maandag 26 oktober 2015

OMA

Gisteren gingen wij al wandelend door prachtige herfstbossen naar onze achterburen van Oud Amelisweerd. Ruim 20 jaar een gesloten huis, nu een Museum met het beroemde Chinese behang van taferelen van varen in een mooie vijver, jachttaferelen.
Daarnaast nieuw werk van Armando, altijd (al sinds de jaren 1980), somber, zwart, maar nu wat luchtiger. Enkele aardige foto's van een mooi bezoek.

Enige stond er aan de voorkant een lelijke keet, omdat het koetshuis/bijgebouw nog opgeknapt moest worden. Nu is dat ook klaar, kun je er lunchen en wat drinken. Het was behoorlijk druk met wandelaars en de Koningsweg stond helemaal vol met auto's, tenminste de parallal baan. Maar dat is op afstand.
Ik zie dat ik vergeten ben om Armando's schildewerk op te nemen. Bovenaan staat een tafeltje met aardewerk uit de afgelopen eeuwen, dat bij de restauratie in de tuin is gevonden. Wel aardig om dat te bedenken. Daaronder zo 'n tochtje over het water. Slechte foto: het echt is veel stralender.
En dan de nieuwe aanwinst voor onze 'achtertuin' de Uithof: Apartementengebouw, 650 studentenkamers dus die zojuist klaar gekomen zijn. Mooi toch!

Lijstjes

Mensen zijn kennelijk dol op lijstjes. Natuurlijk vooral op de top: de beste taartenbakker van Heel Holland Bakt, the Voice of Holland. Maar lijstjes van gelijkwaardigen tellen ook goed mee: de top-10, of gewoon de zeven provinciën. Voor de islamitische traditie zijn er 99 namen voor God en ook 99 namen voor Mohammed. Op mijn studeerkamer hangt een Turkse klok, geschenk van Ahmed Akgündüz de zeer uitgesproken rector van de IUR, Islamitische Universiteit Rotterdam. De binnencirkel zijn de namen voor Mohammed, op de buitenrand staan de 99 voor Allah.
Bekend zijn die van Ahmad, Mustafa, Nabi, Rasul, maar ook Rasul al Malahim, de afgezant voor de dagen van het einde der tijden, Siraj (Lamp), Habib Allah (Geliefde van God). En nog veel meer.

In het christendom zijn er nogal wat lijstjes van zeven: sacramenten, smarten van Maria, zeven hoofdzonden, maar ook zeven werken van barmhartigheid. In de EUG beginnen we binnenkort een serie zondagen over de zeven Antiphonae majores, de zeven gezangen die voor en na het Magnificat van de Vespers worden gezongen. Van 17-23 worden deze gezongen. Alle zeven hebben ze een eretitel voor Jezus:
Emmanuël, Rex Gentium (Koning der Volkeren), Oriens (Oosten, zonsopgang, morgenzon), Clavis David (Sleutel van David), Radix Jesse (Wortel van Jesse)Adonai (Mijn Heer), Sapientia (Wijsheid). Samen vormen zij: Ero Cras, morgen ben ik er!
De voorbereidingscommissie heeft bij die zeven weer bijbelteksten geplakt en daar moeten dan de teams voor iedere zondag nog wat spannends bij gaan bedenken.
Bij 'mijn zondag' staat naast Rex Gentium die lezing uit Jeremia  10:1-10, nogal onverdraagzaam OT-verhaal dat ieder die gesneden beelden maakt fout is. 'De gebruiken van die volken zijn niets waard...'  Letterlijk staat er:
Ze hakken een stuk hout in het bos
een ambachtsman bewerkt het met zijn beitel,
verfraait het met zijn beitel..
Het is net een vogelverschrikker,
neergezet in een komkommerveld.  Heb voor beelden geen ontzag, kwaad doen ze niet en goed nog minder. Nogal arrogante tekst dus. Of moeten we dit leuk vinden? Humor mag toch wel en als humoristisch is het zeker bedoeld. Maar daar moeten we wellicht nog iets vredevollers tegenover gaan stellen.
God wordt dan uiteindelijk genoemd: hij is de levende God, de eeuwige koning.
De laatste twee zinnen van Jeremia luiden dan ook nog:
Door zijn woede beeft de aarde, tegen zijn toorn houden volken geen stand
Is dat liefde voor de grote leider?  Misschien is het wel goed om met enige argwaan en voorbehoud aan zo'n voorbereiding te beginnen.
Misschien goed om daarnaast dan maar eerst Mt 3,1-12  lezen, waar over Adderengebroed wordt gesproken, de wan in de hand tarwe verzamelen in de schuur en het kaf verbranden in onblusbaar vuur.  Religieuze teksten kunnen redelijk heftig, onvriendelijk en onnodig kwetsend zijn. Arjan Klaver vraagt ons nu juist om het debat even wat minder heftig te voeren!
Notitie van 17 nov. 2015
Dat ging over de Nederlandse politiek. Nu, na de aanvallen van 13 nov. in Parijs, is het helemaal mooi om het religieuze debat op een positieve manier en zeker wat minder heftig te voeren!
En dan ook nog: Jezus als koning?  Dat wilde hij zeker niet zijn, ondanks de formele beschuldiging dat hij Koning der Joden, INRI zou zijn. En is 'Koning' hier dus niet ook een beeld, zij het een literair, woord-beeld.

