Van 13-27 juni ben ik met Paule door Portugal gereisd. Het schema lag vast in het pakket fly-drive dat Kras reizen organiseerde. Het klopte precies met onze reisboeken: via Lissabon, Fatima, Porto en Braga reis je naar het noorden via de kustwegen. Daarna in een binnenlandroute naar het zuiden.
Eerst dus Lissabon. We kwamen aan op een rustige woensdag 13: staking van spoorwegen vanwege de economie, maar het land lag toch al plat vanwege een nationale feestdag, Antonius van Padua, bekend van de man in toog met het Jezuskind op zijn arm, bleek in 1195 in Lissabon geboren te zijn, van rijke ouders. Hij studeerde in Coimbra, 1220-2, sloot zich aan bij de Minderbroeders en stierf 1230 in Padua. Een leeg treinstation maar wel volle kerken. Dat treinstation was een van de (overigens weinige) gebouwen in Moorse/Islamitische stijl die we aantroffen:
Pech die eerste dag: bij een stop om de blijvende signalen op het dashbord van de huurauto te controleren, werd onze rugzak van de achterbank gestolen. Geen eigen foto's dus maar ter opfrissing van ons geheugen pluk ik een en ander van internet.
Die moorse architectuur zag je overigens maar weinig in Portugal. Er is een route van Moorse plaatsen, vooral oude vestingen, maar die staan weer vol met kerkjes en huizen van latere Portugese commandanten. Anders dan in Spanje/Andalusia, is er in Portugal weinig over van die vijf eeuwen islamitisch bestuur (720 tot 1249 toen Faro in de Algarve werd veroverd). Overigens is de Portugese natie en eenheidsstaat juist ontstaan in deze 'reconquista'. De staat is dus langzaam vanuit het noorden gegroeid.
In 1755 is het grootste deel van Lissabon verwoest door een aardbeving. Eerste minister Pombal heeft Lissabon toen in classicistische stijl herbouwd. Brede boulevard naar zee. Wij hadden een hotel vlak bij de Praca Pombal en zijn dus eerst via de Avenida de Liberdad naar zee gelopen. Dat is toch nog zo'n dikke 2 km en Pombal kan echt niet zo in zee duiken.
Het was de eerste week niet te warm, dus een prettige wandeling. Er was vanwege Lissabon Festival een grote parade geweest, de 12e en de stellages daarvoor werden weggehaald. Alles vanwege Antonius.
We passeerden een sterk gehavende Sao Dominggo-kerk, uitgebrand in 1994, waardoor al het bladgoud was verdwenen. Nu zat die gemutileerde kerk toch vol voor de Antonius-preek. En vooral als einde van een 13-daagse gebedsmarathon die op de 1e juni was begonnen.
Daarna lunch met sardientjes. Dat hoor je op Antoniusdag te eten en wel in de wijk rond de oude kathedraal. Als alle grootste kerken Sé geheten, naar Sedes Episcopi, zetel van de bisschop. Die Sé kathedraal is met kantelen, van buiten als een vesting, van binnen toch met veel klatergoud. Daar was om 15.00 de grootste plechtige mis, waarna er een processie door de wijk ging, met veel vrouwen in bruine losse mantel: 3e orde leden van Franciscus, vaandels, politie voorop. De RK kerk heeft hier nog veel opkomst bij dit soort populaire plechtigheden. Nieuw Fatima-katholicisme zouden we later zien.
Donderdag 14 juni waren we eerst tot 11.00 bezig met de aangifte van de diefstal van de fototoestellen in het oude roze adellijke paleis, dat nu voor toeristen en toeristenpolitie is gereserveerd. De politie gaf de schuld aan de Roemenen en Bulgaren die de stad nu onveilig maken.
Daarna per tram naar voorstadje Belem voor hét embleem van het succesvolle Portugese rijk, Mosteiro dos Hieronymos. De Hieronymos (ook Jeronimos) zijn aan aftakking van de Augustijnse Orde en waren populair in 16e eeuws Portugal. Bijbelvertaler, kluizenaar in Palestina, maar ook kardinaal: zijn leven wordt vaak in kerken uitgebeeld. Bij de monding van de Taag werd 1515-1550 een gigantisch klooster gebouwd voor koning én monniken. Een model dat Philips II in het El Escorial herhaalde, maar dat we ook in Mafra, Batalha e.d. aantroffen (overigens hebben latere koningen ook wel luxere minder vrome paleizen op korte afstand gebouwd). Dat Jeronimos-klooster is in de Manuel-stijl, pompeus, extravert, maar groots.
In 1833 zijn de ordes verboden en de kloosters door de staat in bezit genomen. Eerst vervallen natuurlijk, nu zijn ze ofwel militaire kazerne dan wel museum, terwijl de kerken nog gewoon functioneren.
Lunch in een |Getty-achtig kunstcentrum, Centro Berardo, daarna nog naar het koloniale monument, de Torre de Belem, als gevangenis, bewaking van de Taag gebouwd tussen 1515-9. Ja, die Portugezen waren al op hun top ruim een eeuw voor de Nederlanders hun koloniën begonnen te stichten (en deels van die Portugezen over te nemen).
We wilden die dag ook nog naar het Gulbenkian, maar dat haalden we niet. In plaats daarvan besloten we tot een biertje en bezoek aan het gigantische Corte Inglès, een gigantische mall. Lissabon is oud, arm en vaak onderkomen, maar hier zagen we de speeltjes voor rijken en verbaasden we ons over de hoge prijzen, terwijl overigens Portugal juist goedkoop is.
Dit is nog een heel sobere stijl bij de grote kruisgang van het Jeronimos-klooster. Ik was toen zelf juist veel aan het lezen over El Greco (Vetsdijk, Het vijfde zegel) en het viel me op dat er weinig schilderijen zijn in die kloosters en kerken. Azulejos, tegelpanelen, dat wel, veel beelden zonder kleur. In de refter van Jeronimos waren er azulejos van het Jozefverhaal. Door de kleur trekken de schilderijen toch veel aandacht en hebben zij grotere expressie.
zaterdag 30 juni 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten