donderdag 18 maart 2010

Mevlana en Fethullah Gülen, een vuurgloed tegenover een kopje slappe thee?


17 maart 2010 was er een bijzondere bijeenkomst in de kerkzaal van de Vrije Universiteit. De Rotterdamse Dialoogacademie hield er voor het eerst een activiteit. Abdulwahid van Bommel hield er een gloedvolle inleiding in de persoon en poëzie van Djalauddin Rumi, liefdevol vaak Mevlana ('Onze Heer') genoemd.Het was ook bedoeld als aanbieding van het eerste deel (van de zes geplande) van het grote dichtwerk, de Masnawi, ook wel De Tweede Koran genoemd.
In de 2e helft van de 13e eeuw geschreven, in dezelfde tijd als 'onze' Jacob van Maerlant en in dezelfde stijl: coupletten van 2 regels die op elkaar rijmen en ook in encyclopedische stijl geschreven. Maar hoeveel diepzinniger en tegelijk levendiger nog dan onze eigen Jacob, die er toch ook wat van kon!
Van Bommel was helemaal in vorm en werd steeds meer meegenomen door zijn teksten, steeds gloedvoller, steeds sneller. Maar wat een uitlegger is hij: helder, duidelijk en steeds kort en to the point.
De editie schijnt nu in hoog tempo uit te gaan komen. Deze zomer hoop Van Bommel de vertaling af te hebben en het zal dan ook snel in Konya, in de nabijheid van het graf, gedrukt gaan worden.



Eigenlijk is de Masnawi een combinatie van de krachtige religieuze taal van de Koran en de alsmaar doorkabbelende keten van verhalen van 1001 nacht. Maar één voorbeeld uit deze nieuwe vertaling (blz. 55-56)

Er was eens een kruidenier, die een mooie sprekende papagaai bezat.
Een diertje, goed van stem, dat een mooie groene kleur had.

De papegaai paste op de winkel voor de kruidenier,
en kletste honderduit met elke andere winkelier.

Sprekend met de mensen sprak hij mensentaal, maar
meester was hij vooral in zijn eigen papegaaientaal.

Op een dag moest de eigenaar even naar huis.
De papegaai paste op de winkel. Daar voelde hij zich thuis.

Een kat die een muis achterna zat, sprong de winkel binnen.
A;sof zijn leven werd bedreigd, verloor de papegaai zijn zinnen.

Srong van zijn stokje en vloog naar een hoek van de winkel,
stootte flesjes rozenolie om: overal olie, shcerven en gerinkel.

De eigenaar kwam terug van zijn huis, na zijn middagslaapje
en ging in de winkel zitten met de air van een klein baasje.

Pas toen zag hij overal rozenolie. Hij zat er onder, helemaal.
De papegaai kreeg en tik, verloor zijn hoofdtooi; hij was kaal.

De papegaai hield dagenlang zijn mond, hij sprak niet meer.
De kruidenier klaagde van berouw en zuchtte keer op keer.

De man trok van spijt de haren uit zijn baard en riep:
'Helaas, mijn zon van welvaart is achter een wolk gekropen!

Ach, had ik op dat moment mijn hand maar gebroken!
Ach, was mijn lieve papegaai maar weggedoken!'

Hij schonk liefdadigheid aan elke zwerver en bedelaar
om de stem terug te krijgen van zijn papegaai.

Na drie dagen en nachten zat hij op zijn vaste plek;
een radeloos en zorgelijk man, van wanhoop half gek.

Met nog maar één gedachte, ongerust maar gelaten
'Wanneer gaat die vogel nu im hemelsnaam weer praten?'

Hij probeerde werkelijk alle wonderbaarlijke therapieën,
om papegaaien te laten spreken, de creatiefste fantasieën.

Op een dag stapte een derwisj de winkel binnen,
gekleed in een grove wollen mantel en zo kaal als een biljartbal.

Toen sprak de papegaai, nog van zijn hoofdtooi berooid:
'He, kale! Heb jij ook flesjes rozenolie kapot gegooid?


Dit is dan het begin van een lange, maar ook luchtige en beestelijke beschouwing of we het goddelijke ook kunnen zien in de dieren. Lijkt me verplichte kost van Marianne Thieme, maar diepzinnig, geestig, spiritueel in alle betekenissen van het woord.

Overigens is Van Bommel niet de enige die aan dit werk begonnen is. In de boekhandel liggen meerdere selecties. Er is ook het werk van Marcel Derkse, waarvan deel I in 2007 is uitgekomen (niet op rijm, minder annotaties). We hopen maar dat deze vertaling helemaal voltooid mag gaan worden!




Hoe slap, taai en burgerlijk bijna is dan de boodschap van Fethullah Gülen. Allemaal goed bedoelde vriendelijkheid en harmonie tussen de religies. Maar ook Gurkan Celik, die al lang met hem bezig is, kon maar bleekjes spreken over de grote moderne Turkse predikant. Mevlana blijft toch een klasse apart! Dank aan de noeste werker Abdulwahid van Bommel die al zo lang bezig is om de islam met humor te verbinden. Na de vurige wijn van Rumi smaakt Gülen, hoe rationeel en verstandig ook, toch als een kopje slappe thee. Maar zie Cohen, ook dat kan bindend en belangrijk zijn.

Geen opmerkingen: