maandag 30 september 2013

Waarom gaat het de moslims zo slecht? Al 200 jaar!

In 1930 publiceerde de Libanees/Druzen Emir Shakib Arslan een boek met de uitdagende titel: Waarom zijn de moslims achter geraakt en gaan anderen vooruit? Ik schreef er een artikeltje over in Wereld en Zending 1999/3. Het is een groot Klaaglied, in het Engels vertaald als Our decline: its causes and its remedies. De moslims zijn deze wereld vergeten, doen teveel aan mystiek, denken alleen aan het hiernamaals. Of aan zichzelf. En zijn onder elkaar verdeeld. Juist westerlingen als Ernest Renan hadden waardering voor de moslims, maar zij zelf: toen Tripoli werd aangevallen door de Italianen kwam er vrijwel geen steun, een armzalige 150.000 Britse Ponden. Hun geld geven ze graag uit aan luxe zaken die ze in Londen en Parijs kopen. Dat schreef Arslan vanuit ballingschap in Zwitserland, zelf toch niet zo echt arm.
Aan echte antwoorden kon Arslan weinig bieden. De moslims zijn in de achteruitgang omdat zij hun oorsprong niet hebben vastgehouden. De islam biedt juist de oplossing voor allerlei actuele zaken. De christenen, ja, die hebben eigenlijk alleen een leer voor het andere leven, maar die hebben zich (ook) van hun geloof  losgemaakt en bij hen pakt het goed uit, want ze onderdrukken de moslims en buiten die landen uit. Het boek werd notabene geschreven als antwoord op een vraag aan het tijdschat Al Manar van Rashid Rida, opgesteld door een moslim uit Sambas, West-Kalimantan. In de vraag citeerde hij Koran 63:8: 'Van God is de macht en van zijn gezant en de gelovigen..'  Waarom klopt dat Koranvers nu niet meer?

Onlangs las ik een nieuwere versie van het klachten-genre. De Egyptische Duitser Hamed Abdel-Samad schreef een boek De ondergang van de islamitische wereld. Een prognose, (Amsterdam, Contact 2011, 222 blz.) waarin hij op een  brede manier in een 15tal hoofdstukken over dit thema illustraties geeft. Zijn uitgangspunt is niet Shakib Arslan, maar Sprenger die na de 1e wereldoorlog in groot-Duitse stijl de Ondergang van het Avondland beschrijft. Dat juist op het moment dat het hoogtepunt van westers imperialisme nog moest komen!
Indonesië, Turkije en Maleisië zijn enigszins uitzonderingen (als het over democratie gaat), maar verder deugt er weinig in de landen die in meerderheid door moslims bewoond worden.
De utopie van een religieuze staat vindt je bij sji'ieten en bij salafisten, maar al die utopieën draaien op niets uit. Aardig zijn hier ook de passages over de yuppen-enclave Christiania in Kopenhagen, waar theoretisch geen privé bezit is, maar die utopie van de jaren 1970-80 is ook niet uitgekomen. (Samad heeft een Deens-Egyptische vrouw, in ieder geval is ze half-Deens, zie blz. 125-9). De inter-religieuze dialoog stelt niets voor: "Het initiatief gaat altijd van het Westen uit. Dan ontmoeten de geestelijken elkaar in ruimten met airconditioning en praten ze over de gemeenschappelijke erfenis van Abraham en zingen ze lofliederen op 'Natahn de Wijze'. De werkelijke problemen worden nauwelijks aangeroerd en zo keert iedereen in zijn eigen hoek terug." (154)
Ook van vernieuwende denkers hoef je weinig hoop te verwachten. Tariq Ramadan wil wel niet terugkeren naar de letter van de sharia, maar zeker toch naar de bedoelingen, de maqasid. 'Ik zie het verhaal van Ramadan echter eerder als onderdeel van de problematiek dan als onderdeel van de oplossing.'(174)
Ook Fethullah Gülen biedt weinig soelaas: hij 'zou al vele miljoenen aanhangers hebben in Turkije, Noord-Amerika, Europa en de islamitische staten van de voormalige Sovjet-Unie. Wereldwijd zouden er ruim duizend scholen van deze beweging bestaan. De islamcritica Necla Kelek verwijt de grondlegger een 'dogmatische en reactionaire denkwijze' en vermoedt dat hij politieke ambities heeft.' (174) Zonder diepgaande kennis van zaken wordt dus ook Gülen afgeserveerd.
De Nederlandse uitgave heeft de ondertitel prognose: deze zoon van een Egyptische imam, die in zijn jeugd de Koran van buiten leerde en op zijn 23e naar Duitsland kwam, kan ons weinig meer bieden dan een goed en vlot geschreven, maar verder erg somber perspectief op de toekomst van 'de' islam.