dinsdag 12 april 2011

Abdullahi an-Na'im on Indonesia


My first ecnounter with a writing by Abdullahi Ahmad An-Na'im was on the campus of UIN (then still IAIN) Sunan Kalijaga in Yogyakarta. There were two heaps, each with some 20 copies of the translation of his book Dekonstruksi Syari'at. It is a well written argument for a reinterpretation of shari'a formulations, especially with regard to women and religious minorities. Basic idea is that the rulings of the Qur'an are partly from the prophetic period in Mecca, partly from the Medina period of Muhammad's life when he was a politican and had to make compromises.
Recently I bought the latest book, Islam, and the Secular State. Negotiating the future of Shari'a (Cambridge, MA and London: Harvard University Press 324 pp.). I was somewhat disappointed by the content. First about the general or international thesis of the book: An-Na'im does not want to see Islam as a 'pure' religion with prayers, rituals, concentrating on the idea of God, general rules of ethics. He wants to reject the secular society where religion is an individual affair. Why? That is not absolutely clear. It is more or less a deliberate choice that has been made outside the perspective of the book.
An-Na'im makes a sharp distinction between state en community: the territorial state must be secular, but the communities that live in the state and form together iyts society are welcome to live according to (renewed) shari'a:
As a Muslim I need a secular state in order to live in accordance with Shari'a out of my genuine conviction and free choice, personally and in community with other Muslims, which is the only valid and legitimate way of being a Muslim. Belief in Islam, or any religion, logically requires the possibility of disbelief, because belief has no value if it is coerced. If I am unable to disbelieve, I will not be able to believe. Maintaining institutional separation between Islam and the state while regulating the permanent connection of Islam and politics is a necessary condition for achieving the positive role of Shari'a now and in the future. (268)

An-Na'im did field work in three countries: Turkey, India and Indonesia. In all three he found many differences among present-day Muslims about the idea of sharia law. In Indonesia adat and therefore law is still very important. There is a trend towards more Wahhabi style strict interpretation of sharia, but also defence of Pancasila. His research in Indonesia was based on FGD: Focus-group discussion, organized by LKiS in Yogyakarta and they all reflect a wide variety of perspectives. There is 'constant negotiation over the role of Islam' (251) and no consensus about the outcome. Some 'confuse idealized Arab culture with Islam itself' (253) and there is application of sharia law in Aceh (257), but again here: widespread ambivalence among Indonesians. Nurcholis Madjid is often mentioned here, also his Islam Yes! Partai Islam, No! In short, no clear way out of the many debates about the theme.

The illustrations on top is about a 'dhimmi-guide' composed by right wing politicians who are afraid about the future domination of Europe by hardline Muslims.

zaterdag 9 april 2011

Het Jasje van Jasja

Onlangs was Jasja Nottelman 12,5 jaar dominee van de Janskerk. Ter gelegenheid daarvan kreeg zij een glossy, DE JASJA, waarvoor ik het volgende schreef. Bij deze de onverkorte versie dus.


Jasja Nottelman temidden van het koor in de bijzaal van de Janskerk, trekt haar buitenjas uit en is klaar voor de dienst.

Religieuze figuren houden van spectaculaire kleding. De rode schoentjes van de paus, tiara, mijters, de kronen van de oosterse patriarchen, metropolieten en archimandrieten, de kolossale tulbanden van de sjeichs, de bruine wapperende mantels van de ajatollahs. Onze bijbel kent er ook wel wat van: het mooiste verhaal is dat van de mantel van Elia, die het water van de Jordaan in tweeën kon splijten. Net zo machtig dus als de staf van Mozes. Maar die mantel hoorde wel bij de aardse opdracht van de grote profeet. Toen Elia ten hemel steeg, gleed de mantel af en kon Elisa hem gebruiken. Ook al weer om droogvoets de Jordaan over te steken (2 Koningen 2). Johannes ‘de Doper’ had een bijzondere mantel, van ruwe stof, kameelhaar en is daaraan nog steeds te herkennen. Ook Jezus had een bijzonder kleed, waarom de soldaten wel wilden dobbelen. Afijn, zo is het na Jezus steeds doorgegaan. Harry Pals deed zijn intrede niet in een klassieke zwarte protestante toga, maar in een neo-katholieke crème-kleurige, wel met stola erop (bij de orthodoxen voorbehouden aan de bisschoppen) en onder de toga een super-katholieke amict. Dat is een groot uitgevallen zakdoek om de hals die dient om de toga netjes te houden, zodat er geen gele zweetrandjes op het dure kleed komen. Vrome lieden hebben daarvan een imaginaire helm gemaakt die moet beschermen tegen de aanvallen van de duivel. Of een blinddoek zoals Jezus die bij de bespotting en geseling moest dragen. De witte toga’s van de Taizé broeders horen natuurlijk ook wel tot de sobere maar toch wel romantische stilte van die moderne stroming. In mijn Anglikaanse jaar, toen ik als koorlid in Montreal ook iedere zondag in een donkerrode toga in de koorbanken zat, werden wij voor de dienst nog ingebeden door de priester: dat we Gods lof mooi zouden verkondigen en onszelf en de zondaars tot bekering zingen. En dan in statige optocht van achter opkomen in dat heilige toneelspel dat liturgie is.
Maar zo niet Jasja in de Janskerk: die heeft een broekpak à la Hilary Clinton, stemmig grijs. En dat is het dan. Geen stola zoals collega Marieke Milder nog wel wil hebben. Straalt eenvoud en efficiëntie uit, no-nonsense. Ze hoeft niet door extravagante outfit te imponeren. Ze hoort bij uitstek tot de rest van de gemeenschap van de Janskerk. Ieder zijn mening en niemand langer dan een jaar in precies dezelfde overtuiging. Want zoeken is voorwaarde voor groei. Een strak en kort jasje dus. Nee, ik denk hier helemaal niet aan de zieke kortjakje, die op zondag met allerlei zilverwerk naar de kerk wilde. Jasja doet het zonder gouden kronen, grote mantels, in heldere taal en liefst zonder te veel bijzaken en opsmuk. Zo hoort dat, momenteel, in die eeuwenoude kapittelkerk.


Zo loopt Jasja Nottelman in een nog lege Janskerk, mooi functioneel grijs te midden van de rode stoelen