maandag 25 april 2016

Rome: martelaren en andere helden

Van 2-9 April 2016 waren Paule en ik in Rome. Dit is het 5e van een serie reisimpressies. Met een keuze uit de 550 foto's die ik in een week heb gemaakt.
Een van de meest bizarre kerken die wij zagen was die van Santo Stefano Rotondo. Niet zo groot als het Pantheon, maar toch een vrij grote kerk in een pure rotonde, grote koepel, gelegen aan een zeer rustige parkje vlakbij de grote gebouw van de termen van Caracalla (waar aan de andere kant weer het Circus Massimo ligt, dus tegen een grote open ruïne vlakte aan).
Aan dit idyllische plein ligt dus een soort horrorkerk, waar misschien met de beste bedoelingen heel wat wreedheid en sadisme te zien. De ene na de andere vreselijke marteling.


Ledematen worden afgehakt, mensen doorpriemd, lijken gewassen. Alsof het niet op kan! In deze tijd waarin vooral de martelaren in de islamitische wereld bij honderden worden geproduceerd, is het wat vreemd om dit allemaal zo aan te zien. En de grote gebouwen uit die tijden van Diocletianus en andere vervolgers staan er ook nog altijd. (Martelingen: bovenste en middelste foto van de Stefano Rotondo, de onderste van de Santa Pudenziana).
In het Capitolijnse museum, modern ingericht dus veel ruimte om de voorwerpen heen, stond deze Hercules, als cultureel icoon voor stoere mannelijkheid ook heel prominent. maar er staan er vele tientallen, zo niet honderdtallen van in de stad Rome.
Constantijn komt niet alleen voor in de prachtige serie fresco's van de Quattro Coronati, waarover ik al schreef op het eerste Rome-blog. Dit is in het baptisterium van de Sint Jan van lateranen, in de kerk dus die hij zelf voor de nu gelegaliseerde christenen heeft laten bouwen.
Het meeste prominente echt moderne gebouw in de grote stad is het Stazione Termini, begonnen nder Mussolini, en na de WO II voltooid. Daarvoor staat dit prachtoge beeld van de kleine johannes Paulus II, maar groot uitgevoerd zoals de Romeinen dat met grandeur en pompa kunnen doen.
Deze eigenaardige trap, achter in de kerk van Santi Bonifacio e Alessio, is gewijd aan een bijzonder soort heilige. Jongeman ontvlucht ouderlijk huis en huwelijk, gaat op pelgrimstocht, komt jaren later terug en wordt bediende in zijn eigen (ouderlijk) huis. De martelaar van nederigheid, nog met een vleugje anti-huwelijk uit die tijden toen Manicheïsme ook in was en maagden zeer geëerd. Hoe die Alessio dan toch martelaar was, was ons niet duidelijk. Het thema van de huis-ontvluchtende-teruggekeerde zoon-dienstknecht is er ook in de Santa Pudenziana. Zo'n mooi mozaïek-kerk, waar de latere baldakijnen net als in de Prassede de oudste kunst bijna onzichtbaar hebben gemaakt.
Dit is een modern schilderij in de Santa Maria in Cosmedin. Die kerk (vlak bij het Circus Massimo) is vooral bekend door de hand die je in een grote kop van een reus moet steken (in het voorportaal) om te bewijzen dat je niet liegt (over huwelijkstrouw!). De kerk is nu in gebruik door Syrische vluchtelingen, Melkieten, dus met Rome geünieerde Arabisch aanhangers van de besluiten van Nicea. Dit schilderij Fiat Lux is gemaakt door een Italiaanse Amelia Duranti, om de recente christelijke martaleren in Syrië te eren.

Rome: Decadent of triomf van het humanisme?

In mijn studententijd bespraken wij het boek van Enno van Gelder, The two Reformations of the Sixteenthe Century (1961). De Lutherse en Calvinistische was meer gericht op een nieuwe interpretatie van de Bijbel. De Romeins-katholieke betrok heel sterk de herleving van de griekse en romeinse oudheid erbij.
Dat is wel heel goed zichtbaar in de mengeling van Maria en Pallas Athene, Petrus en Paulus, David ook, naast goden en helden als Neptunus, Hercules, Apollo, Orpheus. Soms dicht bijeen.
De hang naar het exotische, triomf-gevoelens dat 'wij' dat allemaal naar Rome konden brengen, zichtbaar bij de talrijke obelisken in de stad. Op het Sint Pietersplein een van de grootste:

Het onderschrift luidt hier: Sixtus V, Hogepriester heeft deze Vaticaanse obelisk, eertijds gewijd aan de heidense goden via een goddeloze cultus, naar de rustplaats van de apostelen gebracht met stevige inspanning, in het jaar1586, het tweede van zijn pontificaat.
Alweer bijna 40 jaar geleden, in 1979, ging ik met een eerste groep van 9 Indonesische moslims, op cursus in Leiden, naar Londen, voor de specialisten van het SOAS, onder wie Merle Ricklefs. Zij waren hogelijk verbaasd allerlei naakten te zien bij grafmonumenten. Ook in Rome weet men daar wel wat mee te doen. Vooral bij de fonteinen voor de stevige riviergoden, maar ook het graf van de katholieke koning James Stuart III in de Sint Pieter.

Geïdealiseerde lichamen. Niet alleen jonge, maar voor de riviergoden stevige heren van wat latere leeftijd, die de tand des tijds nog steeds goed kunnen doorstaan. De onderste is van de Piazza Navona.
De meeste bonte verzameling paradijselijke figuren is wel te vinden in de Villa Farnesina, gebouwd en beschilderd rond 1510 voor een rijke bankier, maar later in bezit gekomen van een Farnese-kardinaal, waarnaar hij nu ook vernoemd is. De nymphen van de zee, verpersoonlijkte sterrenbeelden versieren de eerste zaal. Maar de grootste aandacht in de eetzaal gaat uit naar een verbeelding van de bruiloft van Alexander en de Perzische Roxane, als hoogtepunt van menselijke liefde!

De bovenste foto is uit de eetzaal, plafond, van de begane grond. De andere van de slaapkamer, waar kleine engeltjes, puti, Roxane naar Alexander trekken.
De reformatie, Luther en Calvijn zijn hier ver weg. Er wordt dan wel van contrareformatie gesproken, maar dat is eigenlijk de naam voor overdreven glitter en rijkdom in jezuïetenkerken. Typisch vond ik ook een afbeelding van de zittingen van het concilie van Trente (gehouden ver van Rome, hoog in Lombardije), in een zijkapel van de Santa Maria in Trastevere.
Geschilderd rond 1585, dus 20 jaar na afsluiting van dat concilie dat soberheid aanprees (vooral in kerkmuziek, maar Palestrina mocht, dus niet zo streng als de eenstemmige Calvijn zonder begeleiding van instrumenten). En de goedgevulde dames op de voorgrond verbeelden de kerk/paus (met tiara, driekroon op) omgeven door de deugden.

We hebben ook wel wat musea bezocht. Zeker die van de Capitolijnse heuvels met het mooie plein ertussen dat Michelangelo nog ontwierp. In de grote zalen staan de pausen hier in grote beelden te kijken naar de oude geschiedenis van Rome: alsof zij zich meer opvolgers van de grote Romeinse keizers voelden dan plaatsbekleder van Christus! Boven een paus voor een schildering van Romulus en Remus die door een wolvin gevoed worden. Zo gaat het zaal in, zaal uit.
Ook de schilderijen-serie is zo'n mengeling van klassieke traditie en wat meer christelijke kunst. En hoe: deze jonge man van Caravacchio moet Johannes de Doper voorstellen. Kennelijk eerder als speelgenoot voor Jezus dan als de boetepredikant in de woestijn. Of is het toch Izaak die een ram vasthoudt, zodat hij niet door vader Abraham geofferd zal worden?
We hadden nog naar de Villa Borghese willen gaan. Ook al bezit van een belangrijke kardinaal, neef van de Paus die de Sint Pieter voltooide. Het ligt vlak bij het Nederlands Instituut waar Paule rond 1967 zeven maanden woonde en werkte aan haar doctoraalscriptie over Magister A. (handschrift uit de Vaticaanse Bibliotheek). We hebben het park en de buitenkant gezien, maar de kaartjes waren tot een week erna uitverkocht. Als je die grote klassieke collectie wilt zien moet je dus echt van te voren via internet reserveren. Het verbaasde ons omdat de Capitolijnse musea en het nationaal museum helemaal niet zo druk waren en bij de Villa Farnesina viel het ook wel mee. Hier dus niet. We hebben de catalogus gekocht: prachtig voorbeeld van die mengeling van klassieke oudheid en wat christelijke motieven. Paule Davenport (eerste promovendus bij Schillebeeckx in Nijmegen, 1972) schreef zijn dissertatie over een Engelsman uit de 17e eeuw: Plato with a tincture of Christ. Zo gaat dat in het katholieke Rome en elders dus ook wel.