In 2012 heb ik in het tijdschrift Begrip-Moslims-Christenen
al aandacht gevraagd voor een leerboek Islam voor de (middelbare?) school, uit
het Turks vertaald door een team van de IUR. In het toen besproken eerste deel
werden de praktische verplichtingen uitgelegd. Het nu verschenen tweede deel Mijn prachtige religie. Ik leer de
fundamenten van het geloof van bijna 300 blz. op A4 formaat gaat over de
zes hoofdpunten van de geloofsbelijdenis. Het is kleurig uitgegeven, met veel
verhalen, in kleurendruk, veel tekeningen en plaatjes, vragen op het einde van
ieder onderdeel, compleet met puzzles. Er is ook aandacht voor de
argumentaties. Zo wordt er van de onzichtbare engelen gezegd: ‘Wij kunnen electriciteit
niet door kabels zien stromen of geluidsgolven in de lucht niet waarnemen. Deze
voorbeelden laten ons zien dat niet alle schepselen zichtbaar zijn voor onze
ogen.’ (124)
Eigenlijk over hetzelfde onderwerp, maar dan meer gericht
op studenten theologie is een stevig boek over de islamitische geloofsleer Islamitische Geloofsprincipes. Een Exegese
van Imām al A’zam’s Al Fiqh al-Akbar (IUR Press, 2013, 250 blz.). – De Fiqh al-Akbar is in de korte versie een
werkje in 10 korte artikelen dat wordt toegeschreven aan de grote stichter van
de Hanafitische school, Imam Abū Hanīfa (st. 767). Het is duidelijk een gevolg
van debat tussen theologen, want enkele artikelen eindigen met een verkettering.
Zo no. 8: ‘Wie gelooft dat hij het
geloof moet aanvaarden, maar ook zegt: Ik weet niet of Mozes en Jezus wel tot
de gezondenen behoren, is een ongelovige.’ Naast de korte Fiqh al-Akbar zijn er ook langere: 27 artikelen van de Wasiyat Abi Hanifa en 29 artikelen onder de naam Fiqh Akbar II. Deze werken zijn ook vaak
het begin geworden voor een vervolgwerk over theologie, waar anderen dan weer
commentaar op geven. Hier wordt het commentaar vertaald van Abu al-Muntaha
al-Maghinasawi (uit West-Turkije, rond 1600), die er ook weer iets oudere teksten
van ‘Ali al-Qārī in verwerkte. Veel aandacht wordt hier besteed aan de uitleg
van anthropomorfe termen: God ziet, zit op de troon, maar niet zoals wij, mensen, zien of zitten. Dit is een degelijk
filosofisch-theologisch werk.
Meer actueel is een derde nieuwe publikatie: Ahmed
Akgündüz en Ertuğrul Gökçekuyu, De
Rotterdamse Islamdebatten (IUR Press, 2013, 181 blz.). Uit de periode
2004-2007 vinden we hier een aantal lezingen die op de IUR gehouden zijn. Het
begint met het Islamdebat na de moord op Theo van Gogh. Over de vraag dus of de
Islam in Nederland thuis hoort, zich aan kan passen, respect toont voor andere
religies, vrouwen, radicalisme kan tegen gaan. Een thema als Islam en
homoseksualiteit komt ook ter sprake. Wat moeizaam soms: blz. 78: ‘We kunnen
homoseksualiteit niet respecteren, doch we moeten homoseksuele mensen
respecteren die in een bepaald land leven.’ Dit is de opmaat tot acht afspraken
in het ‘Sociale charter van Rotterdam’ die op 79-80 worden geciteerd. Blz.
111-139 geven de lezingen van een conferentie over vrouwenbesnijdenis uit 2007.
Özcan Hıdır, geboren in Turkije, studie in Arabië, vertelt dat hij pas voor het
eerst in Nederland een serieus gesprek hierover hoorde, omdat het eigenlijk
alleen in Afrikaanse landen als Somalië, Soedan en Egypte gebruikelijk is. Het
is volgens hem ook helemaal niet gebaseerd op islamitische voorschriften.
Daarnaast gaat de IUR voort met de vertaling van
geschriften van Said Nursi en is er een prachtige uitgave van een
Koranvertaling met commentaren verschenen, die we komende donderdag, 27 maart zullen bespreken in Rotterdam.