Naar aanleiding van de gewelddadige aanvallen van jihadisten in Parijs, vooral bij het Bataclan theater, las ik Arthur van Amerongen Brussel: Eurabia uit 2008 van Arthur van Amerongen. Hij woonde een tijd in de Brusselse wijk Molenbeek waar meerdere van de planners woonden.
Het boek begint in 1959 in Ede, waar Van Amerongen in een stevig Reformatorisch nest is geboren. Via drank, drugs en Amsterdam ontkomt hij (deels) daaraan, studeert semitische talen. Komisch is de beschrijving van bekeerlingen tot het Jodendom, die Ivriet studeren, maar Talmoed en klassiek Hebreeuws erbij moeten doen. "Angejiddeld" is deze nadere uitbreiding van een sterke basis vanuit "Christenen voor Israel". In 1991 studeerde hij af op een scriptie over fundamentalisme in Algerije en ging werken als journalist in Beirout. Van romantische ideeën over islam komt dan niets meer terecht: ook de (Christen) Maronieten, maar ook de Hizbollah, het is allemaal geweld, drugs, machtslust. Een korte overgang naar Israel levert al eenzelfde beeld op: Tsionoet of het Zionisme wordt gezien als een misbruik van de Holocaust, verwording tot keihard kapitalisme. Het experiment van de Kibboetz is mislukt, optreden tegen de intifada en het Libanon-echec leveren ook al geen echte sympathie voor de Palestijnse zaak op, want Hamas biedt ook al geen perspectief. Dan wordt een goede vriend tijdens een te roekeloze tocht door de woestijn van Algerije naar Mali neergeschoten. Toppunt van verblijf in foute landen werd dan nog de paar weken kort na 9/11 in Pakistan: tussen de Taliban en de al even onmenselijke Noordelijke Alliantie. De ordinaire roofmoord op een Zweedse cameraman betekent het einde: in zulke landen heeft hij niets meer te zoeken.
Dan komt een tweede deel: in Brussel. Hij wil een verhaal schrijven over een Belgische bekeerlinge Muriel Degauque, geboren in 1967, die na een leven van drugs rond 1995 met een gematigde moslim trouwt. Zij zelf bekeert zich dan ook, trouwt enkele jaren later met een wat steviger moslim, met wie ze in 2003 naar Irak gaat en op 9 november 2005 als enige omkomt bij een zelfmoordaanslag in Baghdad.
Van Amerongen woont een tijdje in Brussel, schrijft zich in voor een cursus 'bekeerling' in de moskee van het Jubelpark, maar komt daar niet Omar Van den Broeck tegen als docent,maar allerlei maffe types. Van den Broeck maakt hij toch een keer mee bij een lezing van de Vrije Universiteit (135-137).
Hij herlas Naipaul's Among the believers dat hij vroeger veel te negatief had gevonden, maar vond het nu een visionair boek. Het christendom van zijn moeder was het niet, jodendom al helemaal niet, de islam bleek het toch ook niet te hebben voor hem.
Heeft hij alleen maar de foute types ontmoet en is er van de mooie momenten die hij ook gekend moet hebben niets blijven hangen? Toch een wat Reformatorische obsessie met sloa scripture, sola fides?
donderdag 10 december 2015
Abonneren op:
Posts (Atom)