Sahinöz is geboren in 1981 in Halle. Studeerde sociologie en is doktorand in de theologie: op weg naar een academisch proefschrift? Hij heeft het tijdschrift Ayasofya opgericht dat hij zelf uitgeeft, online. Hij is ook voorzitter van WIR: Vereniging voor de studie van Wissenschaft, Integration und Religion. Hij is voorzitter van de gemeenschap van Nursi-kenners in Duitsland en voorzitter van de moslim-gemeenschappen van Bielefeld. Een soort voorzitter annex ZZPer dus. Zijn website www.misawa.de prijst het tijdschrift en een grote serie boeken aan.
Ik zag een boek langskomen dat afgelopen maand verscheen: 116 blz., kleine pagine, veel spatie, met allerlei kwaad over de Gülen-beweging. Via amazon.de kreeg ik dat voor € 6.90 en dat noem ik nog eens een echt Wirtschaftwunderi!
Het begint met de discussie over het geboortejaar. Dat is 1941, maar 10 November 1938 wordt ook naar voren geschoven, omdat Kemal Atatürk op die dag stierf en toen zou dus zijn grote tegenstander, de nieuwe mahdi of verlosser van de eindtijd geboren zijn.
Op blz. 7-8 vermeldt hij een voorval uit 1955-6, toen Gülen op de madrasah zat in Kursunlu. Hij zou zijn leraar Sadi Mazlumoglu bij de politie hebben aangegeven als Atatürk-tegenstander en daaropp werd Gülen van die madrasah verwijderd.
Maar in de jaren 1960 kreeg hij vooral in Izmir veel aanhang omdat hij prachtig kon preken.
Blz. 12-40 is een vrij lang deel over de vraag of hij bij de Nuris-beweging hoort. Volgens dit boek heeft hij wel een aantal ideeën van Nursi gebruikt, maar noemt hij de grote meester niet, ook al hoorde hij in 1971 wel bij een groep mensen die gevangen werden gezet omdat ze Risale-i-Nur lezers waren. Maar toen was Gülen laf en zei dat hij maar een deel van dit omvangrijke werk had gelezen, alleen als predikant niet als aanhanger. Twintig dagen voor zijn dood zou Nursi, die Gulen nooit ontmoet heeft, gewaarschuwd hebben voor de jonge predikant. Gülen was ook niet op de begrafenis van Nursi (stierf 23 maart 1960).
Er zijn twee grote verschillen tussen beide mannen: Nursi hield zich buiten de politiek en kende geen hierarchische organisatie. Gülen is er vanaf 1960 al op uit om de staat over te nemen en kent een strike hierarchie van allerlei imams (blz. 56). Maar omdat de beweging niet transparant en open is, kan hij daar geen goede bewijzen en vooral geen namen voor geven. Blz. 95-100 gaat over de staasgreep van 15 Juli. Luitenant Levent Türkan zou in zijn verhoor de Gülen beweging stevig hebben aangeklaad. Verder zijn deze pagina's een treurige lijst van wat er allemaal is verboden, vastgezet en ontslagen sinds die datum. Herhaaldelijk wordt vermeld dat aan de VS om uitlevering van Gülen is gevraagd. Niet vermeld wordt dat dit verzoek als sinds 2014 door de VS is afgewezen. Het is een triest boekje, dat symbool staat voor de gespletenheid van de Turkse natie, ook buiten het moederland.
maandag 31 oktober 2016
maandag 24 oktober 2016
Koptische kerk in Utrecht
Op zaterdag 22 Oktober 2016 was er een symposium in de Koptische kerk aan de Adriaan van Bergenstraat 61 in Utrecht. De oude parochiezaal was helemaal vol, met zo'n 130 bezoekers. Ik kwam 10 minuten te laat en vond achteraan nog maar net een stoel. Het was een presentatie van de orientaalse kerken: eerst Ethiopiërs die begonnen met zingen, in het wit geklede mannen tegenover de vrouwen.
Daarna was er een monnik van de Syrische christenen uit Glaner (Twente) die een mooi verhaal hield over de preken/gedichten, memre, van Efrem, de Syriër, bekend bij vele gelovigen omdat ze die mee kunnen zingen. Het poëtisch en narratieve is in die kerk belangrijke dan het reflexieve: theologie wordt er geschreven in poëzie (zoals de javaan in macapat). De gouden tijd is voor hen 300-700, preken op het ritme van Dante, steeds 2 regels, rijmend. Daarna kwam er iemand van de koptische kerk, met een soort zwarte helm als hoofddeksel.
Bij de Kopten is de reis/vlucht naar Egypte belangrijk: God (=Christus) bezocht immers eerst Egypte, voor hij ging preken in Palestina. Hier dus ook een houtsnijwerk van die vlucht met de palmboom waar zij rustten. En links daarvan die zwarte 'helm' van hun leiders. Daaronder Joris de drakendoder. Ik ben zelf nu bezog met een icoon waar de Aartsengel Michael de draak doodt, maar meestal is het daar toch wel Joris zelf.
Er was nog een Armeens Apostolisch koor met zeer krachtige vrouwenstemmen, alsof het geschoolde operazangeressen waren. Leuk detail: hun hoofddoek was van de Maria van Lourdes. Er was ook een jonge Ethioposche vrouw van 22, die een tienerdienst leidt, naast haar HBO studie maatschappelijk werk.Zij kent het Nederlandse jargon (was overigens in Leiden geboren): zij is opgevoed met de waarden en normen van de Ethiopische Kerk.
Het symposium was eigenlijk georganiseerd vanwege een boek van Jaap van Slageren over deze kerken. Er zijn er 38 (plus twee kloosters): 11 Syrische, 8 Koptische, 7 Armeense en dan nog 12 Ethiopische en Eritrese. Zij claimen een 60,000 gelovigen. Laat de veelkleurigheid bloeien ook in deze kerken!
Daarna was er een monnik van de Syrische christenen uit Glaner (Twente) die een mooi verhaal hield over de preken/gedichten, memre, van Efrem, de Syriër, bekend bij vele gelovigen omdat ze die mee kunnen zingen. Het poëtisch en narratieve is in die kerk belangrijke dan het reflexieve: theologie wordt er geschreven in poëzie (zoals de javaan in macapat). De gouden tijd is voor hen 300-700, preken op het ritme van Dante, steeds 2 regels, rijmend. Daarna kwam er iemand van de koptische kerk, met een soort zwarte helm als hoofddeksel.
Bij de Kopten is de reis/vlucht naar Egypte belangrijk: God (=Christus) bezocht immers eerst Egypte, voor hij ging preken in Palestina. Hier dus ook een houtsnijwerk van die vlucht met de palmboom waar zij rustten. En links daarvan die zwarte 'helm' van hun leiders. Daaronder Joris de drakendoder. Ik ben zelf nu bezog met een icoon waar de Aartsengel Michael de draak doodt, maar meestal is het daar toch wel Joris zelf.
Er was nog een Armeens Apostolisch koor met zeer krachtige vrouwenstemmen, alsof het geschoolde operazangeressen waren. Leuk detail: hun hoofddoek was van de Maria van Lourdes. Er was ook een jonge Ethioposche vrouw van 22, die een tienerdienst leidt, naast haar HBO studie maatschappelijk werk.Zij kent het Nederlandse jargon (was overigens in Leiden geboren): zij is opgevoed met de waarden en normen van de Ethiopische Kerk.
Het symposium was eigenlijk georganiseerd vanwege een boek van Jaap van Slageren over deze kerken. Er zijn er 38 (plus twee kloosters): 11 Syrische, 8 Koptische, 7 Armeense en dan nog 12 Ethiopische en Eritrese. Zij claimen een 60,000 gelovigen. Laat de veelkleurigheid bloeien ook in deze kerken!
Transformaties van een kerkgebouw
In 1960 opende de CGK, Christelijk Gereformeerde Kerk aan de Adriaan van Bergenstraat 61 een kerkgebouw, Eben Haëzerkerk, aanvankelijk ook nog gebruikt door de Vrijgemaakten. Dit gebouw werd enige jaren geleden verkocht en werd toen een sportschool.
De kale rechthoekige ruimte is sinds 10 maanden in gebruik door Chinese Boeddhisten, vooral vertegenwoordigd door enkele Engels sprekende nonnen. Ze zijn verschillend van die van de Zeedijk in Amsterdam (die komen uit Taiwan), maar hier komen ze van Peking, in ieder geval van het vasteland van China, waar hun leider een oude tempel (Longquang) weer helemaal in glorie heeft hersteld en nu dus ook een verstiging in Utrecht heeft geopend.
Kennelijk is de tempel in enkele containers zo uit China gekomen. Volledig en kant en klaar. Aan de buitenkant alleen wat wolkjes en wat aardige bewakers-leeuwen.
Binnenin zijn de drie grote beelden: in het centrum de historische Buddha Sakyamuni van 500 v Chr. met het rad van de leer. Links de Buddha Amida, die een Lotus in de hand heeft. Rechts een genezende Boeddha met een kom waarin een genezende drank zit. De andere figuren zijn boddhisattva's allemaal mannen, al zien ze er nogal vrouwelijk uit (of ik begreep de non niet goed).
Er staan voor het altaar alleen kaarsen en flesjes water, alles vrij sober.
om binnen te gaan moet je een beschermende doek om je schoenen doen, zodat de vloer schoon en mooi blijft. Er stonden gastvrouwen buiten om eventuele bezoekers welkom te heten. Maar er was geen Nederlands- en Engelstalige lectuur.
Haal bijzonder zijn de wanden die, buiten de deuren of het hoofdaltaar, bedekt zijn met een 1800 afbeeldingen van Kwan-Jin of een of andere boddhisattva. Een serene sfeer. De tempel ligt zo'n 100 meter van een vroegere katholieke kerk (met een klooster van monialen van St Monica), nu in gebruik door de koptische christenen. Zo steekt het geloof steeds weer elders zijn kop op.
De kale rechthoekige ruimte is sinds 10 maanden in gebruik door Chinese Boeddhisten, vooral vertegenwoordigd door enkele Engels sprekende nonnen. Ze zijn verschillend van die van de Zeedijk in Amsterdam (die komen uit Taiwan), maar hier komen ze van Peking, in ieder geval van het vasteland van China, waar hun leider een oude tempel (Longquang) weer helemaal in glorie heeft hersteld en nu dus ook een verstiging in Utrecht heeft geopend.
Kennelijk is de tempel in enkele containers zo uit China gekomen. Volledig en kant en klaar. Aan de buitenkant alleen wat wolkjes en wat aardige bewakers-leeuwen.
Binnenin zijn de drie grote beelden: in het centrum de historische Buddha Sakyamuni van 500 v Chr. met het rad van de leer. Links de Buddha Amida, die een Lotus in de hand heeft. Rechts een genezende Boeddha met een kom waarin een genezende drank zit. De andere figuren zijn boddhisattva's allemaal mannen, al zien ze er nogal vrouwelijk uit (of ik begreep de non niet goed).
Er staan voor het altaar alleen kaarsen en flesjes water, alles vrij sober.
om binnen te gaan moet je een beschermende doek om je schoenen doen, zodat de vloer schoon en mooi blijft. Er stonden gastvrouwen buiten om eventuele bezoekers welkom te heten. Maar er was geen Nederlands- en Engelstalige lectuur.
Haal bijzonder zijn de wanden die, buiten de deuren of het hoofdaltaar, bedekt zijn met een 1800 afbeeldingen van Kwan-Jin of een of andere boddhisattva. Een serene sfeer. De tempel ligt zo'n 100 meter van een vroegere katholieke kerk (met een klooster van monialen van St Monica), nu in gebruik door de koptische christenen. Zo steekt het geloof steeds weer elders zijn kop op.
woensdag 19 oktober 2016
Brugge
Na Gent dus ook een dag Brugge. Veel mensen in de rondvaartboten, hele busgroepen, tientallen, wellicht honderden op zo'n dag in Oktober nog, naast de schoolklassen.
Brugge was ooit ook leider van een hele federatie van kleine stadjes en dorpen, de ommelanden, zoals Venetië ook een keten van onderhorgiheden had. Overdag dus heel druk en daarom een magere, niet heldere foto van de avondrust.
Dit was de salvatorkerk, met een hoge romaanse onderbouw, waarop dan een soort oud kasteel is gebouwd in de 19e eeuw. Net als de maria-kerk ernaast (die met de allerhoogste toren van België) was de binnenruimte nog in restauratie. Wat gaan de Belgen daar mee doen nu er nog maar twee missen zijn per weekend?
Rechts is de basiliek van het Heilig Bloed, bedevaartcentrum, in twee bouwlagen, zo te zien nog druk bezocht. In het midden het superrijke stadhuis en links daarvan het begin van de kantoren voor de ommelanden. Stadsbestuur en kerk naadloos in elkaar overlopend.
Al sinds 1500 is Brugge geen havenstad meer, maar toch nog wel een waterstad. Hier zo'n doorkijkje zoals er zoveel zijn.
Wij kozen voor twee schilderijenmusea: Memlinck in het Sint Jans maar vooral de pracht van de Vlaamse primitieven in het Groeningemuseum. Hierboven Maria met kind getekend door de evangelist Lukas. Daaronder een mooie kruisiging met links de rond koepelkerk van het Heilig Graaf en rechtsboven bijna hetzelfde: de koepel van de rots, het islamitische heiligdom, bijna van gelijke grootte (55 meter middellijn en ook zo'n hoogte). Alleen de islamitische koepel is verguld, al is dat hier helemaal niet te zien.
Weinig moderns dus, weinig jonge mensen, maar vooral toeristen. Modern is dan nog wel dit grote ensemble rond een grote fontein op de grote ondergrondse garage Het Zand. Verder is dat nog wel een groot kaal dak, behalve wellicht op de vrijdagmarkt!
Brugge was ooit ook leider van een hele federatie van kleine stadjes en dorpen, de ommelanden, zoals Venetië ook een keten van onderhorgiheden had. Overdag dus heel druk en daarom een magere, niet heldere foto van de avondrust.
Dit was de salvatorkerk, met een hoge romaanse onderbouw, waarop dan een soort oud kasteel is gebouwd in de 19e eeuw. Net als de maria-kerk ernaast (die met de allerhoogste toren van België) was de binnenruimte nog in restauratie. Wat gaan de Belgen daar mee doen nu er nog maar twee missen zijn per weekend?
Rechts is de basiliek van het Heilig Bloed, bedevaartcentrum, in twee bouwlagen, zo te zien nog druk bezocht. In het midden het superrijke stadhuis en links daarvan het begin van de kantoren voor de ommelanden. Stadsbestuur en kerk naadloos in elkaar overlopend.
Al sinds 1500 is Brugge geen havenstad meer, maar toch nog wel een waterstad. Hier zo'n doorkijkje zoals er zoveel zijn.
Wij kozen voor twee schilderijenmusea: Memlinck in het Sint Jans maar vooral de pracht van de Vlaamse primitieven in het Groeningemuseum. Hierboven Maria met kind getekend door de evangelist Lukas. Daaronder een mooie kruisiging met links de rond koepelkerk van het Heilig Graaf en rechtsboven bijna hetzelfde: de koepel van de rots, het islamitische heiligdom, bijna van gelijke grootte (55 meter middellijn en ook zo'n hoogte). Alleen de islamitische koepel is verguld, al is dat hier helemaal niet te zien.
Weinig moderns dus, weinig jonge mensen, maar vooral toeristen. Modern is dan nog wel dit grote ensemble rond een grote fontein op de grote ondergrondse garage Het Zand. Verder is dat nog wel een groot kaal dak, behalve wellicht op de vrijdagmarkt!
Gent
11 en 12 Oktober waren wij in Vlaanderen, voor het bezoek aan de twee oude steden Brugge en Gent. We aren er al lang niet geweest en hadden deze keer royaal tijd. Dus de hele rondgang afgelopen. Te beginnen met een selfie bij de Sint Baafskathedraal.
De aloude jubée, afscheiding tussen koor voor de cletrus en het schiop voor de gewone gelovigen was nu veranderd in een soort toegangspoort met de werken van barmhartigheid erop, tevens toegang vanwege het Heilig Jaar van Barmhartigheid. Verder niet veel nieuws of anders in die stoere grote oude kerk.
Niet de adel, zeker geen koning en een nationale trots, maar de burgerij: de gilden en de handelaren zijn dominant in de twee steden/ Hier het centrum: de belfort en het oude lakenhuis, waar de kwaliteit van de producten werd gecontroleerd.
Aan de andere kant van de lakenhal een nieuw marktgebouw in moderne stijl. Dat vonden wij wel een groot verschil tussen Brugge en Gent: er is meer aan moderne gebouwen te vinden in Gent. Welloicht ook vanwege de universiteit zijn de toeristen er niet dominant. Ook konden nogal wat van die oude gebouwen voor universiteitsinstituten gebruikt worden. Dat is er allemaal in Brugge niet. Daar hadden we het idee dat er het gevaar is van het huidige Venetië: dat het helemaal een Unesco-stadje wordt van museale allure, maar geen eigentijdse dynamiek meer.
In de Nicolaaskerk stond achterin een groot project van kleurrijke inclusiviteit: mensen in allerlei kleuren van huidskleur en kleding. Er was ook een mooi recent beeld van Pater Damiaan. Als je een gebouw niet blijft verbouwen en vernieuwen, gaat de betekenis er van verloren!
Het oude kasteel is een werkplaats voor textiel geweest (naast woonplaats van de graaf, verruild voor een meer comfortabel stadspaleis dat al is afgebroken). Nu is het museum geworden van gruwelijke wapens en martelingen. Maar onschuldig om te zien.
En Gent was ook ooit socialistisch en links: deze twee gebouwen naast elkaar op het grote marktplein. Maar ok dat is voorbij en er zitten nu kledingzaken in!
De aloude jubée, afscheiding tussen koor voor de cletrus en het schiop voor de gewone gelovigen was nu veranderd in een soort toegangspoort met de werken van barmhartigheid erop, tevens toegang vanwege het Heilig Jaar van Barmhartigheid. Verder niet veel nieuws of anders in die stoere grote oude kerk.
Niet de adel, zeker geen koning en een nationale trots, maar de burgerij: de gilden en de handelaren zijn dominant in de twee steden/ Hier het centrum: de belfort en het oude lakenhuis, waar de kwaliteit van de producten werd gecontroleerd.
Aan de andere kant van de lakenhal een nieuw marktgebouw in moderne stijl. Dat vonden wij wel een groot verschil tussen Brugge en Gent: er is meer aan moderne gebouwen te vinden in Gent. Welloicht ook vanwege de universiteit zijn de toeristen er niet dominant. Ook konden nogal wat van die oude gebouwen voor universiteitsinstituten gebruikt worden. Dat is er allemaal in Brugge niet. Daar hadden we het idee dat er het gevaar is van het huidige Venetië: dat het helemaal een Unesco-stadje wordt van museale allure, maar geen eigentijdse dynamiek meer.
In de Nicolaaskerk stond achterin een groot project van kleurrijke inclusiviteit: mensen in allerlei kleuren van huidskleur en kleding. Er was ook een mooi recent beeld van Pater Damiaan. Als je een gebouw niet blijft verbouwen en vernieuwen, gaat de betekenis er van verloren!
Het oude kasteel is een werkplaats voor textiel geweest (naast woonplaats van de graaf, verruild voor een meer comfortabel stadspaleis dat al is afgebroken). Nu is het museum geworden van gruwelijke wapens en martelingen. Maar onschuldig om te zien.
En Gent was ook ooit socialistisch en links: deze twee gebouwen naast elkaar op het grote marktplein. Maar ok dat is voorbij en er zitten nu kledingzaken in!
dinsdag 4 oktober 2016
Hemelvaart op de Tabor: Petrus, Jacobus, Johannes
Onlangs preekt Harry Pals in de Janskerk over het Taborverhaal, eigenlijke de 1e hemelvaart: als Jezus hemelse kleuren wit krijgt en twee hemelbewoners/vroegere collega's ontmoet, Elia en Mozes, en bevestiging van hen krijgt.
Het verhaal lijkt te zijn naverteld in de islamitische traditie waar Mohammed in moeilijke tijden ook een hemelvaart krijgt, vanaf de tempelberg in Jeruzalem en daar de vroegere profeten ontmoet en goede raad van hen krijgt: Mozes, Abraham, Jezus, Adam zelfs. Het is een van de meest uitbundige scenes in de afbeeldingen. Zowel de reis van Mekka naar Jeruzalem als de ontmoetingen in de hemel. Hieronder de profeten in een torentje van vlammen onzichtbaar, maar de entourage meer dan koninklijk, hemelse parade, taptoe dus.
Harry Pals, onze dominee, ging niet op de hoge figuren in, Elia en Mozes, maar juist op de verschillende karakters van de drie apostelen:
Petrus,‘rots’, de mens die zo graag en gretig en vurig voorop wil lopen in het doortrekken van de lange lijnen van de geschiedenis, de traditie. Die zoveel van oudere verhalen terugziet in zijn ervaringen met Jezus, en die dat ook zo graag allemaal haastig bijeen wil harken, vast wille houden, ‘in handen’ wil houden, onder controle. Petrus de mens van de bronnen.
Het verhaal lijkt te zijn naverteld in de islamitische traditie waar Mohammed in moeilijke tijden ook een hemelvaart krijgt, vanaf de tempelberg in Jeruzalem en daar de vroegere profeten ontmoet en goede raad van hen krijgt: Mozes, Abraham, Jezus, Adam zelfs. Het is een van de meest uitbundige scenes in de afbeeldingen. Zowel de reis van Mekka naar Jeruzalem als de ontmoetingen in de hemel. Hieronder de profeten in een torentje van vlammen onzichtbaar, maar de entourage meer dan koninklijk, hemelse parade, taptoe dus.
Harry Pals, onze dominee, ging niet op de hoge figuren in, Elia en Mozes, maar juist op de verschillende karakters van de drie apostelen:
Petrus,‘rots’, de mens die zo graag en gretig en vurig voorop wil lopen in het doortrekken van de lange lijnen van de geschiedenis, de traditie. Die zoveel van oudere verhalen terugziet in zijn ervaringen met Jezus, en die dat ook zo graag allemaal haastig bijeen wil harken, vast wille houden, ‘in handen’ wil houden, onder controle. Petrus de mens van de bronnen.
Johannes,‘de Eeuwige is genadig’, die met zijn naam en in heel zijn bestaan geraakt is door Gods overstelpende liefde, die die liefde vorm wil geven, mensen erbij betrekken, mensen aan elkaar verbinden zoals Jezus dat kon en deed, een gemeenschap van verbondenheid stichten.Johannes de mens van de gemeenschap.
Jakobus, de oude Jakob, ‘hielenlichter’, oplichter, die zijn broer aan de kant zette, die geraakt wordt en dan leert om niet alleen maar voor zichzelf op te komen, maar juist voor de ontrechte, die wil doen, aanpakken, oplossen, een betere wereld maken – want wat stelt geloven voor als je een ander niet eens ziet staan? Jakobus de mens van de inzet. Drie kanten van de kerk: de bronnen, de gemeenschap, de inzet.
Er kwamen zelfs drie mannen met staf, Palestijns herderscostuum oplopen. Ik dacht eerder dat de karakteristieken over drie kerken gingen: Petrus de Catholica, Johannes de orthodoxen van het oosten en Jacobus de Protestanten. Maar dat bleek toch niet te kloppen.
Er kwamen zelfs drie mannen met staf, Palestijns herderscostuum oplopen. Ik dacht eerder dat de karakteristieken over drie kerken gingen: Petrus de Catholica, Johannes de orthodoxen van het oosten en Jacobus de Protestanten. Maar dat bleek toch niet te kloppen.
maandag 3 oktober 2016
Gülen, gezien in wereldperspectief
Ik heb wel eens een HOVO-cursus gegeven over 7 moslimculturen: drie
oude (Arabisch, Perzisch, Turks), drie latere (Zuid India, Indonesië,
Afrika onder de Sahara) en tenslotte Islam in het Westen.
Als we een beeld willen hebben van Gülen-beweging moeten we vergelijken. Meten is weten, door vergelijking dus.
Alle Moslimbewegingen in de 20e eeuw ontstaan, zijn het gevolg van een minderwaardigheidscomplex (Wertheim), of van een gevoel dat het met de moslims verkeerd is gegaan (Bernard Lewis: What Went Wrong?). Dé remedie is dan een terugkeer naar vroegere glorie. Een stap terug om weer groot te zijn. De Moslimbroeders zijn de grootste beweging van de Arabische wereld, maar vormen een organisatorisch plan van een salafistische beweging. In de wereld van India-Pakistan is de Jamaat-i-Islami van Maududi de grootste. Allebei willen ze terug naar het gezag van Koran en Hadith, dus vooral het gezag van de traditionele ulama.
In de Perzische wereld is er de revolutie van de Ayatollahs, van wie sommige vooruitstrevend waren (Tabataba'i) en sommige geleerden als Ali Shariati waren echte vernieuwers, maar in feite is de islam er tot de oude roots, dus de ulama, teruggekeerd.
In Indonesië zien we een mix van oud en nieuw. Er zijn twee zeer grote bewegingen: Muhammadiyah die een mix van salafisme en modernisme propageert en geen strakke keuze maakt. Nahdlatul Ulama die ook laveert tussen hernieuwde aandacht voor de ouderwets gevormde ulama en moderne gedachten in politieke en sociaal leven.
Over belangrijke bewegingen in dus-sahara Afrika weet ik weinig.
Als we wereldwijd deze bewegingen bekijken dan is de grote beweging die zijn inspiratie vind in Fethullah Gülen de enige die niet dom teruggrijpt naar een glorierijk verleden, de zijne. Er is geen concentratie op studie van Koran en hadith (wél bij de grote meester zelf, maar hij eist niet van zijn volgelingen dat zij theologie of religie studeren, biologie, medische wetenschap en natuurwetenschap is beter!). Godsdienst hoeft niet het hele leven te domineren. Het inspireert maar geeft niet de feitelijke oplossing van maatschappelijke problemen. Ook Gülen vertrekt vanuit een analyse van de moslims in Turkije en in de wereld als minderwaardig in aanzien en invloed, maar zoekt niet een terugkeer tot Koran en Hadith waarin alle oplossingen te vinden zijn, maar in een oproep om op seculier gebied juist ook eens goed te gaan presteren.
Als we een beeld willen hebben van Gülen-beweging moeten we vergelijken. Meten is weten, door vergelijking dus.
Alle Moslimbewegingen in de 20e eeuw ontstaan, zijn het gevolg van een minderwaardigheidscomplex (Wertheim), of van een gevoel dat het met de moslims verkeerd is gegaan (Bernard Lewis: What Went Wrong?). Dé remedie is dan een terugkeer naar vroegere glorie. Een stap terug om weer groot te zijn. De Moslimbroeders zijn de grootste beweging van de Arabische wereld, maar vormen een organisatorisch plan van een salafistische beweging. In de wereld van India-Pakistan is de Jamaat-i-Islami van Maududi de grootste. Allebei willen ze terug naar het gezag van Koran en Hadith, dus vooral het gezag van de traditionele ulama.
In de Perzische wereld is er de revolutie van de Ayatollahs, van wie sommige vooruitstrevend waren (Tabataba'i) en sommige geleerden als Ali Shariati waren echte vernieuwers, maar in feite is de islam er tot de oude roots, dus de ulama, teruggekeerd.
In Indonesië zien we een mix van oud en nieuw. Er zijn twee zeer grote bewegingen: Muhammadiyah die een mix van salafisme en modernisme propageert en geen strakke keuze maakt. Nahdlatul Ulama die ook laveert tussen hernieuwde aandacht voor de ouderwets gevormde ulama en moderne gedachten in politieke en sociaal leven.
Over belangrijke bewegingen in dus-sahara Afrika weet ik weinig.
Als we wereldwijd deze bewegingen bekijken dan is de grote beweging die zijn inspiratie vind in Fethullah Gülen de enige die niet dom teruggrijpt naar een glorierijk verleden, de zijne. Er is geen concentratie op studie van Koran en hadith (wél bij de grote meester zelf, maar hij eist niet van zijn volgelingen dat zij theologie of religie studeren, biologie, medische wetenschap en natuurwetenschap is beter!). Godsdienst hoeft niet het hele leven te domineren. Het inspireert maar geeft niet de feitelijke oplossing van maatschappelijke problemen. Ook Gülen vertrekt vanuit een analyse van de moslims in Turkije en in de wereld als minderwaardig in aanzien en invloed, maar zoekt niet een terugkeer tot Koran en Hadith waarin alle oplossingen te vinden zijn, maar in een oproep om op seculier gebied juist ook eens goed te gaan presteren.
zondag 2 oktober 2016
Iconen schilderen
Voordat ik afgelopen week naar Birmingham ging (daarover een verhaal op de Engelstalige blog, relindonesia.blospot.com) heb ik afgelopen maandag mijn eerste cursusmorgen iconenschilderen gekregen. Docent is Ineke Meijer. Zij was ook student bij de KTU toen ik daar nog wereldchristendom en Islam doceerde.
Zij heeft een strak regime wat overigens in alle boeken en verhalen over iconen voorkomt. Meteen begonnen wij (na inleidingsgebed, er hangt een religieuze stilte in de ruimte) met de keuze van de heilige die wij zouden schilderen de komende tien weken. Het centrum van een iconenwand bestaat zeker uit Jezus, links van hem Maria en rechts Johannes de Doper. Zij liet me ook een koptische icoon van Michael zien. Die is gemakkelijker, dus die heb ik maar gekozen.
Zij gaf me ook een 'werktekening'. Die moet je aan de onderkant met rode verstof bestrijken, dan overtrekken op de houtplaat (die kant en klaar gegeven werd) en dan de lijnen oververven met een lichte verf (mengsel van de eigeel/wijn met poederstof. De rok en het blauw van de vleugels heb ik ook ingeverfd en naa ruim twee uur kwam er dus het volgende uit.
Hier ga ik de komende 9 weken dus nog verder aan werken. De anderen in de cursus hadden soms al een of twee jaar gewerkt. Een had zijn eigen plaat klaargemaakt: mooi uitgediept, zodat de rand er natuurlijker bijkomt. Je bent heel intensief met zo'n afbeelding bezig.
Ik zocht thuis wat meer op en vond nogal wat mensen die ook actief zijn met iconenschilderen. Er blijkt toch wel een groep van duizenden in Nederland te zijn die er wat aan heeft gedaan. Onze cursus had 8 leden. Ineke Meijer geeft er twee van drie maanden in Bunnik, in een ruime zaal van de pastorie. Mannen en vrouwen ongeveer gelijk in aantal. De vrouw van Gerard van 't Spijker doet het ook. Wilna Wierenga, en ongetwijfeld heel wat anderen.
Het zijn vrijwel allemaal oude heiligen (naast Jezus, Maria en Engelen, enkele Oud-Testamentische figuren). Ik kwam een moderne heilige tegen: Damiaan de Veuster, gesxchilderd door August van Dick.
Hij ziet er een beetje stug, stuurs. De andere heiligen kijken je rechtstreeks aan, of als het in profiel gaat, dan toch twee ogen zichtbaar. Hier dus maar één oog.
Maar ik ga eerst oefenen op een engelen-neus.
Zij heeft een strak regime wat overigens in alle boeken en verhalen over iconen voorkomt. Meteen begonnen wij (na inleidingsgebed, er hangt een religieuze stilte in de ruimte) met de keuze van de heilige die wij zouden schilderen de komende tien weken. Het centrum van een iconenwand bestaat zeker uit Jezus, links van hem Maria en rechts Johannes de Doper. Zij liet me ook een koptische icoon van Michael zien. Die is gemakkelijker, dus die heb ik maar gekozen.
Zij gaf me ook een 'werktekening'. Die moet je aan de onderkant met rode verstof bestrijken, dan overtrekken op de houtplaat (die kant en klaar gegeven werd) en dan de lijnen oververven met een lichte verf (mengsel van de eigeel/wijn met poederstof. De rok en het blauw van de vleugels heb ik ook ingeverfd en naa ruim twee uur kwam er dus het volgende uit.
Hier ga ik de komende 9 weken dus nog verder aan werken. De anderen in de cursus hadden soms al een of twee jaar gewerkt. Een had zijn eigen plaat klaargemaakt: mooi uitgediept, zodat de rand er natuurlijker bijkomt. Je bent heel intensief met zo'n afbeelding bezig.
Ik zocht thuis wat meer op en vond nogal wat mensen die ook actief zijn met iconenschilderen. Er blijkt toch wel een groep van duizenden in Nederland te zijn die er wat aan heeft gedaan. Onze cursus had 8 leden. Ineke Meijer geeft er twee van drie maanden in Bunnik, in een ruime zaal van de pastorie. Mannen en vrouwen ongeveer gelijk in aantal. De vrouw van Gerard van 't Spijker doet het ook. Wilna Wierenga, en ongetwijfeld heel wat anderen.
Het zijn vrijwel allemaal oude heiligen (naast Jezus, Maria en Engelen, enkele Oud-Testamentische figuren). Ik kwam een moderne heilige tegen: Damiaan de Veuster, gesxchilderd door August van Dick.
Hij ziet er een beetje stug, stuurs. De andere heiligen kijken je rechtstreeks aan, of als het in profiel gaat, dan toch twee ogen zichtbaar. Hier dus maar één oog.
Maar ik ga eerst oefenen op een engelen-neus.
Abonneren op:
Posts (Atom)