zaterdag 29 april 2017

Portugese impressies 5: vrouwen- versus mannenkloosters en kitsch in Estoi

In Vila Vicosa logeerden wij in een klooster van nonnen, precies gebouwd naast het kolossale paleis van de Brabanca-familie, die vanaf 1620 tot 1910 de Portugese koningen leverde. De nonnen waren er om te bidden voor het zieleheil van de overleden hertoginnen van de familie die daar begraven waren. Wij kregen een curieuze kamer. Tussen badkamer/toilet en slaapgedeelte was er een dubbel ijzeren hek, met een tussenruimte van ruim 1 meter. De kamer heette Professore en eerst dachten we dat een brave en geleerde priester de nonnen achter een traliehek kwam inleiden in theologie en mystiek. Maar volgens de staf van het hotel kon je hierin goederen voor de zusters leggen, eventueel ook kinderen als vondeling plaatsen.

Overigens konden wij verder van het specifieke van de zusters alleen nog restanten van de vele fresco's  zien die een vroegere abdis in de gangen en kleine nissen had gemaakt.
Na Vila Vicosa gingen we naar een stoer Franciscanenklooster van Beja, waar in het centrum een oud nonnenklooster was omgebouwd tot museum. De immense rijkdom van het nonnenklooster stond wel in contrast met de strakke lijnen van het zeer grote Franciscanenklooster, nu pousada. Ex-religieus erfgoed dus te over in Portugal en vaak nog mooi onderhouden ook.


Maar voordat de foto's van de kloosters komen hier nog enkele impressies van het gewone leven bij het oude kasteel van heroveraar Koning Dinis: de vrouwen doen de kleine handel, de mannen pauzeren tussen het fietsen en een ambtenaar met laptop moet onderweg wat aan een dame vertellen.



Helemaal boven eerst de te rijke, vergulde kerk van het nonnenklooster in het centrum van Beja. Nu is het een museum en een muurtje in moorse stijl staat er nu als kunstwerk, wat het ook is natuurlijk. Daaronder rijke versiering met tegels van de koorgang: zowel de oude moorse cultuur als die van later Portugal deed veel met tegels.
Helemaal onderaan de grote, te grote kerk waarschijnlijk, van de Franciscanen, nu een beetje lobby van het poussada-hotel geworden, met aan de wand wisselende tentoonstellingen van lokale kunstenaars, en dus ook een nieuwe publieke ruimte.

Tenslotte Estoi: een oude landgoed, rond 1900 helemaal opnieuw opgebouwd in protserige, kitscherige stijl. Door een prachtige nieuw vleugel in heel strakke moderne stijl er bij te bouwen voor zo'n 50-60 kon het nu een luxe poussada-hotel worden.


Zacht roze, zacht blauw: boven het plafond van de grootste kamer. De tuin is mooi bijgehouden, maar er is kennelijk toch niet het geld (en het grote aantal vrijwilligers!) voor zoiets de grote tuinen van Het Loo in Apeldoorn.

Portugese impressies 4: reconquista is meer dan 350 jaar veroveren

Dit is alweer de vierde reflectie van een reis naar pousadas in Portigal, April 2017.
Het duurde 350 jaar voordat de Nederlanders een groot rijk hadden veroverd in huid huidige Indonesië: na de aankomst van de zeevaarders De Houtman en consorten rond 1598 in Atjeh aan kwamen tot het in 1942 door de Japanners werd overgenomen en daarna onafhankelijk werd.
Een nog langere geschiedenis zagen we in Portugal. 1147 was de 'herovering' van Lissabon, en 1249 die van Faro, waarmee de voltooiing was bereikt van de nieuwe christelijke Portugese natie. Al rond 800 was die verovering begonnen.
In Beja is een museum van de pre-Islamitische cultuur van de Visigoten. Helaas was het dicht: 'wegens gebrek aan personeel': een klein kerkgebouw, nu museum, kennelijk door vrijwilligers gerund en nu niet beschikbaar.
Wat wij nog konden zien van de 'herovering was maar montjesmaat, vooral fundamenten en muren.
In Loulé, al in de Algarve, staat dat de kerktoren de minaret was van wat ooit de grootste moskee van de Algarve was. De kerk is stevig herbouwd en er was een bijzondere mis toen wij langs kwamen werd er de Missia Solemnis van Mozart uitgevoerd. Wij hoorden alleen het Alleluia. De kerk was werkelijk overladen vol met ook buiten nog mede-luisteraars.


In 1907 werd in het centrum van Loulé een nieuwe markt, annex winkelcentrum gebouwd. Nog net geen Hoog Catharijne, maar wel  in een heel andere stijl dan het middeleeuwse stadje: namaak-Moorse stijl. Dat was toen kennelijk ineens populair. In 2007 groots hersteld en het kreeg een toeristische prijs want de Algarve praat nu onschuldig over die vroegere Moorse overheersing en vindt het zelfs curieus.

Rond het oudste deel van Faro staat nog de stadsmuur en bij de 'Moorse Poort' is een bord opgehangen ter herinnering aan de 'integratie' van de Algarve in Portugal in 1249. Op een plein staat de veroveraar, Afonso III trots uitgebeeld. Hij schijnt last te hebben gehad van een eigen koning voor de Algarve, maar die afscheiding is hij snel te boven gekomen. Sinds die tijd dus een eenheidsstaat.