De eerste sprekers waren Van de Wal zelf en Alle Hoekema, die het stevig theologisch bekeken. Van de Wal concentreerde zich op Zendingsconsul Ulrich van Beyma, die er voor was dat Nederland nu maar eens een einde maakte aan de koloniale verhoudingen, de feitelijke Republiek van Soekarno, Hatta en de anderen zou erkennen. In feite was dattoch de machthebber en volgens Romeinen 13 had die toch van God het zwaard gekregen? Dat was niet helemaal volgens de meerderheid van de blanke Nederlanders, die vonden dat dat gezag bij het oude Nederlandse koloniale bewind lag!
Overigens staan er in het boek veel meer meningen, vooral van theologische en beschouwelijke aard en meestal met iets van de heilige roeping die de Nederlanders hadden voor handhaven van orde en brengen van welvaart in het Indië van kort na het vertrek van de Jappaners aldaar. Dat was een verwarde tijd, waarover nog steeds nieuwe onthullingen komen. De auteur werd geprezen om zijn bijdrage over het debat en het onderzoek dat binnenkort (waarschijnlijk) door KITLV, NIOD en NIMH (opnieuw en nu nog uitvoeriger) gehouden zal worden.
Alle Hoekema besprak een ander kleine thema: vanuit een aantal protestante weekbladen, kranten en tijdschriften heeft hij de opinies gerangschikt. We waren een braaf volkje, niet kritisch tegenover de regering. Dienstweigering mocht volgens de meerderheid niet, ook al vanwege Romeinen 13 en de door God geplaatste overheid.
Bij de discussie vond een enkeling het allemaal nogal zwaar aangezet: zoveel religieuze en theologische argumenten in een politieke kwestie. Ja, zo ging het toen.
Zelf sprak ik over de katholieken in die periode: ook veel heibel. Het begon al in de KVP met Romme en Beel toen een belangrijke machtsfactor. Er was een linkervleugel onder leiding van Max van Poll, zoon van KNIL-Kapitein. De mindere dus. Daartegenover stond Welter, hoge ambtenaar geweest, zel;fs Raad van Indië en hij had een wel heel simpele argumentatie: wij zijn daar niet voor niets!
Er waren veel meer tegenstellingen: ruzie tussen hoofd legeraalmoezenier in Nederland en die in Indië, tussen Nederlandse priesters en de Indonesische bisschop van Semarang, Soegijapranata, waarover onlangs nog een romantische film is gemaakt, juist over die periode 1945-9, met een Nederlandse soldaat die op een Javaans meisje verliefd wordt, tegen de achtergrond van prachtige natuur. Het boek erover zegt trots: Soegija 100%: hij was 100% katholiek en ook 100% voor Indonesië. De rol van de bisschop wordt door een bekende Indonesische filmster gespeeld, een moslim, maar dat maakt niets uit.
Als vierde inleider bij het boek was er Nico Schulte Nordholt die een boeiend overzicht gaaf over het gebrek aan kritische belangstelling over deze periode in Indonesië. Ten minste bij de geschiedschrijvers, want er zijn twee grote romanschrijvers, Pramoedya Ananta Toer en Mangunwijaya die er prachtige en genuanceerde boeken over schreven. Maar bij de historici niets daarvan: daar is het allemaal lof voor het leger, niets over misstappen aan die zijde of de positie van de gewone burger in die tijd.
En passant vertelde Nico SH ook nog over de stand van zaken bij het debat over die andere tragedie: de nasleep van de Coup van 30 september 1965. Sarwo Edhie, de generaal van de killings is de schoonvader van de huidige president SBY en zodoende komt dat onderzoek nu ook niet verder.
Overigens is er juist aan kerkelijke zijde een en ander gebeurd: John Prior heeft de 2000 moorden/standrechtelijke executie in Maumere gedocumenteerd. De Timorkerk heeft een onderzoek gedaan naar de overlevenden: vooral echtgenotes van gedode 'communisten': zij zijn ook decennialang aan de kant gezet, kregen geen werk, geen onderwijs.
Een mooie dag temidden van een blankwitte omgeving, waar toch zoveel problemen en kwade zaken naar voren kwamen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten