woensdag 8 december 2010

Syrië: kerkendagen in Damascus, Aleppo, Maalula en Seydnaya

Van de Alevieten zagen we weinig in Syrië. Geen moskeeën, jem-huizen of andere monumenten. Alleen de afbeelding van vrijmetselaar avn Aleviet Hafiz el-Assad en zijn zoon. Ook niets van de Druzen. De sji'ieten komen elders aan bod. De christenen zagen we in geconcentreerde plukjes, alsof er een soort apartheidsregiem is met stadwijken die ineens de ene kerk naast de andere hebben staan, want de christenen zijn er stevig verdeeld. Verder christelijke dorpen. Stadwijken noch dorpen zijn exclusief christelijk. In het met 22 kerken wel voorziene Maalula zagen we toch ook prominent een moskee in het kerndorp staan en nog een moskee in Laag-Maalula, zo'n 300 meter oostelijk en lager dan het oude dorp. Die moskee, nog in aanbouw had wel iets bijzonder: van Sura Al-Imran werd 3:33-4 geciteerd naar de vertaling van Yusuf Ali (maar God in plaats van Allah en een -e- weggelaten bij heareth) op de fries van de voorkant, niet alleen kalligrafie in het Arabisch, maar ook de engelse vertaling. Die tekst eert de vroegere profeten, Adam, Noach, Abraham en Jezus, zoon van Maria en kleinzoon van Imraan (ingewikkeld verhaal. Zie mijn De jezusverzen in de Koran, blz. 34). De tekst is daar het begin van de langste passage in de Koran over Jezus. Dus toch een architentuur-dialoog met het christelijke dorp! En vooral ook met de toeristen die naar dit bergdorpje op 1700m hoogte komen kijken naar de Tecla-kloof (maagd gered voor belager doordat de hoge rots spleet en zij zich kon verschuilen.
De Engelse tekst is alleen uitvergroot goed te lezen. Er staat:
God did choose Adam and Noah, the family of Abraham and the family of 'Imran above all people. Offspring, one of the other and God hearth and knoweth all things.



Alvast maar nog wat meer Maalula: tegen rots aan het Tecla-klooster, in de 20e eeuw in oude stijl gebouwd, met een bedevaartsgrot. De nonnen in het klooster houden een weeshuis. Ze hebben toch ook maar een grote Jezus bovenop neergezet, helemaal niet in de orthodoxe stijl waarbij drie-dimensionale beelden niet mogen vanwege het compromis van de 7e tot 9e eeuwse beeldenstrijd.


Volgens de reisboekjes komen hier en in Seydnaya niet alleen christenen, maar ook moslims voor allerlei kwalen en verlangens bidden. Maar bij zo´n plek zouden de christenen zich ook bijna als moslim kunnen kleden. Toch lijken meerdere hier op moslims.


In het op 30 km afstand gelegen bergdopje Seydneya, ook gedomineerd door christelijke kerken viel me in het grote heiligdom (weer een nonnenklooster) op dat Maria de titel Moeder Gods krijgt, maar in het Arabisch walidat Allah wordt genoemd en niet umm Allah. Walidat staat voor de barende, terwijl umm op een permanente moeder-zoon relatie duidt. Valt daar een bepaalde theologische conclusie uit te trekken: dat Maria alleen Jezus op de wereld heeft gezet? Zij wordt toch vaak mét kind afgebeeld en ook zelf als grote heilige vereerd!


Over de kerken in Damascus alleen deze afbeelding bij het kleine kerkje, onder de grond (op het straatniveau van bijna 2000 jaar geleden?) waar het huis van Ananias gestaan zou hebben, die de blinde Paulus opzocht en tot Jezusaanhanger maakte. Het hoort bij de wandelroute door het oosten van de oude stad, het christelijke deel dus. Samen met de poort en de plek waar Paulus over de muur neergelaten zou zijn.



In Aleppo was een bijzonder beeld dat van een overleden Maronitische patriarch, mooi op zijn stoel zittend (zoals hij ook zittend begraven is!), midden op het plein van de door hem gebouwde kathedraal.


Overigens zag die Maronitische kathedraal er nogal Frans katholiek, begin 20e eeuw uit, compleet met biechtstoelen, knielbanken en Lourdes-Maria. Veel eigener waren de Grieks-orthodoxe en vooral de Armeense kathedraal met zo'n honderd vrouwen die naar een duidelijk dominante priester aan het luisteren waren. Kennelijk de dinsdagmorgen-devotie. Allemaal in het Armeens waar we niets van konden begrijpen.
Al die kerken daar lijken wel zo'n beetje in de vijfde of zesde eeuw te zijn blijven hangen: stevig de eigen identiteit handhavend temidden van concurrentie van andere kerken en islamitische stromingen.

Syrië: Kruisridders, avonturiers, overmoedige en over-ambitieuze expats

Een van de perioden van problemen en glorie in de Surische geschiedenis is wel die van de kruistochten geweest (1096-1292) toen overbodige ridders hun glorie, heil en land gingen zoeken in de gebieden tussen Zuid-Oost Turkije en Jeruzalem. Velen strandden in Syrië, bouwden er paleizen en forten en deden stevig mee aan de lokale politiek.
Het mooiste wat wij zagen was het Krak des Chevaliers. Sober gebouwd tegen de kruisridders door een moslimvorst. Het werd door de Tempeliers groots uitgebouwd tot een vesting waar wel 2000 manschappen hutje bij mutje zaten. Maar het ois er nu wel heerlijk foto's nemen. Uiteindelijk was het te duur om te onderhouden, zelfs ook voor de moslims die het weer terugveroverden. Tussen 1300 en 1950 woonden er een vijftig gezinnen in het complex, dat nu de glorie is voor veel toeristische uitstapjes. Met hele bussen komt men aan.
Wij reden naar Krak des Chevaliers vanuit Palmyra. Dus anderhalf uur woestijn. Maar er is toch vaak wel iets te zien in de leegte. Schapen dus, met herders te paard en nogal wat honden die me weer snel lieten teruglopen naar de auto.


We vonden het zo bijzonder toen we ineens weer bij groen landbouwgebied aankwamen. Hierbij mag onze Hyundai toch ook even op de foto want deze automaat was een goede gezel op de reis.


En dan het kasteel zelf. Vanwege de lichte steen moet je de camera donkerder instellen anders zie je alleen licht.


De benedenburcht is gebouwd door de moslimvorst, de bovenburcht door de kruisridder Tanqred en voltooid door de tempeliers.


Mooiste punt was de ridderzaal met die prachtige lichtinval die ik nog een keer laat zien.

De verschillende bewoners hebben ook hun sporen nagelaten in de gebedsruimte: de islamitische mimbar of preekstoel én de nis met de gebedsrichting staat haaks op de absis van de kapel.

Syrië: Krimp

Syrië is beslist niet aan het krimpen wat bevolkingsgroei betreft. Overal klein grut, jonge mensen. Maar er zijn gebieden waar vroeger grote steden waren, Palmyra bijvoorbeeld, 250,000 in de ene en een half miljoen in de andere reisgids, zo rond 300 toen koningin Zenobia het voor korte tijd de kern maakte van een koninkrijk. Nu vindt je een prachtige puinhoop, kline stukjes opgebouwd. De tempel van Bel bijvoorbeeld, ongeveer de omvang en intimiteit van de Utrechtse Janskerk, maar nog kaler dan die veel te Calvinistische kerk. Toch wel van aparte schoonheid: pure natuursteen kan dat wel hebben, maar je kunt je de mensen daarin nauwelijks meer voorstellen.


Na jaren van groei spreken we in Nederland weer van krimp. Dorpjes of tenminste enkele straten in Groningse gehuchten worden afgebroken. Syrië heeft met 1200 verlaten dorpjes en steden de grootste voorraad aan archeologische vindplaatsen. Graven dus maar en puzzles in elkaar zetten. Maar na Palmyra vonden wij het voorlopig genoeg. Bosra heeft een fantastisch kapot theater zoals we er al velen hadden gezien. En dan de grote mall, de winkelstraat. Palmyra heeft er een van 1200 meter, maar de langste is in Apemea (Afimia?), wel een 1800 meter lang. Daar zijn we maar niet geweest al heeft het wel een eeuw geduurd om die pilaren weer in elkaar te zetten.


Eigenlijk vonden wij het mooiste de bizarre combinatie in de Rechte Straat van Damascus: tussen de huizen en weinige parkeerplaatsen in nog restanten van de romeinse zuilenrij die de winkelstraat markeerde in de tijd van Paulus.


De mooiste gebieden zijn toch die ten noorden van Aleppo, het gebied van de Dead Villages, waar je af en toe nog ruïnes van kerken of huizen ziet, maar verder geheel desolaat en verlaten: klimaatverandering, droogte dus, te hoge belasting, oorlog. Even niet interessant, behalve voor de archeologen. De mooiste plek die wij zagen is rondom de zuil van Simeon 'de pilaarheilige'. Zo mooi dat er drie plaatjes komen van de ruïnes.