zondag 20 december 2009
Helden, helaas verdwenen?
Op 23 oktober 2009 werd in Kontakt der Kontinenten te Soesterberg een boek gepresenteerd, waarover hieronder meer. Eerst de lokatie: in het complex was het klein-seminarie van de Priesters SVD, Sie verkaufen Drucksachen, of eigenlijk: Societas Verbi Divini, Priesters van het Goddelijk Woord een dynamische missionaire congregatie. Stichter Pater Arnold Janssen had ook twee zustercongregaties opgericht, een actieve (Dienaressen van de Heilige Geest) en een contemplatieve, ook Dienaressen van de Heilige Geest met de aanvulling van eeuwigdurende aanbidding. De vrouwelijke kant van de Geest en van deze spiritualiteit is duidelijk te zien in de softe, nogal roze en oranje inkleding van de Cenakelkerk, nu conferentiezaal.
Maar nu het boek:
Jan Derix (1937-2009) was een kleurrijk journalist uit Horst in Noord-Limburg. Hij schreef ook boeken: over schapenteelt en Limburgs bier, over een tegendraadse koloniale ambtenaar in Nieuwe Guinea, over een zakenman-missionaris in de Flippijnen. Ook over Eva den Hartog, officier bij het Leger des Heils, maar nogal omstreden vanwege haar nadruk op sociale actie en de beschuldiging van veronachtzaming van prediking van het Woord. Na zijn pensionering begon hij aan een echt groot boek, prachtig in hardcover uitgegeven: een ambitieuze geschiedenis van de Nederlandse katholieke missionaris. Het is een boek vol heroïek. Missionaire actie wordt beschreven met veel militaire termen: er zijn voorlopers en hulptroepen, gebieden worden bezet. De missietijdschriften hadden nog namen als Het Offer. Ook de zouaven worden beschreven, de katholieke jongeren die in 1869-1870 de pauselijke staat wilden verdedigen tegen nationalistische Italianen. Maar het gaat vooral over die vele leden van religieuze orden, paters, broeders en zusters die in de 19e en 20e eeuw naar missiegebieden gingen. Dat zijn de toegewijde bedienaren van een machtige missie-machine, die op zoveel (lang niet alle!) plaatsen succesvol was. In 1960 waren er een 9000 uitgezonden over de hele wereld. Het verhaal van hun werk wordt breed uitgemeten: gevaren, tegenslagen, martelarenbloed stroomt over veel bladzijden. Niet alleen de heidenen, ook de koloniale ambtenaren, veelal Vrijmetselaars genoemd, zijn hier tegenstanders naast de Protestanten. Derix gebruikt de taal van zijn bronnen en houdt ervan om smeuiïge citaten te geven. Derix heeft de doorstart naar de huidige tijd niet kunnen maken. Zijn laatste hoofdstuk heet ‘aftocht en afloop’. Daarmee is dit stoere boek over de dappere helden ook wel heel sterk een heimwee-boek geworden.- Karel Steenbrink, Emeritus hoogleraar Interculturele Theologie, Universiteit Utrecht
Jan Derix, Brengers van de Boodschap. Geschiedenis van de katholieke missionering vanuit Nederland van VOC tot Vaticanum II , Nijmegen: Valkhof Pers 2009, 803 blz. + 48 fotopagina's, € 39.50
vrijdag 23 oktober 2009
21 November 2009 Museum Maluku: Krijgers in de Kerk
In het kader van de expositie ‘Krijgers in de Kerk. Tanimbarese portretten 1920-2009’ organiseert het Museum Maluku een speciale dag met bijzondere lezingen en rondleidingen, op zaterdag 21 november 2009
De Tanimbar-archipel is een van de minder bekende delen van het grote eilandenrijk, de Molukken. In 1911 is het definitief onder Nederlands koloniaal gezag gekomen door een stevige, maar korte militaire actie. Daarvoor waren de protestantse zendelingen en katholieke missionarissen al begonnen om het gebied onder elkaars invloed te versnipperen. In de jaren 1920, toen in de woorden van een koloniale ambtenaar ‘heel Tanimbar al bezet was’ door missieposten en hun scholen, heeft Pater Petrus Drabbe een grote etnografische studie gemaakt, waarvoor hij ook talrijke foto’s maakte van het traditionele leven. Tegelijkertijd zijn de portretten opvallend modern. Drabbe, die in 1915 als jonge missionaris op Tanimbar arriveert, blijkt over het oog van een modefotograaf te beschikken. Dit maakt van deze foto’s veel meer dan etnografische portretten alleen. Drabbes respect voor de traditionele waarden op Tanimbar spreekt ook uit zijn geschriften en de verzameling van objecten die hij naar Nederlandse musea liet opsturen – al luidde zijn bekeringsdrang ook het einde van dit tijdperk in.
PROGRAMMA:
11.00 Deuren open. Mogelijkheid om de expositie en de vaste opstelling - over de Molukse geschiedenis en cultuur - te bezoeken.
13.30 Welkomstwoord in het theater door Jet Bakels, samenstelster van de expositie en conservator van het Muma.
13.40 DE MOLUKSE ARCHIPEL ALS LABORATORIUM VAN RELIGIEUZE
VERSCHEIDENHEID, lezing door prof. Karel Steenbrink, emeritus hoogleraar Interculturele Theologie en specialist op het gebied van Indonesische religie. De Molukken kennen geen dominante religie; we zien een mozaïek van katholieke, protestantse en islamitische dorpen. Dit gaat terug op oude patronen. Bij een recent bezoek bleek dat juist de oude adat en oude traditie weer in ere worden hersteld, deels als geneesmiddel na de onlusten. Steenbrink onderzocht modern islamitisch onderwijs en de politieke dynamiek van moslims. Daarnaast schrijft hij een geschiedenis van katholieken, waarvan al twee delen verschenen zijn als Catholics in Indonesia 1808-1942 (Leiden: Kitlv, 2003, 2006). Ter voorbereiding van een derde deel over Catholics in Independent Indonesia 1945-2010, bezocht hij onlangs de Molukken.
14.30 Rondleiding o.l.v. prof. Steenbrink door de expositie + Pauze
15.15 DE CHRISTELIJKE KERK, lezing door ds Theo Pattinasarany (onder voorbehoud).
16.00 TANIMBARESE WEEFSELS, lezing door mevr. Marianne van Vuuren, textielspecialiste.
Mevrouw van Vuuren laat ons de achtergrond en religieuze betekenis zien van de prachtige ikat-patronen in het traditionele weefwerk van Tanimbar.
16.30 Presentatie Tanimbar-web + Afsluiting
Toegang: 7,50 inclusief museumtoegang. Met MJK 3,00
Reserveren via info@museum-maluku.nl of tel nr 030-2367116
Museum Maluku, Kruisstraat 313, 3581 GK Utrecht
Openingstijden: di. t/m za. 11.00-17.00, zo. 12.00-17.00 uur
Zie ook: www.museum-maluku.nl
zondag 18 oktober 2009
IIMO 40 jaar, 1969-2009
In 1969 groeide de Nederlandse economie snel. Het aantal studenten aan universiteiten groeide, ook bij theologie. Bij de instelling van Interuniversitaire Onderzoeksinstituten, kreeg ook de theologie twee kansen. Een Interuniversitair Instituut voor Normen en Waarden, onder leiding van Harrie de Lange, ging voortvarend van start. Maar het strandde na enige tijd, vooral vanwege de poging om onderzoek met sociale actie te verbinden en vanwege de snel wisselende doelstellingen bij deze actie.
Het tweede theologische initiatief was IIMO, Interuniversitair Instituut voor Missiologie en Oecumenica. IIMO was een instituut voor de meest dynamische takken van kerkelijke actie en theologische bezinning. De oecumenische beweging was niet alleen een poging om een zichtbare organisatorische eenheid van christenen van de grond te krijgen. Het was misschien nog meer een groep mensen uit allerlei kerken, die een vernieuwing van het christendom wilde. Aandacht voor wereldproblemen, ontwikkelings-samenwerking, rol van de vrouw, nationalisme in de 3e wereld een kans geven. In de missionaire beweging was de jacht naar nieuwe gebieden en aanhangers aan het omdraaien naar kerkelijke bijstand in de nog nieuwe ontwikkelings-samenwerking, naar inter-religieuze dialoog en naar mondigheid van 3e wereldkerken, die weldra de meerderheid van het christendom zouden gaan uitmaken.
Bij het 20 jaar bestaan van IIMO was ik zelf daar opnieuw in dienst getreden (na 8 maanden in de periode 1972-3; en na tien Indonesische jaren. In december 1989 sprak Kenneth Cragg over relaties Islam-Christendom, op zijn eigen ietwat vage visionaire wijze, waarbij nieuwe maar zeer persoonlijke inzichten in islam én christendom werden verwoord. In 1994 gingen we naar Parijs, in 1999 naar Venetië (bij de Minderbroeders van Franciscus), in 2004 nog naar Genève, vooral bij de Wereldraad. Nu dus eenvoudiger in Utrecht.
Onze herdeking begon met een wandeling van Bunnik naar Utrecht. Het eerste plan om via de Barbarakerk naar de Hervormde Kerk te lopen en dan de natuur in te gaan, werd door Jan en Magrita Jongeneel afgeraden: teveel huizen. Meteen de natuur maar in dus.
Opvallend was dat de dames deze keer de snelste waren en verschillende keren moesten wachten. Symbool voor de oecumenische beweging, die ook zo vaak het verwijt kreeg voor de troepen uit te lopen? Hier drie voorlopers (van links): Magrita Jongeneel, Anneke Scholte, documentaliste van midden jaren 1970 tot ongeveer 2000, en de huidige directeur Prof. Martha Frederiks.
Van 1969-1995 was het IIMO verdeeld over twee locaties. Immers, meerdere universiteiten wilden dit apart gefinancierde instituut graag hebben. De baby werd dus volgens Salomons-recept verdeeld. In Leiden was de afdeling missiologie, die een rijke collectie startte met theologische boeken en vooral tijdschriften uit niet-westerse landen. Deze nog steeds groeiende collectie werd jarenlang beheerd door Leny Lagerwerf (in 2007 overleden, na een pensioen van bijna 10 jaar) en Anneke Scholte . Digitale ontsluiting in het laatste decennium is in handen van Peter van Rijn, hier links. Daarnaast Dr. Freek Bakker, specialist op gebied van Hindoeïsme (met boeken over Bali en Suriname) en de religieuze film.
Achteraf gezien is oecumenica er wat bekaaid van af gekomen. We hebben geen specialist meer in oosters christendom sinds het emeritaat van Wil van den Bercken. De relaties met de Wereldraad zijn minder en de specialismen in het huidige IIMO zijn vooral wereldchristendom en interreligieuze dialoog. Overigens is IIMO geen instituut meer en staat de naam nu voor een CENTRUM VOOR INTERCULTURELE THEOLOGIE, INTERRELIGIEUZE RELATIES, MISSIOLOGIE EN OECUMENICA, omdat de naam toch behouden wordt.
Hier AIO Nienke Pruiksma, die in een Europees project de 'omgekeerde missie' onderzoekt, de komst van Afrikaanse kerken naar Europese steden, met Lucien van Liere, die samen met Martha Frederiks en Freek Bakker de wetenschappelijke staf uitmaakt. Van Liere die zes jaar in Indonesië doceerde, is specialist op het gebied van interreligieuze conflicten, vooral wat betreft sociale en psychologische achtergronden. Na enige tijd vanaf Bunnik de Kromme Rijn gevolgd te hebben, gingen we bij Oud Amelisweerd het bos in. Niets symbolisch hier, want we kenden de wegen uitstekend.
Prominente gasten bij dit feestje waren de drie jonge heren Van Liere, Siebrand, Liebregt en Splinter, maar wellicht toch anders geheten. Zij kregen de bijna-academische opdracht om iets volstrekt nutteloos te vinden en dat bleek dit rode kunstwerk bij de ingang van de Fien de la Marlaan te zijn, waar Steenbrink dus woont en waar het tweede deel van de bijeenkomst zich afspeelde.
'Grand old man' van het IIMO, Prof. Anton Houtepen, kon wel niet bij de wandeling, maar wel bij het diner aanwezig zijn. Hier zien we hem tussen de twee AIOs, Nienke Pruiksma, die hierboven al (te vaak) is getoond en Adriaan van Klinken, bezig met een dissertatie over de positie, activiteiten en oordelen van kerken over de AIDS-epidemie in veel delen van Afrika.
Jeannette Boere, de secretaresse had moeten afbellen omdat zij naar het ziekbed van haar moeder werd geroepen. Het bleek de laatste middag van een ziekteproces van jaren te zijn. Daags erna kregen wij bericht dat zij juist die middag ook was overleden.
Martha Frederiks heeft Jeannette toch wel vermeld als de altijd inventieve ondersteuner van de vele IIMO-cobferentie en lezingen, door haar uitgebreide netwerk van adressen en relaties.
Missiologie ontstond rond 1880-1930 vanuit vier verschillende disciplines: 1. kerk- en religiegeschiedenis; 2. systematische theologie; 3. vergelijkende godsdienstwetenschap; 4. praktische theologie. Oecumenische studies hebben ook deze diversiteit aan oorsprongs-wetenschappen. Dat maakt dat het disciplinaire statuut van deze theologische vakken soms onduidelijk is. Daarom is het maar goed, dat de eigenstandigheid wat vervaagd is sinds de naamsverandering tot interculturele theologie als godsdienstwetenschap die zich niet tot één denominatie of confessie beperkt, maar juist de verandering van een religie laat zien in de context van geschiedenis en cultuur, juist ook via contacten met andere stromingen. Polemos pantoon pater zei Heraklios al, zonder conflicten en contacten gebeurt er niets. In de huidige samenstelling van de IIMO wetenschappelijke staf is deze variëteit gelukkig goed te zien. In de periode van de 'scheiding' had 'oecumenica' in Utrecht een leidende rol en was het in Nederland zeker bekender dan 'missiologie' in Nijmegen. Nu is eigenlijk alleen Huub Vogelaar als vrijwillig onderzoeker voor Oost-Europese landen (en vooral orthodoxie) nog vooral met dat strikt oecumenische vakgebied bezig.
IIMO ziet er nu wel heel anders uit dan 40 of zelfs 20 jaar geleden en dat is maar goed ook. Ga door met het in kaart brengen van de veranderende religieuze wereld!
Het tweede theologische initiatief was IIMO, Interuniversitair Instituut voor Missiologie en Oecumenica. IIMO was een instituut voor de meest dynamische takken van kerkelijke actie en theologische bezinning. De oecumenische beweging was niet alleen een poging om een zichtbare organisatorische eenheid van christenen van de grond te krijgen. Het was misschien nog meer een groep mensen uit allerlei kerken, die een vernieuwing van het christendom wilde. Aandacht voor wereldproblemen, ontwikkelings-samenwerking, rol van de vrouw, nationalisme in de 3e wereld een kans geven. In de missionaire beweging was de jacht naar nieuwe gebieden en aanhangers aan het omdraaien naar kerkelijke bijstand in de nog nieuwe ontwikkelings-samenwerking, naar inter-religieuze dialoog en naar mondigheid van 3e wereldkerken, die weldra de meerderheid van het christendom zouden gaan uitmaken.
Bij het 20 jaar bestaan van IIMO was ik zelf daar opnieuw in dienst getreden (na 8 maanden in de periode 1972-3; en na tien Indonesische jaren. In december 1989 sprak Kenneth Cragg over relaties Islam-Christendom, op zijn eigen ietwat vage visionaire wijze, waarbij nieuwe maar zeer persoonlijke inzichten in islam én christendom werden verwoord. In 1994 gingen we naar Parijs, in 1999 naar Venetië (bij de Minderbroeders van Franciscus), in 2004 nog naar Genève, vooral bij de Wereldraad. Nu dus eenvoudiger in Utrecht.
Onze herdeking begon met een wandeling van Bunnik naar Utrecht. Het eerste plan om via de Barbarakerk naar de Hervormde Kerk te lopen en dan de natuur in te gaan, werd door Jan en Magrita Jongeneel afgeraden: teveel huizen. Meteen de natuur maar in dus.
Opvallend was dat de dames deze keer de snelste waren en verschillende keren moesten wachten. Symbool voor de oecumenische beweging, die ook zo vaak het verwijt kreeg voor de troepen uit te lopen? Hier drie voorlopers (van links): Magrita Jongeneel, Anneke Scholte, documentaliste van midden jaren 1970 tot ongeveer 2000, en de huidige directeur Prof. Martha Frederiks.
Van 1969-1995 was het IIMO verdeeld over twee locaties. Immers, meerdere universiteiten wilden dit apart gefinancierde instituut graag hebben. De baby werd dus volgens Salomons-recept verdeeld. In Leiden was de afdeling missiologie, die een rijke collectie startte met theologische boeken en vooral tijdschriften uit niet-westerse landen. Deze nog steeds groeiende collectie werd jarenlang beheerd door Leny Lagerwerf (in 2007 overleden, na een pensioen van bijna 10 jaar) en Anneke Scholte . Digitale ontsluiting in het laatste decennium is in handen van Peter van Rijn, hier links. Daarnaast Dr. Freek Bakker, specialist op gebied van Hindoeïsme (met boeken over Bali en Suriname) en de religieuze film.
Achteraf gezien is oecumenica er wat bekaaid van af gekomen. We hebben geen specialist meer in oosters christendom sinds het emeritaat van Wil van den Bercken. De relaties met de Wereldraad zijn minder en de specialismen in het huidige IIMO zijn vooral wereldchristendom en interreligieuze dialoog. Overigens is IIMO geen instituut meer en staat de naam nu voor een CENTRUM VOOR INTERCULTURELE THEOLOGIE, INTERRELIGIEUZE RELATIES, MISSIOLOGIE EN OECUMENICA, omdat de naam toch behouden wordt.
Hier AIO Nienke Pruiksma, die in een Europees project de 'omgekeerde missie' onderzoekt, de komst van Afrikaanse kerken naar Europese steden, met Lucien van Liere, die samen met Martha Frederiks en Freek Bakker de wetenschappelijke staf uitmaakt. Van Liere die zes jaar in Indonesië doceerde, is specialist op het gebied van interreligieuze conflicten, vooral wat betreft sociale en psychologische achtergronden. Na enige tijd vanaf Bunnik de Kromme Rijn gevolgd te hebben, gingen we bij Oud Amelisweerd het bos in. Niets symbolisch hier, want we kenden de wegen uitstekend.
Prominente gasten bij dit feestje waren de drie jonge heren Van Liere, Siebrand, Liebregt en Splinter, maar wellicht toch anders geheten. Zij kregen de bijna-academische opdracht om iets volstrekt nutteloos te vinden en dat bleek dit rode kunstwerk bij de ingang van de Fien de la Marlaan te zijn, waar Steenbrink dus woont en waar het tweede deel van de bijeenkomst zich afspeelde.
'Grand old man' van het IIMO, Prof. Anton Houtepen, kon wel niet bij de wandeling, maar wel bij het diner aanwezig zijn. Hier zien we hem tussen de twee AIOs, Nienke Pruiksma, die hierboven al (te vaak) is getoond en Adriaan van Klinken, bezig met een dissertatie over de positie, activiteiten en oordelen van kerken over de AIDS-epidemie in veel delen van Afrika.
Jeannette Boere, de secretaresse had moeten afbellen omdat zij naar het ziekbed van haar moeder werd geroepen. Het bleek de laatste middag van een ziekteproces van jaren te zijn. Daags erna kregen wij bericht dat zij juist die middag ook was overleden.
Martha Frederiks heeft Jeannette toch wel vermeld als de altijd inventieve ondersteuner van de vele IIMO-cobferentie en lezingen, door haar uitgebreide netwerk van adressen en relaties.
Missiologie ontstond rond 1880-1930 vanuit vier verschillende disciplines: 1. kerk- en religiegeschiedenis; 2. systematische theologie; 3. vergelijkende godsdienstwetenschap; 4. praktische theologie. Oecumenische studies hebben ook deze diversiteit aan oorsprongs-wetenschappen. Dat maakt dat het disciplinaire statuut van deze theologische vakken soms onduidelijk is. Daarom is het maar goed, dat de eigenstandigheid wat vervaagd is sinds de naamsverandering tot interculturele theologie als godsdienstwetenschap die zich niet tot één denominatie of confessie beperkt, maar juist de verandering van een religie laat zien in de context van geschiedenis en cultuur, juist ook via contacten met andere stromingen. Polemos pantoon pater zei Heraklios al, zonder conflicten en contacten gebeurt er niets. In de huidige samenstelling van de IIMO wetenschappelijke staf is deze variëteit gelukkig goed te zien. In de periode van de 'scheiding' had 'oecumenica' in Utrecht een leidende rol en was het in Nederland zeker bekender dan 'missiologie' in Nijmegen. Nu is eigenlijk alleen Huub Vogelaar als vrijwillig onderzoeker voor Oost-Europese landen (en vooral orthodoxie) nog vooral met dat strikt oecumenische vakgebied bezig.
IIMO ziet er nu wel heel anders uit dan 40 of zelfs 20 jaar geleden en dat is maar goed ook. Ga door met het in kaart brengen van de veranderende religieuze wereld!
zaterdag 10 oktober 2009
De Deugdendag van de Dialoog-Academie
Op vrijdag 9-10-9 (de volmaaktheid in het midden?), 9 oktober 2009 organiseerde de Dialoog-Academie in een prachtige zaal in Leiden een volle dag conferentie over Deugden in Oost en West. Er hadden maar liefst 200 deelnemers ingeschreven voor de bijeenkomst die werd gehouden in de Lorentz-zaal van het Kamerlingh Onnes Gebouw aan de Steenschuur, de binnengracht van Leiden. Het gebouw is neergezet als natuurkundig labaoratorium en de grote Albert Einstein heeft ook nog college gegeven op de plek waar we nu een staalkaart zagen van de belangrijke levensbeschouwelijke stromingen. De foto hieronder is met het licht van de namiddag gemaakt, tegen half vijf, toen de plenaire discussie voor een aantal toch iets teveel van het goede was.
Het klassieke gebouw der deugden: van Aristoteles tot Thomas, Paul van Tongeren
Het idee van de conferentie was vooral afkomstig van gastheer Andreas Kinneging, filosoof bij de Leidse juridische faculteit. Bij de morgenzitting was Kinneging ook gespreksleider, zoals we vooral zullen zien bij de lezing van Gerard Wiegers. Verder mengde hij zich die dag niet zozeer in de plenaire discussie.
De eerste lezing werd door de Nijmeegse Paul van Tongeren gehouden en was gewijd aan de ontwikkeling van de Griekse deugdenleer tot het imposante gebouw van de Thomistische leer van de vier kardinale en drie theologale deugden. Ontstaan vanuit de Griekse psychologie, waarbij men er van uitging dat wil en verstand gericht zijn op het goede (vaak gezien als een midden tussen twee extremen), kwam er bij Augustinus meer nadruk op de oefening van de deugdzaamheid en allengs in de scholastiek, met Thomas Aquinas als hoogtepunt een aanvulling met de drie goddelijk geschonken deugden van geloof, hoop en liefde.
Bij de middeleeuwers kwamen ook begrippen als kwaad en zonde binnen het gedachtengoed: het verstand kan zich vergissen, maar de wil kan ook voor het kwade kiezen. De 'theologale deugden' gaan de menselijke capaciteit te boven: geloof is willen aannemen wat je niet kan weten.
Hindoe-deugden van Bhagavad-gita tot Arya Samaj en Ghandi, Dr. Freek Bakker
Freek Bakker (Universiteit Utrecht) gaf de uiteenzetting over Hindoeïstische visies. Hij liet van de inleiders de vele kanten van een religie het meest aan bod komen: de betekenis en relativiteit van rituelen (door de leer van onthechting volgens de Bhagavad-gita), de vernieuwing van de Arya Samaj, waardoor het kastenstelsel helemaal omver gehaald wordt en de persoonlijke levensleer van Mahatma Ghandi. Bakker benadrukte dat hindoeïsme diversiteit als normaal ziet: niet alle mensen zijn gelijk en voor niet alleen gelden dezelfde idealen als norm. Dit blijkt uit de fasen in de levensloop van student, huisvader, gepensioneer tot asceet en uit de gematigde opvatting over de vier kasten.
Op de foto hierboven: rechts Freek Bakker, naast hem Dr. Rico Sneller en links staande de directeur van de Dialoog-Academie, Dr. Gurkan Celik. Achter Celik verborgen: Prof. Jan Pieter van Oudenhoven, moderator van de middagsessie.
Islam: Prof. Gerard Wiegers
Over de Islam sprak Gerard Wiegers, sinds kort van Nijmegen naar de Universiteit van Amserdam verhuisd. Na een kort begin over de belangrijkste duegden zoals die in de Koran worden geformuleerd (muslim in de betekenis van 'godsvertrouwen', geduld, vrijgevigheid e.d.) ging hij al gauw over op de aanvallen die tegenwoordig op de Islam worden uitgevoerd door 'bepaalde' kringen, waaronder vooral rechtse politici en conservatieve christenen. Met name ging hij uitvoerig in op een recent Amerikaans boekje dat de huidige migratie van moslims naar Europa ziet als een strategie om zo ook die te kunnen overheersen.
Dit boekje over de Moslims in het westen als een 'paard van Troje' was recentelijk door Wilders naar alle kamerfracties gestuurd. Allemaal fout natuurlijk, maar de zaal zat eigenlijk niet op een aanval op Wilders c.s. te wachten maar op een degelijke uiteenzetting van de islamitische visie op deugden, dus op een kijkje in Al-Ghazali's Ihya of moderner samenvattingen daarvan. Of op een humanistisch-liberale ethiek als die van Ibn Miskawaih, zo gloedvol weergegeven door Muhammad Arkoun.
Wiegers werd door Kinneging onderbroken, maar de verschillende visie op de dag kwam niet helemaal uit de verf. Wiegers verwees nog kort naar het boeiende onderzoek in Groningen Nederland deugt waarbij onder meer bleek dat imams in Nederland de algemeen gebruikelijke waarden ook onderschrijven en op besluiten van de Europese Raad voor Fatwa en Onderzoek (zie http://www.e-cfr.org/en/) waaruit blijkt dat moslims in de westerse samenleving gelukkig willen zijn.
Boeddhist Henk Barendregt
Een knap staaltje technologie kregen we na de middagpauze toen een zieke Nijmeegse Barendregt via een goede verbinding een heldere, maar zeer persoonlijke uiteenzetting gaf over de (voor hem) belangrijkste boeddhistische deugden, de brahmavira, compassie, gelijkmoedigheid, medevreugde, liefdevolle vriendelijkheid. Die moeten vooral via meditatie versterkt worden. Mindfulness dus. Een zeer heldere uiteenzetting. Maar toen ik aan het begin de snelle afwijzing van devotionalisme hoorde (als een soort poging tot toverij of handelen, je probeert van het goddelijke iets te krijgen in ruil voor kaarsen branden of gebeden zeggen), bedacht ik dat we hier toch wel aan een zeer cerebrale exercitie bezig waren. Misschien moet een volgende keer dat thema van Averroës/Ibn Rushd over de 'dubbele waarheid' een bekeken worden: de intellectuelen die tevreden zijn met abstracte concepten, terwijl 'het gewone volk' toch de leer in beelden, riten, mythen voorgeschoteld wil krijgen, die toch ook hun eigen kracht hebben.
Humanistische of verlichte Joden, Dr. Rico Sneller
Onder de noemer 'Jodendom' kregen we een heldere en boeiende lezing van de Leidse kenner van liberaal Joodse filosofie, Rico Sneller, die het jodendom niet bekeek vanuit de opvolging van de mitswot of geboden, maar vanuit de ontplooiing, de menselijke vrijheid. Als voorbeeld gaf Sneller twee (ex-)joodse filosofen, die vanuit de Kantiaanse verlichting, maar ook sterk vanuit Joodse tradities spraken: de oude teksten en de moderne filosofie dus in harmonie, zij het dan zonder enig rabbinaal gezag. Levensheiliging kan dan als doel hebben om 'aan God gelijk te worden', maar net zo goed seculier vertaald worden als volwassen worden, waarbij eer en liefde de twee belangrijkste deugden worden, uit te leven in dapperheid en trouw, gerechtigheid en vrede. Een mooi mechanisme van mythische teksten naar filosofische verwoording.
Het Humanisme van Joep Dohmen
De humanisten hebben helemaal afstand genomen van de mythisch-religieuze verwoording van menselijke idealen, maar kennen toch ook wel weer eigen spanningen: tussen de meer sociaal gerichte (bijdragen aan de menslievensheid) naar de sterk individuele Buldings- of ontplooiingsgerichten. Jezelf uitvinden, de zelfzorgmoraal, hoe van je leven een kunstwerk te maken? Dohmen liet ons in een boeiend referaat eens goed in de keuken van de Humanistische vereniging en Utrechtse opleiding kijken, tenminste wat betreft de meer seculiere filosofische trend. Ik had zelf net de dissertatie (aan de UVH!) van Suzette van Ijssel gelezen: Daar hebben de humanisten het niet zo over, waar spiritualiteit, meditatie en bijzondere ervaringen in worden besproken en aangemoedigd. Afijn, zo zagen we ieder van de zes stromingen vandaag toch steeds weer vanuit een bepaalde kant belicht.
Hierboven links Humanist Prof. Joep Dohmen en rechts Prof. Paul van Tongeren, tijdens de plenaire discussie.
In de plenaire discussie kwamen veel thema's van de dag opnieuw naar voren. Ook wel een aantal nieuwe thema's. Het publiek was deels samengesteld uit studenten filosofie, deels het bepensioneerde publiek dat graag naar deze zaken komt, deels (zelfs nogal wat) jongere en oudere allochthonen (ik sprak S. Sam, een Mandeeër, of aanhangers van Johannes de Doper, met 4000 andere 15 jaar geleden gevlucht uit Irak). Er was een Iraanse dame die stevig waarschuwde voor de claim die religieuze specialisten op hun gelovigen willen leggen en die blij was met het liberale geluid dat de dag domineerde. In die lijn was er was ook een die blij was met de kritiek van Wilders op te grote toegeeflijkheid tegenover religieus gezag. In de jaren 1980 dachten we allemaal nog dat het multiculturele wel over zou gaan, maar toen bleven al die nieuwe Nederlanders hier ook te blijven. Maar wij waren juist neo-liberaal geworden, met sterk individualistische vrijheid/blijheid en zelfbeschikking als doel. Maar nu moeten wij met een nieuwe veelheid in de samenleving leren leven.
Was het niveau van de dag hoog genoeg? De lezingen waren excellent, ik heb van alle zes genoten. Het was allemaal veel rijker dan de kleine flitsen hier en ik hoop dat er een goed boek van zal komen. Het publiek was zeer gevarieerd. Voor de doelstelling van de Dialoog Academie een zeer geslaagde dag. Voor mij ondermeer vanwege die Mandeeërs, die in de Koran Sabiun worden genoemd en die ik nog nooit gezien had (zie hieronder).
Hoe wordt je een deugdzaam iemand? Dat was de praktische vraag van de slotdiscussie. Via exempla dus, voorbeelden, of via zelfreflectie van gewetensonderzoek tot meditatie en exercitio oefening dus, al dan niet via de methode van Ignatius. Met Alaattin Erdal uit Rotterdam sprak ik over de praxis van journalistiek (hij volgt nu Den Haag voor de Turkse krant Zaman) en het nut van de politiek (hij zal waarschijnlijk voor het CDA de kar gaan trekken in R'dam Charlois). De dag was vooral gericht op de theorie en de definitie van deugden en hun ordening. Een mooi inkijk in een gevarieerde geschiedenis van grote wijsheid en schoonheid. De Mandeeërs, Solomon Sam uit Rijswijk en zijn partner, waren vooral geïnteresseerd in de juiste rituelen. Zij moeten enkele keren per jaar de doop als zuiveringsritueel ondergaan. Dat moet in een rivier met stromend water. Totnutoe gaan zij naar Nijmegen, naar een strandje in de Ooipolder. We spraken over een plek wat dichterbij: bij de veerpont over de Lek in Schoonhoven is een mooi klein strandje. Daar bij is een groot restaurant met gelegenheid tot omkleden. Veel Mandeeërs waren goudsmeden in Irak. Schoonhoven is bekend om zijn zilversmeden, beetje familie dus. Dat leek ook een mooie oplossing. Toch ook nog iets praktisch gevonden!
Het klassieke gebouw der deugden: van Aristoteles tot Thomas, Paul van Tongeren
Het idee van de conferentie was vooral afkomstig van gastheer Andreas Kinneging, filosoof bij de Leidse juridische faculteit. Bij de morgenzitting was Kinneging ook gespreksleider, zoals we vooral zullen zien bij de lezing van Gerard Wiegers. Verder mengde hij zich die dag niet zozeer in de plenaire discussie.
De eerste lezing werd door de Nijmeegse Paul van Tongeren gehouden en was gewijd aan de ontwikkeling van de Griekse deugdenleer tot het imposante gebouw van de Thomistische leer van de vier kardinale en drie theologale deugden. Ontstaan vanuit de Griekse psychologie, waarbij men er van uitging dat wil en verstand gericht zijn op het goede (vaak gezien als een midden tussen twee extremen), kwam er bij Augustinus meer nadruk op de oefening van de deugdzaamheid en allengs in de scholastiek, met Thomas Aquinas als hoogtepunt een aanvulling met de drie goddelijk geschonken deugden van geloof, hoop en liefde.
Bij de middeleeuwers kwamen ook begrippen als kwaad en zonde binnen het gedachtengoed: het verstand kan zich vergissen, maar de wil kan ook voor het kwade kiezen. De 'theologale deugden' gaan de menselijke capaciteit te boven: geloof is willen aannemen wat je niet kan weten.
Hindoe-deugden van Bhagavad-gita tot Arya Samaj en Ghandi, Dr. Freek Bakker
Freek Bakker (Universiteit Utrecht) gaf de uiteenzetting over Hindoeïstische visies. Hij liet van de inleiders de vele kanten van een religie het meest aan bod komen: de betekenis en relativiteit van rituelen (door de leer van onthechting volgens de Bhagavad-gita), de vernieuwing van de Arya Samaj, waardoor het kastenstelsel helemaal omver gehaald wordt en de persoonlijke levensleer van Mahatma Ghandi. Bakker benadrukte dat hindoeïsme diversiteit als normaal ziet: niet alle mensen zijn gelijk en voor niet alleen gelden dezelfde idealen als norm. Dit blijkt uit de fasen in de levensloop van student, huisvader, gepensioneer tot asceet en uit de gematigde opvatting over de vier kasten.
Op de foto hierboven: rechts Freek Bakker, naast hem Dr. Rico Sneller en links staande de directeur van de Dialoog-Academie, Dr. Gurkan Celik. Achter Celik verborgen: Prof. Jan Pieter van Oudenhoven, moderator van de middagsessie.
Islam: Prof. Gerard Wiegers
Over de Islam sprak Gerard Wiegers, sinds kort van Nijmegen naar de Universiteit van Amserdam verhuisd. Na een kort begin over de belangrijkste duegden zoals die in de Koran worden geformuleerd (muslim in de betekenis van 'godsvertrouwen', geduld, vrijgevigheid e.d.) ging hij al gauw over op de aanvallen die tegenwoordig op de Islam worden uitgevoerd door 'bepaalde' kringen, waaronder vooral rechtse politici en conservatieve christenen. Met name ging hij uitvoerig in op een recent Amerikaans boekje dat de huidige migratie van moslims naar Europa ziet als een strategie om zo ook die te kunnen overheersen.
Dit boekje over de Moslims in het westen als een 'paard van Troje' was recentelijk door Wilders naar alle kamerfracties gestuurd. Allemaal fout natuurlijk, maar de zaal zat eigenlijk niet op een aanval op Wilders c.s. te wachten maar op een degelijke uiteenzetting van de islamitische visie op deugden, dus op een kijkje in Al-Ghazali's Ihya of moderner samenvattingen daarvan. Of op een humanistisch-liberale ethiek als die van Ibn Miskawaih, zo gloedvol weergegeven door Muhammad Arkoun.
Wiegers werd door Kinneging onderbroken, maar de verschillende visie op de dag kwam niet helemaal uit de verf. Wiegers verwees nog kort naar het boeiende onderzoek in Groningen Nederland deugt waarbij onder meer bleek dat imams in Nederland de algemeen gebruikelijke waarden ook onderschrijven en op besluiten van de Europese Raad voor Fatwa en Onderzoek (zie http://www.e-cfr.org/en/) waaruit blijkt dat moslims in de westerse samenleving gelukkig willen zijn.
Boeddhist Henk Barendregt
Een knap staaltje technologie kregen we na de middagpauze toen een zieke Nijmeegse Barendregt via een goede verbinding een heldere, maar zeer persoonlijke uiteenzetting gaf over de (voor hem) belangrijkste boeddhistische deugden, de brahmavira, compassie, gelijkmoedigheid, medevreugde, liefdevolle vriendelijkheid. Die moeten vooral via meditatie versterkt worden. Mindfulness dus. Een zeer heldere uiteenzetting. Maar toen ik aan het begin de snelle afwijzing van devotionalisme hoorde (als een soort poging tot toverij of handelen, je probeert van het goddelijke iets te krijgen in ruil voor kaarsen branden of gebeden zeggen), bedacht ik dat we hier toch wel aan een zeer cerebrale exercitie bezig waren. Misschien moet een volgende keer dat thema van Averroës/Ibn Rushd over de 'dubbele waarheid' een bekeken worden: de intellectuelen die tevreden zijn met abstracte concepten, terwijl 'het gewone volk' toch de leer in beelden, riten, mythen voorgeschoteld wil krijgen, die toch ook hun eigen kracht hebben.
Humanistische of verlichte Joden, Dr. Rico Sneller
Onder de noemer 'Jodendom' kregen we een heldere en boeiende lezing van de Leidse kenner van liberaal Joodse filosofie, Rico Sneller, die het jodendom niet bekeek vanuit de opvolging van de mitswot of geboden, maar vanuit de ontplooiing, de menselijke vrijheid. Als voorbeeld gaf Sneller twee (ex-)joodse filosofen, die vanuit de Kantiaanse verlichting, maar ook sterk vanuit Joodse tradities spraken: de oude teksten en de moderne filosofie dus in harmonie, zij het dan zonder enig rabbinaal gezag. Levensheiliging kan dan als doel hebben om 'aan God gelijk te worden', maar net zo goed seculier vertaald worden als volwassen worden, waarbij eer en liefde de twee belangrijkste deugden worden, uit te leven in dapperheid en trouw, gerechtigheid en vrede. Een mooi mechanisme van mythische teksten naar filosofische verwoording.
Het Humanisme van Joep Dohmen
De humanisten hebben helemaal afstand genomen van de mythisch-religieuze verwoording van menselijke idealen, maar kennen toch ook wel weer eigen spanningen: tussen de meer sociaal gerichte (bijdragen aan de menslievensheid) naar de sterk individuele Buldings- of ontplooiingsgerichten. Jezelf uitvinden, de zelfzorgmoraal, hoe van je leven een kunstwerk te maken? Dohmen liet ons in een boeiend referaat eens goed in de keuken van de Humanistische vereniging en Utrechtse opleiding kijken, tenminste wat betreft de meer seculiere filosofische trend. Ik had zelf net de dissertatie (aan de UVH!) van Suzette van Ijssel gelezen: Daar hebben de humanisten het niet zo over, waar spiritualiteit, meditatie en bijzondere ervaringen in worden besproken en aangemoedigd. Afijn, zo zagen we ieder van de zes stromingen vandaag toch steeds weer vanuit een bepaalde kant belicht.
Hierboven links Humanist Prof. Joep Dohmen en rechts Prof. Paul van Tongeren, tijdens de plenaire discussie.
In de plenaire discussie kwamen veel thema's van de dag opnieuw naar voren. Ook wel een aantal nieuwe thema's. Het publiek was deels samengesteld uit studenten filosofie, deels het bepensioneerde publiek dat graag naar deze zaken komt, deels (zelfs nogal wat) jongere en oudere allochthonen (ik sprak S. Sam, een Mandeeër, of aanhangers van Johannes de Doper, met 4000 andere 15 jaar geleden gevlucht uit Irak). Er was een Iraanse dame die stevig waarschuwde voor de claim die religieuze specialisten op hun gelovigen willen leggen en die blij was met het liberale geluid dat de dag domineerde. In die lijn was er was ook een die blij was met de kritiek van Wilders op te grote toegeeflijkheid tegenover religieus gezag. In de jaren 1980 dachten we allemaal nog dat het multiculturele wel over zou gaan, maar toen bleven al die nieuwe Nederlanders hier ook te blijven. Maar wij waren juist neo-liberaal geworden, met sterk individualistische vrijheid/blijheid en zelfbeschikking als doel. Maar nu moeten wij met een nieuwe veelheid in de samenleving leren leven.
Was het niveau van de dag hoog genoeg? De lezingen waren excellent, ik heb van alle zes genoten. Het was allemaal veel rijker dan de kleine flitsen hier en ik hoop dat er een goed boek van zal komen. Het publiek was zeer gevarieerd. Voor de doelstelling van de Dialoog Academie een zeer geslaagde dag. Voor mij ondermeer vanwege die Mandeeërs, die in de Koran Sabiun worden genoemd en die ik nog nooit gezien had (zie hieronder).
Hoe wordt je een deugdzaam iemand? Dat was de praktische vraag van de slotdiscussie. Via exempla dus, voorbeelden, of via zelfreflectie van gewetensonderzoek tot meditatie en exercitio oefening dus, al dan niet via de methode van Ignatius. Met Alaattin Erdal uit Rotterdam sprak ik over de praxis van journalistiek (hij volgt nu Den Haag voor de Turkse krant Zaman) en het nut van de politiek (hij zal waarschijnlijk voor het CDA de kar gaan trekken in R'dam Charlois). De dag was vooral gericht op de theorie en de definitie van deugden en hun ordening. Een mooi inkijk in een gevarieerde geschiedenis van grote wijsheid en schoonheid. De Mandeeërs, Solomon Sam uit Rijswijk en zijn partner, waren vooral geïnteresseerd in de juiste rituelen. Zij moeten enkele keren per jaar de doop als zuiveringsritueel ondergaan. Dat moet in een rivier met stromend water. Totnutoe gaan zij naar Nijmegen, naar een strandje in de Ooipolder. We spraken over een plek wat dichterbij: bij de veerpont over de Lek in Schoonhoven is een mooi klein strandje. Daar bij is een groot restaurant met gelegenheid tot omkleden. Veel Mandeeërs waren goudsmeden in Irak. Schoonhoven is bekend om zijn zilversmeden, beetje familie dus. Dat leek ook een mooie oplossing. Toch ook nog iets praktisch gevonden!
maandag 5 oktober 2009
Rechtse Religieuze Radicalisering
Niet alleen in de politiek speelt de hardere lijn tegen de islam een rol. In Augustus kwam er een brief van vier PKN-kerkleden, onder aanvoering van Hebe Kohlbrugge en Hans Kronenburg, die tegen een sympathiek ontwerpvoorstel binnen de PKN over A Common Word vooral aan de remmen wil trekken. Het verschil tussen Islam en Christendom moet geaccentueerd worden. Er is niet één God(sopvatting), maar tussen 'het' christendom en 'de' islam zijn wezenlijke verschillen. Bovendien hebben christenen het moeilijk alos zij in een land met meerderheid van moslims worden.
Dan heeft de PKN Bernard Reitsma benoemd tot 'islam-predikant'. Reitsma werkt(e) bij Open Doors, dat een kritiekloze klaaglitanie houdt over de toestand van de christenen in islamitische landen. Erfenissen van kolonialisme, de gecompliceerde lokale politieke situaties worden even vergeten voor die simplistische boodschap, dat de islam gevaarlijk is voor christenen.
Nog meer bizar was de uitspraak op di. 22 september 2009 van een Australische anglikaan Dr. Mark Durie en emeretis hoogleraar Hans Jansen, dat het de strategie van 'de' islam zou zijn om de gelijkheid van de islamitische en christelijke God te verkondigen. Jansen heeft kennelijk nooit gehoord van fatwa's van de MUI, Majelis Ulama Indonesia tegen gezamenlijk bidden van christenen en moslims en tegen pluralisme. Maar in het verharde debat mogen zulke uitlatingen kennelijk.
Hierbij dan maar twee afbeeldingen die op Internet staan bij de zoekfuncties same God.
zaterdag 18 juli 2009
Modern Turkije gerepresenteerd in twee romans
De laatste maand heb ik twee boeken gelezen over Turkije in de 20e eeuw. Het grootste is dat van Louis de Bernières, zo'n duizend bladzijden dik: Birds without wings. Het is een typische historische roman, waarin de overgang van het Ottomaanse Rijk naar het Kemalistische Turkije wordne geschilderd vai een aantal figuren. Er is een serie portretten waarin Atatürk zewlf sprekend voorkomt en zijn hele carrière wordt geschilderd. Maar het overgrote deel van het boek is geschreven vanuit figuren in een klein dorpje aan de zuidwest kust, nog een heel eind onder Symrna/Izmir en Efese dus. Het is een gemengd moslim-christelijk dorp met een priester (de enige intellectueel) en een imam, een grootgrondbezitter, christelijke handelaren, moslim loonarbeiders, een knappe dame waarvan de afkomst onduidelijk is (blijkt een geroofd Grieks meisje te zijn die verder via de liefde carrière moet maken). Het procédé van het boek is een beetje standaard, maar de beschrijving zo levendig dat me dat vooral boeide: hoe zo'n intens verdeelde of eigenlijk dus verzuilde maatschappij via allerlei ingebouwde codes gewoon kon doorbestaan. De genocide op de Armeniëres komt maar zijdelings tersprake, want dat was vooral in het oosten van het land. Veel meer de 1e wereldoorlog, via de jonge jongens die als soldaat bij Gallipoli liggen en de glorie van Atatürk daar meemaken, maar ook een ander die in Syrië de nederlagen ziet. En damn de ramp van de uitwisseling. Op de cover van het boek staat ook hoe de christenen wegtrekken, ook al kennen zse helemaal geen Grieks en hoe er dan vluchtelingen/verdreven uit Kreta in de lege huizen komen.
De tweede roman is van de jonge Turkische Belg Mustafa Kör, De Lammeren. Het is een groot heimwee-boek van iemand die in België weer naar Turkije en vooral naar het lieve meisje van zijn jeugd verlangt, maar in het afgelegen dorp in Turkije, waar de meeste jongeren of naar de stad Konya vertrekken, of naar Europa, ook weer niet kan aarden. Een echt boek van een gespleten ziel en zo ziet Kör er zelf ook een beetje uit. Een zwartwit foto van een bleek gezicht, iemand die zijn plek op deze wereld nog niet echt heeft gevonden!
De lammeren van het boek staan voor de schapen en lammeren die in het dorp worden gehouden voor de grote feesten. Ouders noemen hun kind ook liefkozend lammetje. Dat komt in het Nederlands een beetje raar over. Op blz. 12 noemt hij Ayse 'dat ene meisje'm ook 'Zij was het mooiste lammetje. Ik aanbid haar als het Lam Gods. Het offerlammetje met de hennaogen, het kristal in het sneeuwvlokje, de kroon van de bloem, de rode nectar van de granaatappel, mijn liefdeszalf.'
Ik heb natuurlijk speciaal gekeken naar de rol van moskee en imam. Er wordt in dat dorp veel gebeden, met de tasbih, ook in de moskee, maar Kör zelf heeft weinig aardige woorden voor de imam: 'de ouderwetse imam ramde de vaste strofes na zijn preken wekelijks en steeds op eenzelfde monotone, droesemloze wijze in de oren van de gelovigen.' (65) Hij heet Hamdi Hafiz, maar had een bijnaam gekregen Ham Ham en dat was niet vleiend bedoeld.
Een groot drame in de naar België getrokken familie is de zelfmoord van de oudere broer van de ik-figuur, kennelijk vanwege een liefdesaffaire. De analfabete vader verwachtte zoveel van die in België goed geschoolde jongen: 'Had hij hem maar niet geheel overgelaten aan dat wezen dat bij ons beter bekend stond als de uitkomst, het begin, het eind, alias Allah. De hemel weet hoe vaak ik op latere leeftijd, toen ik zoals iedereen door het leven werd voortgejaagd, bij de oprispingen van mijn verliezen als het achteraf enigszin opklaarde, niet kwaad geweest ben op dat opperwezen in de kosmos, vanwege zijn afstandelijkheid? Waarom diende Hij als slotwoord of verklaring voor wat onbegrijpelijk was, waarom intervenieerde hij niet als dingen faliekant dramatisch konden aflopen?' (100)
Het grootste deel van het boek is een zoektocht naar zijn eigen ik, als Umut, de hoofdpersoon na de dood van zijn broer een paar maanden terug is in zijn geboortedorp. Uiteindelijk komt hij terecht in een sema, een dans van de dansende derwishen in Konya. Daarvoor gaat hij nog naar een kwakzalver-gebedsgenezer, een djinn-imam die een brute afperser is. Maar bij de derwisjen komen uitvoerige citaten van Rumi-mystiek voor die met instemming worden geciteerd. En dat Pir aldaar vindt hem geen rare kwast want 'de mens is geschapen om te zoeken'. (260) Toch raar dat hij het buigingsgebed van de moskee en de imam maar niks vindt en die dansen van de Pir wel prachtig! Is dat iets van Alewieten? Zijn vroegere geliefde blijkt getrouwd en Umut heeft vrede bij zijn definitieve afscheid van het Turkse dorp en komt steviger in Vlaanderen terug.
De tweede roman is van de jonge Turkische Belg Mustafa Kör, De Lammeren. Het is een groot heimwee-boek van iemand die in België weer naar Turkije en vooral naar het lieve meisje van zijn jeugd verlangt, maar in het afgelegen dorp in Turkije, waar de meeste jongeren of naar de stad Konya vertrekken, of naar Europa, ook weer niet kan aarden. Een echt boek van een gespleten ziel en zo ziet Kör er zelf ook een beetje uit. Een zwartwit foto van een bleek gezicht, iemand die zijn plek op deze wereld nog niet echt heeft gevonden!
De lammeren van het boek staan voor de schapen en lammeren die in het dorp worden gehouden voor de grote feesten. Ouders noemen hun kind ook liefkozend lammetje. Dat komt in het Nederlands een beetje raar over. Op blz. 12 noemt hij Ayse 'dat ene meisje'm ook 'Zij was het mooiste lammetje. Ik aanbid haar als het Lam Gods. Het offerlammetje met de hennaogen, het kristal in het sneeuwvlokje, de kroon van de bloem, de rode nectar van de granaatappel, mijn liefdeszalf.'
Ik heb natuurlijk speciaal gekeken naar de rol van moskee en imam. Er wordt in dat dorp veel gebeden, met de tasbih, ook in de moskee, maar Kör zelf heeft weinig aardige woorden voor de imam: 'de ouderwetse imam ramde de vaste strofes na zijn preken wekelijks en steeds op eenzelfde monotone, droesemloze wijze in de oren van de gelovigen.' (65) Hij heet Hamdi Hafiz, maar had een bijnaam gekregen Ham Ham en dat was niet vleiend bedoeld.
Een groot drame in de naar België getrokken familie is de zelfmoord van de oudere broer van de ik-figuur, kennelijk vanwege een liefdesaffaire. De analfabete vader verwachtte zoveel van die in België goed geschoolde jongen: 'Had hij hem maar niet geheel overgelaten aan dat wezen dat bij ons beter bekend stond als de uitkomst, het begin, het eind, alias Allah. De hemel weet hoe vaak ik op latere leeftijd, toen ik zoals iedereen door het leven werd voortgejaagd, bij de oprispingen van mijn verliezen als het achteraf enigszin opklaarde, niet kwaad geweest ben op dat opperwezen in de kosmos, vanwege zijn afstandelijkheid? Waarom diende Hij als slotwoord of verklaring voor wat onbegrijpelijk was, waarom intervenieerde hij niet als dingen faliekant dramatisch konden aflopen?' (100)
Het grootste deel van het boek is een zoektocht naar zijn eigen ik, als Umut, de hoofdpersoon na de dood van zijn broer een paar maanden terug is in zijn geboortedorp. Uiteindelijk komt hij terecht in een sema, een dans van de dansende derwishen in Konya. Daarvoor gaat hij nog naar een kwakzalver-gebedsgenezer, een djinn-imam die een brute afperser is. Maar bij de derwisjen komen uitvoerige citaten van Rumi-mystiek voor die met instemming worden geciteerd. En dat Pir aldaar vindt hem geen rare kwast want 'de mens is geschapen om te zoeken'. (260) Toch raar dat hij het buigingsgebed van de moskee en de imam maar niks vindt en die dansen van de Pir wel prachtig! Is dat iets van Alewieten? Zijn vroegere geliefde blijkt getrouwd en Umut heeft vrede bij zijn definitieve afscheid van het Turkse dorp en komt steviger in Vlaanderen terug.
woensdag 15 juli 2009
De hemelreizen van Jezus en Mohammed
Op zondag 26 juli 2009 zendt de NMO, Nederlandse Moslim Omroep, een programma uit over de hemelreis van Mohammed, die dan herdacht wordt. Het gaat hier over de periode uit Mohammed´s leven toen hij in problemen was: zijn vrouw opverleden, zijn beschermende oom Abu Talib ook overleden en in de clan als oudste vervangen door de etter van Abu Lahab die hem een bedrieger vond. Tenslotte aanslagen op zijn leven.
Mohammed kreeg een visioen van een reis naar Jeruzalem, waar hij opsteeg tot in de zevende hemel. In de lagere hemels kwam hij andere profeten tegen die hem bemoedigden en raad gaven. Mozes was zijn steun in het omlaag brengen van de 50 gebeden per dag naar vijf ('anders komt er niemand de hemel in').
Journaliste Elli Safari belde mij erover op. Hoe ik dat aan Nederlanders kon brengen? Ik suggereerde een band met de gedaantewisseling op de berg Tabor, waar Jezus ook wordt opgeheven, gezuiverd (Mohammed's hart wordt gewassen, Jezus krijgt witte kleren aan) en vooral ondersteund door de andere profeten. Dat ook allemaal op een moment dat het met de boodschap niet zo best ging.
Via de SKKN, Stichting Kerkelijke Kunst in Nederland kwamen we in de Barbarakerk van Bunnik waar een afbeelding is geschilderd door Charles Eyk, rond 1938.
Hoe het keurslijf van de huidige katholieke liturgie te vermijden?
Op zondag 30 mei stierf de partner van mijn schoonzus. Bij terugkomst uit Montreal moest er gesproken worden over haar begrafenis. Dat zou uiteindelijk plaats vinden op het kerkhof van de katholieke kerk van Sassenheim. Maar die kerk is gigantisch groot. Dus stelde de begrafenisondernemer voor: dan ga je toch naar het Groene Kerkje van Oegstgeest! Aldus gebeurde.
'Weet je wel dat dat een Protestants kerkje is', zei ik tegen mijn schoonzus. 'Nou wat zou dat?' Afijn, dan heb je wel groter vrijheid in de herdenkingsdienst. Die werd een midden tussen een bijna-seculiere herinnering aan de creatieve en veelzijdige persoon die Toos Teernstra was geweest.
We hadden een evangelielezing aan het einde van het portret, over de schoonmoeder van Petrus die genezen werd en meteen koffie gingen zetten.
Er waren ook voorbeden, ook al is er wel over gediscussieerd. Maar het argument, dat ´we willen God danken voor deze mooie persoon´, gaf de doorslag.
Bij de absoute in Sassenheim stond de koster klaar met kruis, wijwater en grond en de rituelen heb ik graag uitgevoerd.
In discussie later met collega´s kwam herhaaldelijk het aspect naar voren dat mensen tegenwoordig graag hun eigen liturgie en rituelen ontwerpen, omdat ze dan persoonlijker en vrijer kunnen zijn dan bij de traditionele kerkelijke, katholieke liturgie die niet zozeer op de overledene maar op het Goddelijke aannemene van alle overledenen is gericht.
Een andere collega, nog studerend voor pastoraal werker, benadrukte dat de bisschop van Utrecht de kerkelijke zending heel belangrijk vind en geen vrijbuiters zou willen toe laten. Maar steeds meer gaan het toch maar zelf uitvoeren.
Sharia als magere realiteit of droombeeld
Meteen na de conferentie in Berlijn ging ik naar Montreal voor een seminar over Relaties tussen Islam en Boeddhisme. Elders (op de Engelstalige weblog) heb ik daar wat info over gegeven.
Het toeval (de Voorzienigheid, de CIA? Taqdir?) wilde dat Alyasa Abubakar ook in Montreal was. Hij was zijn dissertatie over grondslagen islamitisch recht/ethiek aan het schrijven, wonend in mijn huis in Yogyakarta in 1987-8. We beklommen samen de Merapi, speelden dagelijks tafeltennis, warmden de avondmaaltijden op die tegen lunchtijd zo uitvoerig door kokkin Ndari waren klaargemaakt.
Alyasa werd rond 2002 het hoofd van het bureau dat de volledige invoering van de sharia in Atjeh moest invoeren. Hij schreef enkele sympathieke en heldere boeken over de kwestie. Hij gaat ervan uit dat bijna 100% van Atjeh moslim is 'dus' zich ook aan de Sharia moet/wil/zal houden.
Het werd toch wel een teleurstelling: naast de al bestaande elementen van sharia in huwelijks- en erfrecht kwam er een sharia-politie die tekeer ging tegen alcoholgebruik, gokken, ongehuwd samenwonen, alle vormen vooral van (vermeende) sex die niet door ouders en staat en religie zijn gelegitimeerd.
Hij is nu weer terug op de islamitische academie als directeur van de graduate school.
Ik kon en kan uitstekend met hem opschieten maar hij weet dat ik die hele sharia maar een rare constructie vind: een droom-maatschappij, aan elkaar geschreven door soms wat wereldvreemde geleerden op basis van rare verhalen over wat Mohammed wel of niet gedaan zou hebben. Uiteindelijk is het een geheel van regels over tanden poetsen, handen en schoenen poetsen, baard scheren, geld lenen tegen geen rente, economische constructies, regels over wat je wel of niet kan eten: allerlei zaken die de moderne wetenschap allemaal rationeler en systematischer heeft bestudeerd.
De laatste eeuwen werd ook in gebieden met een moslim-meerderheid (en ook in de Nederlandse kolonie van Oost-Indië) wel een sharia-rechtbank gehouden, maar dat ging dan alleen over huwelijk en erfenis en dat deden de rechters vaak op een goede en menselijke manier, ook al zouden wij nu wel wijzigingen willen: vrouwen hadden toch duidelijk minder rechten en over homo's kon je al helemaal niets zeggen (maar in die stilte kon toch nog wel veel getolereerd worden.
Intussen is de sharia wel voor een (klein?) aantal moslims een super-ideaal geworden. Het hele pakket dan wel te verstaan, ook al is over ieder onderdeel van het hele pakket verschil van mening onder de moslims. Het zou mins inziens een zegen zijn als moslims zich aan de Koran zouden houden en dat hele gedoe van sharia (dat immers vrijwel nergens op de Koran is gebaseerd) terzijde zouden laten.
Fethullah Gülen als Succestheoloog
26-27 mei 2009 was er een conferentie in Berlijn, of eigenlijk Potsdam, de buitenplaats waar het bizarre paleis Sans Souci van Frederik de Grote staat, met alles erop en eraan. Alleen is er tussen de Griekse goden en godinnen, wijsgeren en protserige helden als Herakles helemaal geen Germaanse mythe, geen Siegfried of Nibelungen en helemaal geen christendom: alleen later is er een nabouwsel van de San Clemente ergens achter in het grote park verborgen.
De conferentie zelf was een redelijk grote happening: zo'n 28 lezingen, een 300 toeschouwers, grote rijen bij het eten, maar wel gehuisvest in een prachtig modern hotel aan een van die meren van de Spree.
Er kwamen twee beelden van de beweging naar voren. Enerzijds was er het spirituele. Thomas Michel had een meditatie over Ikhlas als sincerity, oprechtheid, eerlijkheid. Dat is dus een van de deugden die in het deugdenboek staan waarvan twee delen zijn uitgegeven onder de titel Sufism. Emerald Hills of the Heart.
Michael Blume had een mooi verhaal over het ontwikkelingsoptimisme van Gülen. Voor zijn hele verhaal zie www.blume-religionswissenschaft.de en dan doorklikken naar Guelenbewegung... Hij vergeleek Gülen met het Pietisme: een niet-politieke spiritualiteit voor zakenmensen die het gemaakt hebben en iets met hun oude religie willen doen, maar dan wel in overeenstemming met de moderne wereld en hun eigen succes. Net zoals de Piëtisten paart hij hard werken aan wantrouwen tegenover wetenschap, maar ook grote realiteitszijn.
In de grote zaal kwam ook het activisme van de beweging naar voren. Ik had zelf een verhaal over de Cosmicus-scholen. Gurkan Celik verbond het activisme met een andere deugd, die van hismet of toewijding, maatschappelijke dienstverlening.
Heel veel debatten gingen natuurlijk over de vraag of er geen verborgen agenda achter Gülen zit. Er werd gesuggereerd dat de komst van Khomeiny naar Iran nog maar een voorproefje was van wat we zouden kunnen meemaken bij de 'terugkeer' van Gülen vanuit de VS naar Turkije. Het leek me een zeer onwaarschijnlijk scenario, ook helemaal niet in de lijn van de Gülen en de Fethullahci of zijn aanhangers zoals ik die in Europa heb leren kennen.
De conferentie zelf was een redelijk grote happening: zo'n 28 lezingen, een 300 toeschouwers, grote rijen bij het eten, maar wel gehuisvest in een prachtig modern hotel aan een van die meren van de Spree.
Er kwamen twee beelden van de beweging naar voren. Enerzijds was er het spirituele. Thomas Michel had een meditatie over Ikhlas als sincerity, oprechtheid, eerlijkheid. Dat is dus een van de deugden die in het deugdenboek staan waarvan twee delen zijn uitgegeven onder de titel Sufism. Emerald Hills of the Heart.
Michael Blume had een mooi verhaal over het ontwikkelingsoptimisme van Gülen. Voor zijn hele verhaal zie www.blume-religionswissenschaft.de en dan doorklikken naar Guelenbewegung... Hij vergeleek Gülen met het Pietisme: een niet-politieke spiritualiteit voor zakenmensen die het gemaakt hebben en iets met hun oude religie willen doen, maar dan wel in overeenstemming met de moderne wereld en hun eigen succes. Net zoals de Piëtisten paart hij hard werken aan wantrouwen tegenover wetenschap, maar ook grote realiteitszijn.
In de grote zaal kwam ook het activisme van de beweging naar voren. Ik had zelf een verhaal over de Cosmicus-scholen. Gurkan Celik verbond het activisme met een andere deugd, die van hismet of toewijding, maatschappelijke dienstverlening.
Heel veel debatten gingen natuurlijk over de vraag of er geen verborgen agenda achter Gülen zit. Er werd gesuggereerd dat de komst van Khomeiny naar Iran nog maar een voorproefje was van wat we zouden kunnen meemaken bij de 'terugkeer' van Gülen vanuit de VS naar Turkije. Het leek me een zeer onwaarschijnlijk scenario, ook helemaal niet in de lijn van de Gülen en de Fethullahci of zijn aanhangers zoals ik die in Europa heb leren kennen.
vrijdag 1 mei 2009
De staat en de religie
In De Volkskrant stond een boeiende boek-recensie over Canossa: de keizer die daar drie dagen in de kou stond boete te doen voordat de paus hem wilde vergeven dat hij het benoemingsrecht voor bisschoppen aan zich getrokken had. Tom Holland die een boek over die Canossa-gang schreef, laat daar ook het seculiere westen beginnen, de scheiding tussen kerk en staat. Mooi citaat: "De pikante paradox is dat het hele idee van een seculiere samenleving uiteindelijk aan het pausdom te danken is .. Over de islam wordt vaak gezegd dat die geen reformatie heeft gekend- terwijl het meer houdt zou snijden dat die godsdienst geen Canossa heeft gekend. Voor vrome moslims van nu is het idee van een scheiding tussen politiek en religie even verwerpelijk als voor de meeste tegenstanders van Gregorius toen." En passant wordt ook nog even vermeld dat Oosters Christendom, in Rusland en Griekenland, hierin helemaal met de islamitische eenheid mee zouden gaan. (Tom Holland, De gang naar Canossa. De westerse revolutie in de elfde eeuw Amsterdam:Atheneum en Polak & Van Gennep).
Allemaal wel erg kort door de bocht, wordt daar ook toegegeven. Mijn studenten in Indonesie zeiden zoiets ook wel eens. En dan bleek daar de islam uit de politiek gehouden te worden, een Majelis Ulama als Hoge Raad van Moslimgeleerden gekortwiekt in zijn opinies omdat de politici alles wilden bepalen. Het zit gelukkig allemaal ingewikkelder in elkaar!
In mijn studententijd was het grote boek in meerdere delen over het ondewerp: La naissance de l'esprit laïc, dus over de tegenstelling tussen leek en clerus, over de leek die het niet meer pikt van de reli-deskundige. Dat is ook binnen de islam een probleem, omdat de ulama als kaste de macht over de religie hebben overgenomen en in de Catholica de clerus via de paus de zeggenschap wil. Abduh heeft al geprobeerd de poort van de ijtihad open te breken, maar toch te veel kwalificaties voor religieus zeggingschap laten bestaan. Kan iedereen dan maar alles schreeuwen wat hem goed dunkt? Misschien is dat in religiosis beter dan het aan een kaste over te laten.
Om de Koran heen gelopen: Bespreking van Mulder cs voor BEGRIP
NIEUWE AANVAL VAN DE WESTERSE GELEERDEN OP DE ISLAM?
OF GEWOON EEN INTERN DEBAT TUSSEN (VOORAL) DUITSE GELEERDEN
Sinds enige tijd verschijnen er een aantal kritische studies over de komst en de eerste jaren van de islam. Mohammed zou helemaal niet bestaan hebben, de Koran zou verschillende auteurs hebben en oorspronkelijk in het oud-syrisch zijn samengesteld. Er verscheen een hele serie artikelen in het Dagblad TROUW. Die zijn nu samengesteld in een dik boek. Is dit een nieuw groot complot tegen de islam? Prof. Karel Steenbrink las het en kwam tot de conclusie dat het allemaal wel meevalt. De drieste collega’s in Duitsland krijgen weinig steun van hun collega’s en er wordt vooral degelijk en serieus ondeerzoek naar de islam gedaan.
Na twintig grote artikelen in het dagblad Trouw hebben we nu een stevig boek over het onderwerp van Meindert Mulder en Thomas Milo. Het geheel leest alsof je naar een Steven Spielberg en zijn Indiana Jones zit te kijken. Allerlei korte suggesties dat het allemaal heel anders gegaan is, dat er schokkende ontdekingen gaan gebeuren. Een echt avonturenboek. Een niet zo heel erg bekende professor uit Saarland (daar hadden ze toch die steenkoolmijnen?) heeft een aantal zakken met papieren/beschreven geitevellen gekregen in Jemen. Liefst 35,000 grote stukken! En allemaal de echte oudste Koranteksten. Dit zal de wereld van de Islam, eigenlijk de hele wereld gaan schokken. De vondst was al in 1972, Professor Gerhard Puin werd erbij betrokken tussen 1981 en 1985. Nu is er nog nauwelijks iets over gepubliceerd. Schollend? De vondsten bleken nog aanzienlijk minder sensationeel uit te pakken dan die van Qumrān of Nag Hammadi, die veel boeiende informatie brachten, maar echt het beeld van de oude religie (in dit geval het christendom) niet ingrijpend hebben veranderd. Enkele stukjes van de Koran blijken in Jemen in een andere volgorde te staan. Puin lanceerde ook een theorie, dat de Koran allereerst schriftelijk is vastgelegd, niet eerst mondeling overgeleverd. Omdat het Arabisch schrift nog niet zijn definitieve vorm had, minder puntjes, waardoor bijvoorbeeld een –b- en –t- er hetzelfde uitzagen, was die vroege tekst minder precies. Maar, als zoveel of bijna alle zaken in dit boek blijkt het allemaal niet zo zeker te zijn. 35 jaren na deze ‘sensationele vondsten in Jemen’ zijn er nog altijd weinig concrete gegevens over. Waar ligt dat aan? Puin ging in 2004 met pensioen en de vakgroep Arabisch is gesloten. Er is slechts een enkele publicatie van nauwelijks 5 pagina’s over de ‘vondsten’ en het eerste stuk van het boek is dus nogal teleurstellend.
In de marge hiervan is er een beschrijving van de lotgevallen van een veelbelovend Koran-inderzoek uit de periode 1920-1940 in München. Van 450 oude Korans werden films verzameld en op basis van deze oudste handschriften wilde een instituut aan de Beierse universiteit een vergelijkend onderzoek instellen. Onderzoekers stierven, voor en vooral in de 2e Wereldoorlog, het instituut werd gebombardeerd. Lange tijd ging men er van uit dat de filmpjes verloren waren gegaan. Rond 1990 werd door niemand minder dan de hoogleraar Arabisch van München, Spitaler (1901-2003, emeritaat in 1978) evenwel toegegeven, dat hij de filmpjes nog in huis had. In 2007 heeft de Freie Universität Berlin geld beschikbaar gesteld voor het project Corpus Coranicum, een studie over de oudste handschriften van de Koran, onder leiding van Prof. Angelika Neuwirth en Dr. Michael Marx. Niet alleen de bronnen van de Koran worden in dit boek omstreden verklaard, het geeft ook af en toe een wrange kijk in de westerse academische wereld: zoveel Arabisten, die allemaal de waarheid wisten!
De tweede persoon die nogal sensationeel wordt aangediend is een Libanees die in Duitsland woont en werkt en schrijft onder de naam Christoph Luxenberg. Hij neemt aan dat de Koran aanvankelijk vooral samengesteld en gebruikt is in het Aramees-Syrisch, de taal van de christenen uit de niet-Byzantijnse gebieden van het gebied tussen Turkije en de Perzische golf. Veel wat lastige Arabische woorden worden via het Aramees-Syrisch toegelicht. Resultaat? Voorlopig nog niet erg concreet. Het meest opwindende is wel de vertaling van het Koranische hoeris niet door knappe dames die de martelaren opwachten in het paradijs, maar witte druiven.
Een derde en vierde geleerde maakten het verhaal voor mij aanzienlijk boeiender. Dat zijn muntendeskundige Volker Popp en kerkhistoricus Karl-Heinz Ohlig. Zij zetten de eeuwenlange strijd tussen Perzië en Byzantium/Griekenland centraal. Die strijd bereikte een hoogtepunt in 602-614 (grote overwinning van de Perzen, tot en met verovering van Jeruzalem, Heilig Kruis als buit) en 622-628 (Byzantijnen slaan terug, heroveren Jeruzalem, overwinnen bij een grote veldslag in de Kaukasus en een in Noord-Irak). Beide partijen komen verwakt uit de strijd en een derde partij loopt met de winst weg: de Arabische stammen, misschien die van Midian en de Negev, maar vooral die her en der in Perzië als enclaves waren weggesaneerd bij eerder Perzische volksverhuizingen. Zij nemen van binnenuit het Perzische Rijk over. Zij zijn wel christelijk, maar van andere signatuur dan de bekende Nestorianen of Monofysieten van Syrië. Ohlig noemt hen dan ook maar oud-gelovigen. De Oemajjaden die tussen 660-750 in Damascus regeren, zijn eerst nog oud-gelovige christenen, maar in het debat met ‘andere christenen’ ontwikkelen zij zich tot een heel andere religie, de Islam. Cruciaal hierbij is de bouwer van de koepelrots in Jeruzalem Kalief Abd al-Malik. Het corpus van teksten van deze ‘oud-gelovigen’ wordt uiteindelijk de Koran. Jezus noemden zij onder meer ‘de geprezene’ of Muhammad, en daar is later een aparte persoon van gemaakt. Hoe? Dat is helaas onbekend. Zo gaat dan ook weer een interessante visie bij gebrek aan stevige gegevens de mist in.
Een eerste probleem bij Popper/Ohlig is al dat in de Koran de figuren van Mozes en Abraham veel belangrijker zijn dan die van Jezus. Hoezo de Koran als een voortzetting van oud-gelovige christenen als Jezus wel in de Koran staat, maar toch slechts een ruime 90 verzen, dus hoogstens 1.5% van de tekst inneemt? En Mozes veel belangrijker is?
Ik heb het boek in één adem uitgelezen. Misschien ook wel omdat ik de belangrijkste boeken hierover al had gelezen: de twee dikke delen van Ohlig, het boek van twee Israëlische archeologen Yehuda Nevo and Judith Koren, en al heel wat van Wansbrough en Patricia Crone. We moeten grote bewondering hebben voor de heldere en soepele taal waarin hier een tiental jaren van vooral Duits Islamonderzoek wordt weergegeven. Veel van de doldrieste meningen worden door de auteurs zelf al afgeserveerd. Ze gaan er van uit dat veel andere theorieën het ook niet houden. Na een sterk geborneerd begin, waarin ze er van uitgaan dat ze wel stevig materiaal hebben om het de moslims heel moeilijk te maken, worden ze wat soepeler en omzichtiger naar het einde van het boek. Maar: ze tonen geen enkel gevoel voor de kracht van de Koran zelf. Ook de persoon van Mohammed verklaren ze tot een mistige en nagemaakte figuur, soms op basis van bijbelse modellen, dan weer van het Zoroastrianisme. Maar wie, die de Koran ooit echt heeft leren genieten, zou ervan uit kunnen gaan dat dit een gemaakt brouwsel van allerlei teksten is, uit allerlei bronnen afkomstig? Een niet een weerslag van levendige polemieken rond een centraal them en centrale figuur, maar een brave liturgische compilatie? Angelika Neuwirth, de leidster van het serieuze project dat uit deze academische chaos is voortgekomen, pleit er dan ook voor, dat we ons op de tekst van de Koran concentreren. Al die andere theorieën zijn mooi, maar de Koran is veel beter, krachtiger en die kan deze rimram van historische feitelijkheid en speculatie best hebben.
