Op dinsdag 19 juni gingen we eerst van Porto naar Guimaraes, waar een hertog, die deels weer Bourgondiër was, verder van het Spaanse Leon afkomstig, in 1150 na het verdrijven van de moslim heersers een eigen Portugees rijk begon. Het Delft van Portugal dus. De vorst kreeg de zegen van de paus en bouwde er een stoere verdedigingsburcht, waarna er ook een kerk en een heus paleis verscheen, dat werd verlaten toen de strijd succes had richting zuiden en het zwaartepunt van het koninkrijk ook daarheen ging: Porto en later Lissabon. Het paleis was helemaal onderkomen en ingestort voor het in 1930 werd gereconstrueerd. Het stadje (natuurlijk vroeger propvol kloosters) heeft een aantal leuke straatjes met goede burgerwoningen. Allemaal in stevig graniet gebouwd, dus dat blijft nog wel even staan.
Op weg naar Braga hebben wij eerst helemaal de Bom Jesus beklommen, een bedevaartsheuvel van zo'n 120 meter hoog, waar alle trappenvarianten uit architectendromen zijn verwezenlijk met prieeltjes voor de 14 kruiswegstaties, de 4 filosofische en de 3 religieuze deugden, de vijf zintuigen: een leuke series opsommingen, met watervallen (nu eens water uit ogen, dan mond, oren, neus, handen: de zintuigen allemaal aan de beurt).
De stad zelf was helemaal opgewonden omdat het al in de ban was van het Janskindje-festival. 24 juni is immers Johannes de Doper en het jongetje met het lam was goed voor versierde straten, drumbands, straatmuzikanten, veel kraampjes, grote kermis. Niet alleen in Braga, later ook in Evora en elders.
In Braga bleven we maar één nacht. De rest van de reis gaat dus naar het volgende blog: een weekje binnenland.
zondag 1 juli 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten