zondag 14 december 2014

Als Kardinaal Eijk 2028 nog haalt...

Met ondertekening op 23 November 2014 heeft Kardinaal Wim Eijk van Utrecht een beleidsvisie gepubliceerd Het geloof in Christus vieren en verbreiden. Te downloaden via  http://aartsbisdom.nl/Nieuws/Pages/Schrijven-kardinaal-Eijk-Het-geloof-in-Christus-vieren-en-verbreiden.aspx.
Het is een verbijstered stuk van 9 bladzijden.In de inleiding schrijft de in 1953 geboren Willem Eijk dat hij in 2028 jn ontslag hoopt in te dienen. De 326 parochies heeft hij al teruggebracht tot 48 en tegen 2028 zullen er dat nog een 20-25 zijn, of nog minder. De parochie is geconcentreerd op de eucharistie en daarvoor is de priester als kernfiguur nodig. Innovatief pastoraat vinden we  bij de diocesane werkgroep bedevaarten, bij de wereldjongerendagen, de Tarcisiusdag voor misdienaars. Er zijn de laatste twee jaar binnengekomen: de Shalom-gemeenschap uit Brazilië en de Misioneros de Cristo Maestro uit Columbia.
Allemaal hoog wierookgehalte dus.
Er wordt veel naar de financiën gekeken in dit 'realistisch toekomstperspectief'.  Alleen onbetaalde diakens kunnen nog gewijd worden. Alleen de priesters ontvangen dan nog inkomen op basis van hun pastorale arbeid. Ik dacht aan de omgeving van de katedraal: de koorschool, de Fontys Hogenschool met HBO opleiding katholieke theologie, de FKT, de opvang voor daklozen in het straatje er naast, Museum Catharijneconvent, wel niet formeel allemaal onder het aartsbisdom, maar toch in diezelfde sfeer werkend.
Ik vroeg me ook af hoe het zit met koordirigenten en organisten/pianisten. Daarover allemaal niets hier.
 
Ik heb er geen harde cijfers voor, maar naar mijn indruk is het grootste aantal vrijwilligers in kerken actief bij de muziek, bij koren. Gisteren repeteerden we met een 30 zangers van de Janskerk voor Kerstmis. Van 10.00-16.00. Uiterst vermoeiend, maar met verve and enthousiasme. En onze dirigent en pianist/organist worden wél gewoon betaald. Een groot aantal van onze koorleden horen bij  de categorie die Eijk noemt als mensen die 'maar ten dele participeren in het parochiële leven', of in dit geval in het bestaan van de EUG, de Ekumenische Utrechte Gemeente. Het zijn allemaal 'zoekers', of minder dramatisch geformuleerd selectieve gebruikers. Veel ervan komen wekelijks naar de koor-repetitie, zingen op de koor-zondagen, maar gaan verder ook naar andere gebeurtenissen als de zaterdagmiddagmuziek in de Domkerk, gaan regelmatig naar een Bachcantate in de Geertekerk, wel eens naar de Dominicus in Amsterdam, naar toneelstukken, film, lezen boeken, gaan naar lezingen. En slaan nogal wat andere kerkdiensten in de Janskerk over. Een kerkelijk centrum begint te functioneren als een bioscoop of theater: mensen gaan er naar toe als het goed of bijzonder is. Eijk schrijft  op diezelfde bladzijde 3 dat het tot Concilie van Trente duurde tot de wereld verdeeld werd in parochies 'die naadloos op elkaar aansloten, zodat geen enkele katholiek in onzekerheid verkeerde over de vraag waar hij tot de sacramenten kon naderen'. Naar analogie van de burgerlijke gemeente dus. Wel, dat is helemaal verdwenen. Wie bekommert zich nog om volledigheid van doopboeken, van administratie van kerkelijke huwelijken: dat is allang burgerlijk recht geworden!
Het zal nog heel wat creativiteit vergen om van die oude kerken weer vitale centra van bezinning, vermaak, contact, ontmoeting te maken, maar laat het niet alleen wierookruimtes zijn voor een priester en zijn sacrale werk.