woensdag 9 mei 2018

8 mei: Lenteblaadjes aan de oude eik? Kardinaal Wim Eijk stevig in het niews

Gisteren was het 8 mei: de dag dus van de 8 meivereniging. Voor wie het niet meer weet: opgericht ter gelegenheid van het bezoek van Paus Johannes Paulus II (JPII) aan Nederland. Wij woonden toen in Yogyakarta en zagen toen op de Indonesische televisie hoe er stenen gegooid werden naar de pauselijke stoet. Protest tegen een autoritair en conservatief kerkelijk traject. De 8 mei beweging hield dit een kleine dertig jaar levend, maar is nu opgeheven. Het verzet tegen de conservatieve stroming is ook slapjes. Ik heb het prachtige boekje van Gerard Reve, Roomse heisa nu pas gelezen. Echt de moeite waard: zowel in zijn unieke bewondering van de roomse riten en mythen als in zijn eigen literaire stijl.
Maar nu herrie rond Wim Eijk, kardinaal en aartsbisschop en ook in de wereldkerk een rechtsbuiten.
Het was, voor mij althans, lange tijd stil rond de aartsbisschop van Utrecht. Maar ineens is hij op drie manieren in het nieuws gekomen.
1. Het eerste is de nogal opzienbarende pastoorsruil tussen Zwolle en Utrecht. Ton Huitink gaat naar Zwolle als stads- en regiopastoor, terwijl zijn collega daar naar Utrecht verhuist. In het maandblad van de parochie(s) Utrecht wordt er gereageerd met woorden als 'overvallen' (zo voelde het parochiebestuur zich). 'Het parochiebestuur zou liever bij de besluitvorming zijn betrokken.' Ook  Huitink zelf gaf aan; 'Ik kreeg te horen wat ik goed gedaan had in Zwolle, Doetinchem en Baarn. En dacht: en Utrecht dan? Toen kwam het, men zei: We denken dat je elders beter op je plek bent. .. Mijn devies is: Uw wil geschiede.'  Zurige reacties dus.

2. In datzelfde nummer van het parochieblad stond ook een brief van Eijk zelf over opleidingen in het aartsbisdom. Het gaat dan over priester- en diakenopleiding. De priesters zijn er op twee manieren exclusief: als bedienaren van sacramenten en als spoedig de enige met bezoldiging. Diakens en assistenten voor caritas en diakonie en katechese zijn onbetaalde vrijwilligers. - Ik vroeg me af hoe het zit met de muzikanten, dirigenten dus en organisten: die hebben we ook heel hard nodig. En de leraren godsdienst en de theologen? Ik zelf heb er buiten de formele kerkelijke dienst toch een aardig pensioen en avontuurlijk leven aan over gehouden!
3. Het meeste opzien baarde een bijdrage die Eijk schreef voor een conservatieve website (of krant?): National Catholic Register waarin hij bijna-apocalyptisch oordeelt over Paus Franciscus. Artikel 675 van de Katholieke Catechismus wordt geciteerd: 'Voor de Wederkomst van Christus moet de kerk een laatste beproeving ondergaan..'
En waar gaat het over? Of gedoopte protestanten aan de eucharistie mogen deelnemen? Hun doopsel wordt erkend, maar zij hebben verder een foute leer...

Dit deed me denken aan die Indonesische moslim-studente Syafaatun al-Mirzanah die hier kwam om de mystiek van Eckhart te bestuderen en te vergelijken met de moslim-mysticus Ibn al-Arabi. We gingen samen naar de zondagsmis in een kerk in Keulen, waar Eckhart had gepreekt. Zij vroeg mij of ze te communie mocht. Ik zei haar dat ze dat maar niet moest doen. Ze vroeg het later ook aan de Dominikaan, priester van de kerk, die alle gedoopten wilde toelaten tot de eucharistie, maar geen ongedoopten. Twee weken later in het Dominikanenklooster in Hussen zei ik haar dat het daar wel kon. Aan de priester Henk Jongerius vroeg ze het ook. Hij zei: 'Wie ben ik om  iemand die contact zoekt met Jezus, de Christus, daarvan te weerhouden?'Dat is dus ook een kerkelijke leer, gericht op de zoekende gelovige. Maar in de beperkte catechismus van bisschop Eijk komt dat nu jammer genoeg niet voor.
DeVolkskrant had een zurig commentaar : 'Onder de schaduw van Eijk kan niets tot bloei komen' en er kwam van Jos Collignon bovenstaande tekening. Waar Paus Franciscus de communie wil uitdelen, kan Eijk alleen snoeien.