maandag 12 oktober 2015

Van een dwarse Tinkebell naar een overdonderende Constantijn

Gisteren  gingen wij (apule en Karel) naar de Amsterdamse Ekklesia, die weer kerk houdt in De Rode Hoed. Koor en gemeente weer in een heel grote kring, prachtige teksten en muziek. Openingstekst uit Psalemn vrij, 108:
Wij gaan iets doen aan de wereld
ademend, zingenderwijze:
dat vijandschap verstomt
dat de wapenen zwijgen...
De cyclus heet DWARS  De wereld kan anders. De overweging was door Katinka Simonse, bekend als kunstenares Tinkebell, die als een tweede Arnold Grunberg naar Afghanistan ging, maar niet alleen om te kijken, ook in een poging wat te doen aan het leed binnen een familie waarvan de vader na 19 jaar Nederland was teruggestuurd, omdat hij in de communistische tijd bij de politie had gewerkt.
De wereld die anders moet/moge worden, dat is het grote messiaanse thema. Bezongen met krachtige liederen, als het nieuwe Koninkrijk Gods. Tussen dat bijna-seculiere maar wel strijdbare en hoopvolle geluid is er dan ook nog het brood-ritueel. Jezus de dienaar die uitdeelde, brak, want zo werd ook weer gezongen:
Moge het delen van dit brood
en deze beker ons hart versterken:
dat wij vol hoop meewerken aan een nieuwe wereld,
waar brood en gerechtigheid en liefde is voor al wat kleeft.

En buiten was Amsterdam zo mooi in de late herfstzon, mensen op terrassen. Ik had ook nog wel graag een mooie scheppingspsalm gezongen, niet alleen God weet komt het goed maar iets van: Het is goed zo! Mooier kunnen we het ons nauwelijks voorstellen.
We gingen naar de Nieuwe Kerk waar een tentoonstelling was van Constantijn's 'bekering' en de overwinning van het christendom. Over hoe van een multi-culti maatschappij en veel plurifomiteit Constantijn het christendom de overwinnende religie maakte en Rome het centrum daarvan.
Dat begon met een aantal beelden van de multireligieuze maatschappij in Rome van de 2e eeuw. Naast de cultus van Isis en Osiris, van Mithras, van de oude Romeinse gode, en natuurlijk de keizercultus, waren er mooi voorbeelden van de Dionysius-cultus, de droes van Bacchus, maar uitgebreider ook van lente tot bloei en dood. Dit schijnt toch van een oud grafmonument te zijn, dus geen carnevalsoptocht voor de wijn, maar wellicht ook een droom van een wederopstanding? Hoe weinig weten we van Mitras, maar ook van die oude rituelen van de Romeinen en Grieken.
Constantijn kwam naar voren over de fragmenten van oversized beelden, waarvoor je zelfs een selfie mocht/moest maken! Naast Paule en ik zelf staat hier ook Wilna Wierenga, helemaal begeesterd in de ekklesia, die ook mooi verhalen had over de Groningse gebeurtenis van daags ervoor. Daarover later.


Het was erg donker in de Nieuwe Kerk, dus de foto's zijn niet zo best. Ze geven toch een idee van de overweldigende Constantijn, al waren alleen zijn hoofd en één voet aanwezig, de rest konden we erbij denken. De slag bij de Mulvische brug werd uitvoerig uitgebeeld, in kolossale Vatikaanse doeken (of foto's ervan), in filmen uit oude tijden. Ook in het schema van de zeven kerken die begonnen zijn  in de 4e eeuwe en die nu nog de hoofdkerken van Rome zijn. Dat moet dus het schema worden van onze komende Romereis: bezoek aan de zeven hoofdkerken. 'Je kon er vroeger aflaten verdienen..' zei onze commentator, die niet helemaal theologisch is ongevoerd.

maandag 5 oktober 2015

Luxemburg


Deze foto had overal genomen kunnen worden, maar hier is het dus Luxemburg!
Bossen en vestingen, dat is het wel zo'n beetje in de Belgische Ardennen, waar wij van 14-18 September waren. Luik is de absolute topper: de oude bisschopstad met zijn afgebroken kathedraal. Bouillon was ookeen grote verrassing. Op de terugweg gingen wij in Namen de citadel bezoeken: ook bijna 1000 jaar militaire geschiedenis, uitbreidingen. Nu schijnt het vooral een toeristische attractie te gaan worden met verkleedpartijen voor nationale heimwee, vooral in de zomermaanden. Middeleeuwse burchten, een 18e eeuws prachtslot, dan de Waterliniestijl van Willem I en steeds dikkere muren, korchten, en nu in de zomermaanden vrouwen met ountmutsen en lange rokken en mannen met schilden die aan de zelfbediening aanschuiven, met muntjes hun koffie uit een machine halen.
Beetje geschiedenisles dus, vooral pretpark. Maar wij waren er op een verkeerde druilerige dag, tijdens de schoolweek: een enkel schoolreisje nog.
Luxemburg hoort hier eigenlijk ook wel bij. Twee diepe rivieren, mooi omgeving en een stad op een rots, maar zonder oud hart. Een paleis, eenkasteel, eenkoddig parlement met een dapper wacht lopende minimalistische, eenzame soldaat. Niet een een echte kathedraal, maar een groot Jezuïetencollege met een sierlijke netjes opgeruimde kerk, waarin wij vanwege de regen een concert voor één gitaar en één hoboist bijwoonden. Vanwege de regen met zo'n 15 man publiek.

De mooiste kan van de oude Jezuïetenkerk is de balustrade van het oxaal, of plaats achterin waar het koor staat om re zingen. Bijzonder zijn ook de pilaren. Het zijn geometrische figuren die erop staan, 'moorse' motieven noemt men dat in de reisboeken. De foto is niet zo erg duidelijk. Je zou het ook als een soort 'kletisch touw' kunnen zien.
Op de terugweg gingen wij ook nog aan in Thorn, zagen de film over de geschiedenis van het kleine rijkje, een van de weinigen die eeuwenlang door een vrouw werd bestuurd. Mooi allemaal en op niet zo'n grote afstand van Utrecht. We komen nog wel terug in die streek.

donderdag 1 oktober 2015

Bouillon

In december 2010 maakten Paule en ik nog een reis 'fly and drive' door Syrië, dat toen nog een kalm land was. Impressies staan op de andere blog, http://relindonesia.blogspot.nl/2010/12/syrian-backgrounds.html. Vanuit Arlon, waar wij in september waren, zijn we nu naar Bouillon  gegaan en Paule zei meteen: dit is als Krak des Chevaliers, een heel echte middeleeuwse vesting, maar muur dan woonruimte. Als medieviste kwam dat hele gedoe van ridders, heldenmoed en dergelijke naar boven. Afijn we beklommen en zagen het allemaal!

