Voor de dienst van 15 febr. aanstaande staat Mt 25,14-30 op het programma, de Parabel van de talenten. Voorganger is Dr. JoopSmit. Hij schreef een boek over het Matteüsevangelie. De titel van de parabel is daar De zaakwaarnemers. Een man gaat immers op reis en hij geeft geld in beheer: 5-2-1 talenten, zeker zoveel als klompjes goud. Aardig wat dus.
Het staat in een serie van parabels over de periode voorafgaand aan het einde der tijden: dat duurt nog even, maar we moeten wel voorbereid zijn. De parabels hebben een allegorische trend, zoals vaak bij Matteüs. Die van einde hoofdstuk 24 gaat vooral over kerkleiders, 25:1-13 vooral toegepast op vrouwen (vijf verstandige, vijf dwaze meisjes). 25:14-30 gaat over de missionaire houding van gelovigen: hebben zij wel uitstraling. De sukkel van dit verhaal, die zijn talent verbergt is voorbeeld van de 'inerte gelovigen'. Er wordt immers gesproken over het ´winnen´ met dit geld en dat staat elders ook over het winnen van zielen.
Dit bracht de discussie weer verder naar de stijlfiguur van de parabel, waar Joop Smit erg voor was: de parabel is een schokkerend verhaal, die juist tot nadenken oproept. Niet meteen een antwoord geeft maar juist naar zoeken of denken streeft.
Zo'n beetje als die raadselspreuken van Markuc dus, die, als een koan bij de Zen traditie, ook de luisteraar tot denken oproept. Natuurlijk moet het in het leven niet gaan als in die parabel. Elders in het evangelie gaat de herder op zoek naar dat ene verloren schaap (hier is de loser zonder meer afgeschreven) en de weduwe naar haar kleine penninkje.