zaterdag 27 december 2014

Papa is boos

Op 22 Deceber 2014 heeft de paus de staf van het Vaticaan, de Curia Romana toegesproken. Dat gebeurt ieder jaar in een prachtige zaal van het Vaticaanse paleis. Daarna worden en kerst- en nieuwjaarswensen uitgewisseld.
De plechtigheid is op een filmpje te zien en e tekst te lezen via http://w2.vatican.va/content/francesco/en/events/event.dir.html/content/vaticanevents/en/2014/12/22/curiaromana.html. Makkelijk zoeken is het naar Vatican.va en dan de datum.
75% van de toespraak bestaat niet uit vrome wensen, maar uit een keiharde opsomming van de 15 kwalen waarvan het personeel lijdt. Zonder nuances, heel streng.

De grootste kwaal is wel die van een existentiële schizofrenie (mooie woorden zeggen, idealen van anderen eisen, maar zelf de kantjes ervan aflopen en een dubbelleven leiden), naast die van spirituele alzheimer. Strenge woorden ook over een cultuur van roddel en van de hogeren naar de ogen kijken, of activisme zonder te kijken waar het algemeen echt over gaat.
Mijn eerste reactie was: is dit als bij de treurige bisschop Eijk, die zijn somberste dromen heeft opgeschreven? Ook niet erg slim als je ergens eennieuwe geest in wilt blazen. Een volgende gedachte is natuurlijk: zit dit allemaal niet aan het systeem vast? Als je een kantoor hebt, organisatie met zoo'n 2500 werknemers, dan krijg je die houding toch eenmaal, zeker als er weinig democratie in zit.
Franciscus klaagt dat veel mensen het contact het de gewone pastorale zorg voor concrete mensen vergeten zijn, daar niet meer aan toe komen, maar alleen abstracte regels bewaken.Bij de Wereldraad hebben nooit meer dan zo'n 100-200 mensen op de burelen gewerkt, maar ook daar komen zulke toestanden voor. Klein houden dus die algemene organisatie.
Bij Amerikaanse  zendingsorganisaties spreken ze van tent-making ministry. Dat was ook de praktijk van Otto Heldring, naar het voorbeeld van de Duitse Gossner missie. Misschien nog niet zo gek: dat je niet full-time met religie bezig moet zijn, dat je er eigenlijk ookmaar niet je baan van moet maken, ook iets anders doen.

De grote woorden van het Kerstfeest

De Kerstwensen of Season's Greetings stromen weer binnen en heel wat fraais is ons al toegewenst voor het komende jaar. Moge het allemaal waar worden.
We waren bij een concert van een Barbershop mannenkoor uit Nieuwegein, samen met F@mail uit Almere in de oude kerk van Vreeswijk. Geen Jezuswoorden, maar geduld, begrip, vergeven in familierelatiers, warmte is daar Kerstmis. In de Janskerk heb ik twee diensten met groot plezier gezongen. De kernwoorden zijn daar licht en vrede. Jasja Nottelmans las en gaf commentaar op de vertaling in eenvoudig Nederlands, waar 'in den beginne was het woord', vertaald wordt met dat Jezus vanaf het begin zoon van God was en samen met God de wereld ontwierp en schiep, later ook zelf daar kwam wonen om te zorgen dat ook andere mensen kind van God konden worden. Misschien wel een heldere vertaling van de bedoeling van Johannes.
In de liederen kwamen wij de zware en grote woorden van Oosterhuis tegen: God onbedwingbaar, Vader voor eeuwig, koning van de Vrede. En natuurlijk veel licht.
Ik heb nog eens nagekeken hoe de oorsprong van het Kerstfeest was. Er wordt gesproken (en gezongen) over het oud-germaanse joelfeest, midwinterdrukte dus rondom de zonnewende. Maar ook al over de oude saturnalia, romeinse mythen en vieringen rondom diezelfde wending van de aarde. Christus wordt dan ook als een zon voorgesteld. Het beeld hieronder vond ik op internet uit een mozaïek van vóór 300 dat zich nu onder de Sint Pieters Basiliek in Rome bevindt. Maar in de liederen en teksten is wel sprake van 'licht' maar niet rechtstreeks meer van Christo Sole of Christus als Zon.
Er wordt wel veel gepreekt over de 'oorspronkelijke' betekenis van de betekenis van de geboorte van Jezus, maar dat is dus ook wat eenzijdig. Viering van die geboorte, van de positieve waarden, én natuurlijk gezelligheid, wat betekent lekker eten klaarmaken en dan met een mooi glas wijn in harmonie opeten en dan uitrusten! Zo'n feestelijke en zalig kersfeest zij alle lezers toegewenst!