Het kasteel heeft een heel lange geschiedenis van toevoegingen, verbouwingen. Onder Koning Willem I moest het nog de zuidgrens van het grote Nederland verdedigen en dus komt zijn naam hier meermalen voor.
Maar wat doe je nu binnen in zo'n oud kasteel? Er was een demonstratie van valkenjacht, zei het dat het hier ging over gieren, condors, uilen en andere grote vogels. En natuurlijk tentoonstellingen: van ganzepen tot computer over het schrijven.
Er bleek een heel dramatisch verhaal te zijn over de bekendste bewoner van het kasteel: Godfried, die in 1096 de eerste kruisttocht naar Palestina leidde. Hij verkocht het kasteel en alle andere bezittingen aan de Bisschop van Luik, die om dat te betalen alle parochies en kloosters een vreselijke hoge belasting moest opleggen. Afijn, zo werd die onderneming gefinancierd. Godfried werd wel administrator van Jeruzalem maar wilde zich geen koning noemen omdat Christus er de koning moest zijn. Hij stierf in 1100, 39 jaar oud.Geen kwaad woord over hem of over kruistochten in het algemeen in zijn oude kasteel, alleen lof voor zijn edelmoedigheid. Niets over het onderling gekrakeel van de ridders, de doden, de korte tijd dat het succes bleef.

We gingen ook nog naar Orval, plaats van bijna 1000 jaar abdij: waar grote staalwerken waren, prachtige smeden, machtige abten. Na 1800 werd het ruïne, in de jaren 1920 weer abdij en nu geliefd vanwege plaats van meditatie, het prachtige bier dat daar gemaakt wordt. Het gebouw was mega-groot zou men nu zeggen. Op de kerkmuur een Maria-met-Jezus van bijna-Indonesische afmetingen, ik schat zo'n 20 meter hoog, je zou er beduusd, bijna bang van worden. Ik kreeg het niet klaar deze moeder en kind goed op de foto te krijgen.

Heel sfeervol en romantisch staan er naast de nieuwbouw ook nog stevige stukken ruïne. Dus meer dan genoeg te zien daar!
In die omgeving hadden we ook nog een wandeling uitgezocht langs de Semois, tammer en breder dan we dachten. En mooi door de weilanden heen. Verder vonden we dat er wel erg veel donkere sparrenbossen zijn in de Ardennen en wij houden van wandelingen door open veld. niet door donkere bossen. De selva oscura laten we aan Dante over! En die vond dat ook triestig.

Bisschopsstad Luik

In September 2015 gingen Paule en ik een midweek naar de Ardennen. Op de heenweg stopten wij voor een stadswandeling in Luik. We gingen natuurlijk vergelijken met Utrecht: allebei bisschopssteden onder het grote Keulen. Alleen kwam in 1578 de alteratie in Utrecht, (na de beeldenstorm van 1566) en overheerste het Calvistisch protestantisme, terwijl in Luik pas ruim twee eeuwen later de macht van de bisschop en de kerk ineenstortte: in 1789 kwam het volk in opstand, maar in 1795 kreeg Luik zijn eigen Bastille, toen de grote kathedraal, de Saint Lambert steen voor steen werd afgebroken. Op het Archéforum, de Place Saint Lambert staan er nu dunne, doorzichtige pijlers als teken van de oude kerk.


Onmiddellijk hierboven: op het plein voor de Saint Barthélémy staan les grands op gepaste afstand van les petits, de clerus en de leken zonder duidelijke communicatie. Aardig wat restanten van de allure van de bisschoppen, maar tevens tekenen van de afkeer. Rond 1970 hebben ze de norse St Barthélémy van dat Duits aandoende rood-witte uiterlijk voorzien, waardoor de stoere maar grauwe natuurstenen verborgen worden.
In de Barthélémy deze doopvont, van Byzantijnse oorsprong, of zeker met motieven uit die omgeving. Waarschijnlijk nog iets ouder dan de kerk die tussen 1010-1015 werd gebouwd. Maar wel, als alles, herbouwd, herzien, ooit rococo, nu bescheiden in afbeeldingen.
Het was heel wat omhoog en omlaag in de bisschopstad, dus hier Paule vrolijk, bijna triomfantelijk  naar omlaag kijkend! De andere kerken en het meer dan kolossale paleis van de bisschop, nu beheerd door de provinciebestuur, bewaren we voor een volgende keer. Duidelijk moge zijn, dat Luik het wat kerkelijke grandeur ruim wint van Utrecht.