In de Janskerk volgen we deze maand een cyclus over vrouwenfiguren in het bijbelboek Openbaring. Een goede gelegenheid om eens wat in dit rijke werk te grasduinen. Afgelopen zondag gaf Joop Smit, bijbelkenner en Augustijn priester een mooi staaltje van zijn kunnen. In de beste stijl van retoriek, zoals hij die van de taalgevoelige Augustinus, gaf hij een analyse van de brief aan de kerk van Tyatira 2:18-29. De 'brief' wordt gezien als een geplande aanval op een vrouw uit die stad, die kennelijk veel volgelingen heeft en (dus) charismatisch is. Maar eerst komt het zoet: de gemeente aldaar wordt geprezen voor de vele goede eigenschappen. Maar dan komt het venijn. Er is een vrouw die kennelijk een te zachte opinie houdt tegenover de 'heidense' cultus: ze vindt het goed als mensen sociaal omgaan met elkaar en dus ook dat christenen bij ontmoetingen eten van vlees dat uit de tempel komt (zoals heel veel vlees kennelijk). Er worden heel harde woorden gesproken en de vrouw wordt Izebel genoemd, naar de tegenspeelster van de profeet Elia (ook een voorbeeld van onverdraagzaamheid, die volgens de bijbeltekst 400 Baal-priesters liet vermoorden. Izebel ('kracht van Baäl) zal ziek worden, haar kinderen in ellende gestort.
Hier wordt Izebel of Jezebel afgebeeld met vrouwelijke 'ondeugden' zoals ijdelheid.
Joop had weinig goeds over voor de schrijver van Openbaring hier: zo'n harde afstraffing van een vrouw die waarschijnlijk de harmonie tussen de jonge christengemeenschap en de hellenistische cultuur wilde bewaren. Niet alleen dus een 'uitleg' van de bijbeltekst, maar ook een onverwacht felle aanval op de tekst. De slager keurde hier niet alleen het vlees op een milde manier, maar ging er even fel tegen in, zoals wij vroeger ontzet waren bij die (vloek)psalm 137:9 en natuurlijk die slachting onder de Baal-priesters. We mogen die teksten rustig maar stevig afkeuren.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten