Na jaren van groei spreken we in Nederland weer van krimp. Dorpjes of tenminste enkele straten in Groningse gehuchten worden afgebroken. Syrië heeft met 1200 verlaten dorpjes en steden de grootste voorraad aan archeologische vindplaatsen. Graven dus maar en puzzles in elkaar zetten. Maar na Palmyra vonden wij het voorlopig genoeg. Bosra heeft een fantastisch kapot theater zoals we er al velen hadden gezien. En dan de grote mall, de winkelstraat. Palmyra heeft er een van 1200 meter, maar de langste is in Apemea (Afimia?), wel een 1800 meter lang. Daar zijn we maar niet geweest al heeft het wel een eeuw geduurd om die pilaren weer in elkaar te zetten.
Eigenlijk vonden wij het mooiste de bizarre combinatie in de Rechte Straat van Damascus: tussen de huizen en weinige parkeerplaatsen in nog restanten van de romeinse zuilenrij die de winkelstraat markeerde in de tijd van Paulus.
De mooiste gebieden zijn toch die ten noorden van Aleppo, het gebied van de Dead Villages, waar je af en toe nog ruïnes van kerken of huizen ziet, maar verder geheel desolaat en verlaten: klimaatverandering, droogte dus, te hoge belasting, oorlog. Even niet interessant, behalve voor de archeologen. De mooiste plek die wij zagen is rondom de zuil van Simeon 'de pilaarheilige'. Zo mooi dat er drie plaatjes komen van de ruïnes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten