en vaart.
De tekst is eenvoudig gebleven: alleen Anton Houtepen,  1 April 1940, 11 December 2010 en dan die krachtige laatste zin van het Te Deum ...  In te Domine speravi, non confundar in aeternum: Op U, Heer, heb ik mijn hoop gesteld. Ik zal in eeuwigheid niet teleurgesteld worden.  Het is ook het begin van Psalm 30 en slot van Psalm 70. De Nieuwe Vertaling zegt: Bij u Heer, schuil ik, maak mij nooit te schande. Het lukte aanvankelijk niet om een foto van de steen te maken waar ik niet zelf op stond, ik sta hier dus over Antons graf gebogen, gebroken waren wij toen. De sneeuw van die begrafenisdag denken wij er vanzelf bij.


Op deze dag kwam ook de eerste collega, meer nog extraverte theoloog, Hans Küng weer in het nieuws. Küng, de oudere, schreef zijn dissertatie over iets anders, de leer van Karl Barth en een hele school Protestanten voor hem, over Rechtfertigung. In 1970  publiceerde hij ook een boek over de Pauselijke Onfeilbaarheid. Hij vindt het onterecht, een fout, een misser, eigenlijk flauwekul en aanmatiging die plechtige afkondiging van onfeilbaarheid, terwijl de Paus altijd al zo vaak fouten had gemaakt, en nu juist al zijn politieke macht was kwijt geraakt in 1870 vanwege vreselijke politieke blunders en het niet volgen van de tijdgeest.
Anton promoveerde in 1973 ook op een dissertatie over de Onfeilbaarheid. Hij is er mild: je moet het juist interpreteren, die onfeilbaarheid stelt niet zoveel voor, is beperkt naar inhoud en vorm. Geldt eigenlijk alleen als de kerk, gelovigen en bisschoppen de richting kwijt zijn en dan kan de Paus praktisch een tijdelijke oplossing geven, die we dan maar beter voorlopig moeten volgen. Ja, zo was Anton, eigenlijk altijd positief over de mogelijkheden voor vernieuwing, bekering en eenheid van zijn geliefde kerk. Hij heeft in zijn dissertatie Küng ook niet stevig aangevallen of gecorrigeerd.

Küng was vandaag keihard: B 16 moet afgezet worden vanwege Poetinisme: als Poetin heeft het hoofd van de geheime dienst in de kerk de macht kunnen grijpen en oefent die op een onverantwoorde manier uit, zonder ook voor de verlangens en interesse van de gelovigen. Die Vaticaankliek, daarbinnen moet hij het hoofd boven water houden, zijn Bertone beschermen en afzien van gezichtsverlies. Zo'n paus moeten we niet, die moeten we bestrijden en zelfs afzetten. Wat zou Anton daar in het openbaar over gezegd hebben? Hij was voor verzoening, ook intern in zijn eigen kerk, hield niet van polarisering en zag daar weinig voordeel in.


We kwamen nog langs het graf van Kardinaal Alfrink en vlak daarbij Pater Kotte, die als spreuk had: ab aeterno requisivi Dominum, Altijd heb ik de Heer gezocht. Je had bij Winand Kotte wel het idee dat hij vast overtuigd was dat hij God al gevonden had, maar ja.

En Anton hier in die grond van de Barbara begraafplaats, wachtend, hopend op een eeuwig feestmaal? Zal dat voor kerk en wereld, voor jou, Eelkje, Wibo, Arjan en al die je nabij waren komen? Die radikale Küng komt ook niet verder dan Weldethos van iedereen aardig voor elkaar, hier dan en daar moeten wij het even mee doen!