
De tweede roman is van de jonge Turkische Belg Mustafa Kör, De Lammeren. Het is een groot heimwee-boek van iemand die in België weer naar Turkije en vooral naar het lieve meisje van zijn jeugd verlangt, maar in het afgelegen dorp in Turkije, waar de meeste jongeren of naar de stad Konya vertrekken, of naar Europa, ook weer niet kan aarden. Een echt boek van een gespleten ziel en zo ziet Kör er zelf ook een beetje uit. Een zwartwit foto van een bleek gezicht, iemand die zijn plek op deze wereld nog niet echt heeft gevonden!
De lammeren van het boek staan voor de schapen en lammeren die in het dorp worden gehouden voor de grote feesten. Ouders noemen hun kind ook liefkozend lammetje. Dat komt in het Nederlands een beetje raar over. Op blz. 12 noemt hij Ayse 'dat ene meisje'm ook 'Zij was het mooiste lammetje. Ik aanbid haar als het Lam Gods. Het offerlammetje met de hennaogen, het kristal in het sneeuwvlokje, de kroon van de bloem, de rode nectar van de granaatappel, mijn liefdeszalf.'
Ik heb natuurlijk speciaal gekeken naar de rol van moskee en imam. Er wordt in dat dorp veel gebeden, met de tasbih, ook in de moskee, maar Kör zelf heeft weinig aardige woorden voor de imam: 'de ouderwetse imam ramde de vaste strofes na zijn preken wekelijks en steeds op eenzelfde monotone, droesemloze wijze in de oren van de gelovigen.' (65) Hij heet Hamdi Hafiz, maar had een bijnaam gekregen Ham Ham en dat was niet vleiend bedoeld.
Een groot drame in de naar België getrokken familie is de zelfmoord van de oudere broer van de ik-figuur, kennelijk vanwege een liefdesaffaire. De analfabete vader verwachtte zoveel van die in België goed geschoolde jongen: 'Had hij hem maar niet geheel overgelaten aan dat wezen dat bij ons beter bekend stond als de uitkomst, het begin, het eind, alias Allah. De hemel weet hoe vaak ik op latere leeftijd, toen ik zoals iedereen door het leven werd voortgejaagd, bij de oprispingen van mijn verliezen als het achteraf enigszin opklaarde, niet kwaad geweest ben op dat opperwezen in de kosmos, vanwege zijn afstandelijkheid? Waarom diende Hij als slotwoord of verklaring voor wat onbegrijpelijk was, waarom intervenieerde hij niet als dingen faliekant dramatisch konden aflopen?' (100)
Het grootste deel van het boek is een zoektocht naar zijn eigen ik, als Umut, de hoofdpersoon na de dood van zijn broer een paar maanden terug is in zijn geboortedorp. Uiteindelijk komt hij terecht in een sema, een dans van de dansende derwishen in Konya. Daarvoor gaat hij nog naar een kwakzalver-gebedsgenezer, een djinn-imam die een brute afperser is. Maar bij de derwisjen komen uitvoerige citaten van Rumi-mystiek voor die met instemming worden geciteerd. En dat Pir aldaar vindt hem geen rare kwast want 'de mens is geschapen om te zoeken'. (260) Toch raar dat hij het buigingsgebed van de moskee en de imam maar niks vindt en die dansen van de Pir wel prachtig! Is dat iets van Alewieten? Zijn vroegere geliefde blijkt getrouwd en Umut heeft vrede bij zijn definitieve afscheid van het Turkse dorp en komt steviger in Vlaanderen terug.