dinsdag 8 mei 2018

Ovidius

Zes jaar lang kreeg ik Latijnse les: van de allereerste beginselen tot het eindexamen met dat jaar Vergilius, Livius and Seneca: poëzie, geschiedenis en filosofisch-retorische teksten.
Daarvóór hadden we ook wel eens wat Ovidius gelezen. Natuurlijk met dat ene beroemde zinnetjes van de in kikkers veranderde boeren: Quamvis sint sub aqua, sub aqua maledicere temptant.
Omdat we naar een ander huis gaan, heel veel boeken wegdoen, er geen grote schrijfprojecten meer zijn, wil ik de oude klassieke schrijvers (weer) gaan lezen. Latijn kwam altijd wel voor: ik las nog wel wat Thomas Aquinas, of christelijke theologen die over/tegen de islam schreven, een enkele keer wat Augustinus. Nu dus 'de neus' die tot zijn 40e vooral liefdesliederen schreef, daarna een epos over de wereld vanaf de schepping tot zijn eigen tijd. In een tempo van ongeveer 1-2 regels per dagvolgens vertaler en inleider Marietje d'Hane-Scheltema. Je moet de verhalen wel kennen om het allemaal wat te gaan begrijpen. Maar de schepping van de wereld door een god-wereldarchitect ('wie-hij-ook-was), die de wereld van chaos tot geordende kosmos brengt.
Er zit ook nogal wat filosofische beschouwingen in. Een mooie tekst, die je zo als troost bij een begrafenis zou kunnen lezen wordt in het laatste, 15e boek aan Pythagoras toegeschreven.
Geen enkel ding in dit heelal, geloof me, gaat teloor,
maar alles wisselt en vernieuwt. Men spreekt van een geboorte
als er iets anders aanvangt dan er was, en sterven is
ophouden met hetzelfde-zijn. En toch, het groot geheel 
blijft wel bestaan, al schuift er nog zoveel van hier naar daar.
Nec perit in toto quicquam, mihi credite mundo,
sed variat faciemque novat, nascique vocatur
incipere esse aliud quam quod fuit ante, morique
desinere illud idem. Cum sint huc forsitan illa,
haec translata illuc, summa tamen omnia constant.

Een mooie gedachte, maar als je de aftakeling ziet van sommige mensen om ons heen, blijft het een tochwel erg schrale troost

Vier handen in de Janskerk

In de Janskerk geeft organist en pianist Laurens de Man af en toe een concert, vaak in ongewone bezetting. Zo speelt hij ook wel samen met een klarinettist en cellist: ongewoon trio.
Afgelopen zondag was er een quatre-mains uitvoering Mozart (de variaties in G) en iets Hongaars van Schubert: heel veel noten, allemaal druk op de piano. Een observator had wel geschreven over quatre-mains als 'een koets die gemend wordt door twee koetsiers': alsof ze allebei de baas zijn.
Ik vind het allemaal nogal druk.
Wonderlijk was de toegift: piano zeshandig, een bewerking van het Ständchen  (Leise flehen meine Lieder), zacht en romantisch gebracht. Dringen aan de piano, dat wel met zijn drieën naast elkaar.

Visueel is het apart om de handen te zien weerspiegelen in de lak van de piano. Maar het lukte mij niet om twaalf handen handen tegelijk op de foto te krijgen.