Toch nog even een laatste beschouwing naar aanleiding van Kerstmis. De Indonesische vertaling van het boek over de Jezusverzen in de Koran is vertraagd omdat het laatste voorwoord nog niet binnen was. Toen heb ik er dus ook een nieuw slotwoord aan toegevoegd. Dat gaat over de verschillen tussen de incarnatie- en de verlossingstheologie. Modern protestantisme, vooral aan de evangelikale en pinkster-zijde ziet de verlossing (van wat? waarom?) alleen gebeuren in het offer dat Jezus aan de Vader brengt voor all zonden van de mensen, sinds de erfzonde van Adam. Dit ietwat mythisch-magische verlossingsdenken levert een wrekende God op, die alleen van Zijn eeuwige toorn verlost kan worden door de dood van zijn Gelifde Zoon. Dit heb ik altijd een rare constructie gevonden: als God echt almachtig is, kan het allemaal veel makkelijker en eenvoudiger opgelost te worden en hoeft die dood van de zoon niet.

De oosterse kerken doen niet aan dit krampachtige verlossingsdenken. De martelaarsdood van Jezus is edel, maar de goddelijkheid is al bij de mensen aanwezig vanaf de geboorte van Jezus, en daarvóór ook al in zeker mate bij devroegere profeten en edele mensen. Kerstmis dus niet alleen als opmaat naar Pasen, maar als heerlijke gebeurtenis in zichzelf.

zondag 14 december 2014

Als Kardinaal Eijk 2028 nog haalt...

Met ondertekening op 23 November 2014 heeft Kardinaal Wim Eijk van Utrecht een beleidsvisie gepubliceerd Het geloof in Christus vieren en verbreiden. Te downloaden via  http://aartsbisdom.nl/Nieuws/Pages/Schrijven-kardinaal-Eijk-Het-geloof-in-Christus-vieren-en-verbreiden.aspx.
Het is een verbijstered stuk van 9 bladzijden.In de inleiding schrijft de in 1953 geboren Willem Eijk dat hij in 2028 jn ontslag hoopt in te dienen. De 326 parochies heeft hij al teruggebracht tot 48 en tegen 2028 zullen er dat nog een 20-25 zijn, of nog minder. De parochie is geconcentreerd op de eucharistie en daarvoor is de priester als kernfiguur nodig. Innovatief pastoraat vinden we  bij de diocesane werkgroep bedevaarten, bij de wereldjongerendagen, de Tarcisiusdag voor misdienaars. Er zijn de laatste twee jaar binnengekomen: de Shalom-gemeenschap uit Brazilië en de Misioneros de Cristo Maestro uit Columbia.
Allemaal hoog wierookgehalte dus.
Er wordt veel naar de financiën gekeken in dit 'realistisch toekomstperspectief'.  Alleen onbetaalde diakens kunnen nog gewijd worden. Alleen de priesters ontvangen dan nog inkomen op basis van hun pastorale arbeid. Ik dacht aan de omgeving van de katedraal: de koorschool, de Fontys Hogenschool met HBO opleiding katholieke theologie, de FKT, de opvang voor daklozen in het straatje er naast, Museum Catharijneconvent, wel niet formeel allemaal onder het aartsbisdom, maar toch in diezelfde sfeer werkend.
Ik vroeg me ook af hoe het zit met koordirigenten en organisten/pianisten. Daarover allemaal niets hier.
 
Ik heb er geen harde cijfers voor, maar naar mijn indruk is het grootste aantal vrijwilligers in kerken actief bij de muziek, bij koren. Gisteren repeteerden we met een 30 zangers van de Janskerk voor Kerstmis. Van 10.00-16.00. Uiterst vermoeiend, maar met verve and enthousiasme. En onze dirigent en pianist/organist worden wél gewoon betaald. Een groot aantal van onze koorleden horen bij  de categorie die Eijk noemt als mensen die 'maar ten dele participeren in het parochiële leven', of in dit geval in het bestaan van de EUG, de Ekumenische Utrechte Gemeente. Het zijn allemaal 'zoekers', of minder dramatisch geformuleerd selectieve gebruikers. Veel ervan komen wekelijks naar de koor-repetitie, zingen op de koor-zondagen, maar gaan verder ook naar andere gebeurtenissen als de zaterdagmiddagmuziek in de Domkerk, gaan regelmatig naar een Bachcantate in de Geertekerk, wel eens naar de Dominicus in Amsterdam, naar toneelstukken, film, lezen boeken, gaan naar lezingen. En slaan nogal wat andere kerkdiensten in de Janskerk over. Een kerkelijk centrum begint te functioneren als een bioscoop of theater: mensen gaan er naar toe als het goed of bijzonder is. Eijk schrijft  op diezelfde bladzijde 3 dat het tot Concilie van Trente duurde tot de wereld verdeeld werd in parochies 'die naadloos op elkaar aansloten, zodat geen enkele katholiek in onzekerheid verkeerde over de vraag waar hij tot de sacramenten kon naderen'. Naar analogie van de burgerlijke gemeente dus. Wel, dat is helemaal verdwenen. Wie bekommert zich nog om volledigheid van doopboeken, van administratie van kerkelijke huwelijken: dat is allang burgerlijk recht geworden!
Het zal nog heel wat creativiteit vergen om van die oude kerken weer vitale centra van bezinning, vermaak, contact, ontmoeting te maken, maar laat het niet alleen wierookruimtes zijn voor een priester en zijn sacrale werk.

donderdag 11 december 2014

Was Jezus dan toch geen (echte) Jood?

In de laatste twee maanden schreef ik geen blog: te druk met het voltooien van het grote boek Catholics in Independent Indonesia, 1945-2010 en vooral met reizen naar Japan en Indonesië, waarover ik schreef in het andere weblog: Relindonesia.blogspot.com. Maar nu toch weer iets op de Nederlandse site.

In de weken op weg naar Kerstmis lezen we in de Janskerk het eerste hoofdstuk van Matteüs, de lijst met de vele namen, voorouders van Jezus. Er zitten nogal wat allochtonen in de serie, die voor enige vervuiling zorgen. Het werd me duidelijk in de preek van Jasje Nottelmans dat naam Moab letterlijk kon worden opgevat als ´Vaderling´ (ab als afkorting van abba, vader) en dat gaat dus over het verhaal dat de dochters van Lot, bij gebrek aan mannen na de verwoesting van de steden Sodom en Gomorro, zich door hun vader zwanger hadden laten maken. Zo zou men Moab kunnen uitleggen als 'vaderlingen', een stam die het resultaat is van incest.
In deze tijd lees ik ook de Indonesische roman van F. Rahardi, Para Calon Presiden. In dit boek uit 2009 wordt de campagne van de presidents-kandidaten beschreven: SBY, Megawati, de Sultan van Yogyakarta, Jusuf Kalla, Prabowo. Tegelijk wordt beschreven dat Jezus terugkeert voor een bezoek aan Indonesië, niet voor het einde der tijden, maar 'om de kandidaten morele steun te geven'. In feite is het boek aan leuke satire op het politieke leven van Indonesië. De auteur noemt Jezus steeds naar christelijke én islamitische terminologie: Jesus Kristus, Nabi Isa Alaihissalam. De bisschoppenconferentie en de raad van kerken vinden het maar raar: een officieel statement van de bisshoppen zegt dat ze nog moeten onderzoeken 'of de persoon die zich uitgeeft voor Jezus wel echt Jezus de Zoon van God is' en dat Jezus vooral ontmoet moet worden in de eucharistie. De Protestantse Raad van Kerken wil Jezus via de Schrift ontmoeten. Maar ook de raad van moslimgeleerden onthoudt zich van een oordeel: deze Jezus doet aan politiek en daar houdt de Raad zich buiten.
Op blz. 279-280 stellen de journalisten enkele algemene vragen: Hoe zijn verhouding was met Maria Magdalena, wie zijn biologische vader was, of hij ooit in Tibet is geweest?  'Ja, wie mijn biologische vader was, dat kunnen jullie het best niet aan mij, maar een mijn moeder Maria vragen. Die weet het best wie mijn biologische vader was. Maar ik ben nooit boos over lastige vragen en  mijn moeder ook niet. Alleen mijn volgelingen kunnen daar wel eens boos over worden. ... Er zijn er die het hebben over een romeinse soldaat, of over een Torah-geleerde. Ik maak me daar niet druk over, want voor de wet is mijn vader Joesoef of Joseph..' Over het feit dat er verhalen zijn die lijken op die van Krisjna en Boeddha: 'Ja, dat is nu eenmaal het risico als je enkele eeuwen na hen geboren bent'.  Heerlijk luchtige maar wel politiek-kritische novelle.