Op zondag 17 juni gingen we eerst naar Coimbra, dat we vergeleken met Marburg en Heidelberg: universiteitsstadje. Rommelige binnenstad, maar dan ineens, op het plein van de universiteit kwam een hele stoet academici , voorafgegaan door een vijftal blazers, op weg naar een ceremonie in de aula. Ook al konden we daarom de gebouwen niet in, dit was meer dan voldoende compensatie. We hadden immers al genoeg pracht en praal gezien. Die bibliotheek van Coimbra lijkt veel op die van Melk in Oostenrijk. Maar die ceremonie! In Leiden hebben ze enkele jaren geleden een begin gemaakt met de Coimbra League, dat een Europese pendant moest worden van de Ivy League, de exclusieve club van prominente universiteiten in Amerika. Maar, pech, de processie van Academiegebouw naar de Pieterskerk viel rechtstreeks in het water: een echte zomerse plensbui verhinderde zelfs de fotografen er aandacht aan te besteden. Hoe anders bij dit middeleeuws theater in Coimbra. Protserigheid, oude traditie, maar veel moderne wetenschap straalde er nog niet van af. [Overigens: is las op Wikipedia dat de Coimbra group van 40 universiteiten al in 1985 is gestart; veel hoor je er niet van]. Naast de indrukwekkende gebouwen uit de 15e-17e eeuw staan er nog een hele serie Salazar-stijl gebouwen in Coimbra, dat toch gewoon een leuk stadje blijft.
Dit hieronder is dus een typische baret/hoed bij academische plechtigheden in Coimbra.
Bij aankomst in Porto gingen we meteen naar de Fondacao de Serralvez, een landgoed, prachtige tuin, een kunstcomplex, museum, theater, bibliotheek e.d. Het museum is een gebouw van de architect Alvaro Siza. Mijn mede-koorlid van de Janskerk, Gerard Maas, is er wild van en stuurde onderstaande foto met de opdracht daar te gaan kijken.
Het is een gebouw met veel mooie hoeken, het gebouw is leuker en mooier dan de tentoonstelling die wij daar zagen, van modernistische frivoliteiten en veel over een soort Franse Eddy du Perron, schrijver-etnoloog die veel met Afrika had. Wat ons stoorde was dat het gebouw zo wit is dat je je stoort aan de kleine oneffenheden, vuiligheden e.d. Dat krijg je bij zo kwetsbaar materiaal! Zo'n grote kerk als Batalha die gemaakt is van natuursteen heeft dat probleem niet: alle oneffenheden doen daar natuurlijker aan.
Het museum was ook erg leeg: te vergelijken met die lege kloosters die we zagen, nu ingericht voor toeristen die er doorheen mogen lopen en zich een tijdje grootgrondbezitter of grotehuizenbewoner te voelen.
In Porto hebben we voor het eerst ook de automatische wegenbelasting betaald: helaas moet je 2 dagen wachten voor alles is verwerkt. Maar Tineke Netelenbos zal nog wel dromen van zo'n systeem met camera's boven de weg, die automatisch heel kleine bedragen van je vragen.
De tweede dag in Porto liepen we via de binnenstad naar de rivier de Douro. Heel veel winkels leeg, in sommige straten wel de helft. Veel bedelaars: hier zie je de huidige crisis het beste. Ook veel panden die leeg stonden om herbouwd te worden, maar nu kijk je naar lege ramen en vooral naar verval.
Fantastisch gezicht zijn natuurlijk de hoge en grote bruggen over het diepe dal. In de SĆ©-kathedraal vonden wij het museum in de kruisgangen met de vele zijkapellen het mooist. De kerk zelf is ook weer zo'n verdedigingsgebouw, maar op de bovenste verdieping van de kruisgang waren allerlei Azulejos die het hooglied uitbeelden: liefdestaferelen voor de gegoede elite van Porto, de bisschop incluis.
De beurs van Porto is een verhaal apart: begonnen in 1834 in een in beslag genomen Franciscanenklooster, dat daarna was afgebrand en onteigend. De handelaren in port-wijn, hebben er een overdadig rijk versierd gebouw van gemaakt, dat weer eens iets anders was dan al die min of meer religieuze kunst.
De rijkste kerk is de erbij behorende Franciscanerkerk, die nog steeds als kerk te zien is. Paule vond het na 10 minuten overdraaglijk er nog langer in te zijn: zo druk, zoveel goud, zoveel houten krullen.
Volgens onze reisgids was rond 1800 al door de bisschop bepaald dat deze serie familiekapellen, waarin de ene niet voor de andere wilde onderdoen toch te gek was en eredienst is sindsdien hier verboden.
We gingen vandaar per metro naar een buitenwijk, waar Rem Koolhaas een Casa da Musica heeft gebouwd. Dat lijkt wat stijl betreft deels op het Educatorium dat hij voor de universiteit Utrecht bouwde, maar in Porto is het toch nog een feestelijker gebouw geworden.
zondag 1 juli 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten