zondag 29 maart 2009
Uitgesproken meningen
Dit is een tijd waarin uitgesproken opinies, stevig verwoord, het goed doen. Geert Wilders is een van de grote kampioenen van de duidelijke mening, maar onlangs kwam ik ook in het eigen vakgebied mooie voorbeelden tegen.
23 maart 2009 hield Sjoerd van Koningsveld een slotoratie in Leiden bij zijn pensionering. Hij trok stevig van leer tegen diegenen die zouden denken dat de tekst van de Koran later is vastgesteld dan tijdens de codificatie door Kalief Uthman, ca 650, dis een 18 jaar na de dood van de profeet. Hij polemiseerde hier vooral tegen John Wansbrough, die uit de structuur van de Koran allerlei problemen formuleert die eventueel met een beroep op langere ontstaansgeschiedenissen zouden kunnen worden opgelost. Van Koningsveld zette de bewijzen vó;or de codex van Othman prachtig op een rij, maar ging op de Wansbrough-problemen niet nader in.
Een tweede valse richting zijn de Mohammed-ontkenners, Patricia Crone, Lüling en vooral Ohlig, Luxenberg en anderen die de Islam niet in Arabië laten ontstaan maar in het huidige Syrië/Jordanië. En dan vooral als een christelijke of christen-joodse sekte. De arabist Hans Jansen heeft een aantal van deze ideeën ook gepromoot en ook hiermee maakte Van Koningsveld korte metten. Ook de ca 400 brieven die Mohammed op het einde van zijn leven verstuurde naar Arabisch en buitenlandse vorsten om hen tot de islam op te roepen werden grotendeels authentiek verklaard. Ze werden vergeleken met de brieven en decreten van Karel de Grote, ook een bijna-analfabeet, die via secretarissen ook zeer wel een stevige correspondentie kon voeren.
Overigens, over die vergelijking tussen Mohammed en Karel de Grote zie ook hieronder per 26 jan. 2009, waar het Supreme Court in Washington o0ok al zover was.
Een tweede voorbeeld van stevige meningen vond ik bijde nieuwtestamenticus Gerrad Luttikhuizen en zijn boek De veelvormigheid van het vroegste christendom, een lezenswaardige poging om structuren in de veelvormigheid aan te brengen. Paulus wordt (vooral) tegenover de joden-christenen gezet als iemand die de persoon van Jezus en vooral de gebeurtenissen van lijden, dood en verrijzenis centraal stelde, tegenover anderen die er meer een leer over ethiek en de realisering van het Koninkrijk Gods in zagen. Luttikhuizen denkt dat het tij voor Paulus nu niet goed is: te mythisch. "In ons deel van de wereld hebben het visioen van het nabije koningschap van God en de levenshouding die dit vraagt, meer overtuigingskracht. Een niet-Paulinische - en daardoor meer met het joden en met de islam verwante- vorm van christendom heeft hier, en waarschijnlijk ook in andere delen van de wereld, meer toekomst." (blz. 22)
dinsdag 17 maart 2009
Anak Kolong, Kazerneconcubinaat, celibaat en eunuchen
Bij haar 65e verjaardag is er een prachtig boek verschenen voor Elsbeth Locher-Scholte. Het koloniale beschavingsoffensief (Leiden:KITLV 2009) gaat over de laatste decennia van het Nederlands-Indische kolonialisme. Een van de meest ontluisterende verhalen is van Petra Groen over het verbod voor lagere militairen om te huwen (was te duur!) al mocht er dan wel een 'huishoudster' mee in de kazerne. Af en toe was er een hetze tegen deze 'onzedelijkheid', van politici, dominees en priesters. Ook de soldatenpastoor Verbraak heeft zo'n actie in gang gezet (blz. 28) maar het heeft allemaal niet veel geholpen. Pas in 1919 mochten alle militairen trouwen en het kazerneconcubinaat werd in 1928 verboden. Ded 'beschaver' liep hier dus zeker niet voorop.
Henk Schulte Nordholt heeft een mooie bijdrage over reclames en de burgerlijk-westerse idealen van de indische mensen einde jaren 1930: nog geen moderne mall, maar wel dezelfde mentaliteit.
Die verhalen doen je denken aan andere verplichte onthoudingen zoals bij de eunuchen van de Chinese (en andere) keizers en het katholiek-kerkelijke celibaat. Lang nadat de maatschappelijke acceptatie daarvan voorbij is kunnen die nog wel doorgaan!
Een onthutsend verhaal is ook dat van Hans Meijer over 'De Bertha Hertogh-affaire'. Een indo-meisje wordt in de oorlog 1942-1945 liefdevol opgevangen door een moslimvrouw uit Maleisië, maar na 1950 opgeëist door de katholieke ouders. Ook boordevol schijnheiligheid, zoals heel veel van dat 'beschavingsoffensief'.
Henk Schulte Nordholt heeft een mooie bijdrage over reclames en de burgerlijk-westerse idealen van de indische mensen einde jaren 1930: nog geen moderne mall, maar wel dezelfde mentaliteit.
Die verhalen doen je denken aan andere verplichte onthoudingen zoals bij de eunuchen van de Chinese (en andere) keizers en het katholiek-kerkelijke celibaat. Lang nadat de maatschappelijke acceptatie daarvan voorbij is kunnen die nog wel doorgaan!
Een onthutsend verhaal is ook dat van Hans Meijer over 'De Bertha Hertogh-affaire'. Een indo-meisje wordt in de oorlog 1942-1945 liefdevol opgevangen door een moslimvrouw uit Maleisië, maar na 1950 opgeëist door de katholieke ouders. Ook boordevol schijnheiligheid, zoals heel veel van dat 'beschavingsoffensief'.
Abonneren op:
Posts (Atom)