Voor de eerste generatie van de kritische westerse geleerden (1977-1990) tonen deze auteurs weinig begrip. Over Patricia Crone schrijven ze dat ze helaas minder kritisch is geworden, de islam wél in Arabië en niet in Perzië of Jordanië ziet ontstaan, dus afvallig is van het kritische beginsel van de veelkleurige stroming die hier steeds ‘revisionisme’ wordt genoemd (dus: herziening van de traditionele islamitische en westerse visie). Over John Wansbrough schrijven ze eigenlijk alleen maar dat zijn boeken zo moeilijk te begrijpen zijn. Maar juist Wansbrough deed al wat Neuwirth nu ook nog bepleit: bestudeer de Koran als een aparte tekst, de basistekst en dat is toch de basis. En bovendien: neem ook de geschiedschrijving over Mohammed als een ‘evangelie’, als een tekst met een bedoeling die verder boven oude of moderne historische feitelijke juistheid uitgaat. Alleen zo kun je de echte religieuze bedoeling van die auteurs op het spoor komen. Nu worden toch heel veel vragen gesteld vanuit een plat-historische vraag naar Wie es eigentlich gewesen ist.. Wie weet, zullen enkele van de vele theorieën in dit boek de toets der tijd overleven, maar de tekst van de Koran zelf is zeker de belangrijkste en die stond, helaas, in dit boek maar zijdelings in de belangstelling. En die is toch de echte bron van de Islam. En zal dat ongetwijfeld zo blijven.– Karel Steenbrink
Eildert Mulder & Thomas Milo, De omstreden bronnen van de Islam, Zoetermeer: Meinema, 2009, 438 blz. € 25.00
zaterdag 11 april 2009
Terug naar af
In voorbereiding voor het paasweekend, was er de gebruikelijke enquete, waarbij bleek dat de overgrote meerderheid van Nederlanders Pasen verbond met een Paasontbijt, lente, eieren, extra vrij (2e paasdag mag niet als religieuze feestdag worden ingeleverd voor het einde van Ramadan) en eindelijk dus goed lenteweer.
Geen uittocht uit Egypte, geen kruisdood van Jezus om nog maar niet de spreken van verrijzenis. Op Radio 4 en TV wordt er toch aardig wat aan de Matteüspassion gedaan, er zijn filmen en praatprogramma's, maar in de reclame van supermarkten komt het niet voor.
Terug naar af dus, want het joodse paasfeest toont ook al alle kenmerken van een lentefeest met eerstelingen, een eerste lammetje geslacht. En zo zijn er in Nederland ook allerlei lentegebruiken . Moeten we dus treuren over het verloren religieuze gedachtegoed? In de paasdienst kwamen alle grote thema's mooi naar voren: vanaf de schepping uit de chaos van het woeste water, de schepping als ordening, in een weekserie van zeven dagen, alle soorten geschapen in een samenhang die de mens duidelijk aan de top zette. Dan de verhalen van de Uittocht uit Egypte, weer door het water heen.
Ik had dit jaar voor het eerst medelijden met al die arme soldaten van Farao, zo nodeloos in de oorlog omgekomen.
En dan de verhalen van het lege graf. In de Janskerk gingen we daar heel verschillend mee om. De echte zoeker was niet alleen op zoek naar het antwoord maar vooral naar de vraag. Maar er zat ook een mooie evangelikale vrouw bij het voorbereidingsteam die een band met Jezus zocht.
Geluk toegewenst voorlopig met de lente: dat de lente mooi en zacht moge zijn, de zomer wisselend zoals het hoort.
Gelukkig Pasen!
zondag 29 maart 2009
Uitgesproken meningen
Dit is een tijd waarin uitgesproken opinies, stevig verwoord, het goed doen. Geert Wilders is een van de grote kampioenen van de duidelijke mening, maar onlangs kwam ik ook in het eigen vakgebied mooie voorbeelden tegen.
23 maart 2009 hield Sjoerd van Koningsveld een slotoratie in Leiden bij zijn pensionering. Hij trok stevig van leer tegen diegenen die zouden denken dat de tekst van de Koran later is vastgesteld dan tijdens de codificatie door Kalief Uthman, ca 650, dis een 18 jaar na de dood van de profeet. Hij polemiseerde hier vooral tegen John Wansbrough, die uit de structuur van de Koran allerlei problemen formuleert die eventueel met een beroep op langere ontstaansgeschiedenissen zouden kunnen worden opgelost. Van Koningsveld zette de bewijzen vó;or de codex van Othman prachtig op een rij, maar ging op de Wansbrough-problemen niet nader in.
Een tweede valse richting zijn de Mohammed-ontkenners, Patricia Crone, Lüling en vooral Ohlig, Luxenberg en anderen die de Islam niet in Arabië laten ontstaan maar in het huidige Syrië/Jordanië. En dan vooral als een christelijke of christen-joodse sekte. De arabist Hans Jansen heeft een aantal van deze ideeën ook gepromoot en ook hiermee maakte Van Koningsveld korte metten. Ook de ca 400 brieven die Mohammed op het einde van zijn leven verstuurde naar Arabisch en buitenlandse vorsten om hen tot de islam op te roepen werden grotendeels authentiek verklaard. Ze werden vergeleken met de brieven en decreten van Karel de Grote, ook een bijna-analfabeet, die via secretarissen ook zeer wel een stevige correspondentie kon voeren.
Overigens, over die vergelijking tussen Mohammed en Karel de Grote zie ook hieronder per 26 jan. 2009, waar het Supreme Court in Washington o0ok al zover was.
Een tweede voorbeeld van stevige meningen vond ik bijde nieuwtestamenticus Gerrad Luttikhuizen en zijn boek De veelvormigheid van het vroegste christendom, een lezenswaardige poging om structuren in de veelvormigheid aan te brengen. Paulus wordt (vooral) tegenover de joden-christenen gezet als iemand die de persoon van Jezus en vooral de gebeurtenissen van lijden, dood en verrijzenis centraal stelde, tegenover anderen die er meer een leer over ethiek en de realisering van het Koninkrijk Gods in zagen. Luttikhuizen denkt dat het tij voor Paulus nu niet goed is: te mythisch. "In ons deel van de wereld hebben het visioen van het nabije koningschap van God en de levenshouding die dit vraagt, meer overtuigingskracht. Een niet-Paulinische - en daardoor meer met het joden en met de islam verwante- vorm van christendom heeft hier, en waarschijnlijk ook in andere delen van de wereld, meer toekomst." (blz. 22)
dinsdag 17 maart 2009
Anak Kolong, Kazerneconcubinaat, celibaat en eunuchen
Bij haar 65e verjaardag is er een prachtig boek verschenen voor Elsbeth Locher-Scholte. Het koloniale beschavingsoffensief (Leiden:KITLV 2009) gaat over de laatste decennia van het Nederlands-Indische kolonialisme. Een van de meest ontluisterende verhalen is van Petra Groen over het verbod voor lagere militairen om te huwen (was te duur!) al mocht er dan wel een 'huishoudster' mee in de kazerne. Af en toe was er een hetze tegen deze 'onzedelijkheid', van politici, dominees en priesters. Ook de soldatenpastoor Verbraak heeft zo'n actie in gang gezet (blz. 28) maar het heeft allemaal niet veel geholpen. Pas in 1919 mochten alle militairen trouwen en het kazerneconcubinaat werd in 1928 verboden. Ded 'beschaver' liep hier dus zeker niet voorop.
Henk Schulte Nordholt heeft een mooie bijdrage over reclames en de burgerlijk-westerse idealen van de indische mensen einde jaren 1930: nog geen moderne mall, maar wel dezelfde mentaliteit.
Die verhalen doen je denken aan andere verplichte onthoudingen zoals bij de eunuchen van de Chinese (en andere) keizers en het katholiek-kerkelijke celibaat. Lang nadat de maatschappelijke acceptatie daarvan voorbij is kunnen die nog wel doorgaan!
Een onthutsend verhaal is ook dat van Hans Meijer over 'De Bertha Hertogh-affaire'. Een indo-meisje wordt in de oorlog 1942-1945 liefdevol opgevangen door een moslimvrouw uit Maleisië, maar na 1950 opgeëist door de katholieke ouders. Ook boordevol schijnheiligheid, zoals heel veel van dat 'beschavingsoffensief'.
Henk Schulte Nordholt heeft een mooie bijdrage over reclames en de burgerlijk-westerse idealen van de indische mensen einde jaren 1930: nog geen moderne mall, maar wel dezelfde mentaliteit.
Die verhalen doen je denken aan andere verplichte onthoudingen zoals bij de eunuchen van de Chinese (en andere) keizers en het katholiek-kerkelijke celibaat. Lang nadat de maatschappelijke acceptatie daarvan voorbij is kunnen die nog wel doorgaan!
Een onthutsend verhaal is ook dat van Hans Meijer over 'De Bertha Hertogh-affaire'. Een indo-meisje wordt in de oorlog 1942-1945 liefdevol opgevangen door een moslimvrouw uit Maleisië, maar na 1950 opgeëist door de katholieke ouders. Ook boordevol schijnheiligheid, zoals heel veel van dat 'beschavingsoffensief'.
dinsdag 27 januari 2009
Herder verlaat kudde: de exodus van Aartsbisschop Wim 'Mozes' Eijk
Sinds einde jaren 1960 ben ik actief in een oecumenische kerk. 28 december 1972 zijn we getrouwd in de studentenkerk van Nijmegen. Later heb ik gezongen in Eindhoven, Leiden en sinds 1995 in de EUG, de Ekumenische (of Evangelische?, we weten het niet zeker!) Utrechtse Gemeente van de Janskerk. Prachtig gebouw, gevarieerde diensten, goede contacten en mooie muziek. Vorig jaar hebben we nog een gehele dienst op muziek van Henny Vrienten ingestudeerd. Sobere teksten en sprekende muziek, die nog vaak wordt herhaald. Tot vorig jaar waren er ook nog door het katholieke bisdom aangestelde voorgangers. Die werden helaas 'wegens financiële redenen' ontslagen. Een proces dat onder bisschop Simonis was ingezet, onder zijn opvolger Eijk werd voltooid. Gelukkig heeft de min of meer zelfstandige gemeenschap nog wel de diensten van (ex)deken Henk Bloem en komen de andere katholieke pastores toch ook nog regelmatig.
En dan werd er 10 dagen geleden een nieuw studentenpastoraat ingesteld door het aartsbisdom, met behulp van drie kersverse Nederlanders uit België en Frankrijk, in stevige zwarte pijen gehuld, helemaal aan de andere kant van de stad, in de westelijke Majellakerk, terwijl de Uithof toch echt 30 minuten fietsen verder in het oosten ligt. En heeft de nieuwe bisschop Eijk zich nog aangesloten bij de dissidenten van de Willibrord-kerk, waar het Latijn en andere curiosa uit het pre-Vaticanum II nog worden gekoesterd.
Inderdaad, ook Mozes had nogal eens ruzie met zijn volk en trok zich dan terug op de woeste en onherbergzame Sinai-berg. Want die joden konden wat van ruzie onder elkaar. Zoals het ook een hoofdthema in het Marcus-evangelie is dat het tussen Jezus en de apostelen niet altijd boterde. Vooral Petrus had nogal eens een conflict en koesterde andere opinies dan zijn leraar. Daar is dan ook een vanaf het begin dynamisch en veelkleurig christendom uit ontstaan en dat moeten we dus maar zo houden.
Volgens de socioloog Max Weber is een strakke leer, duidelijke leiding en stevige discipline hét kenmerk van een sekte. Het is ook een normaal verschijnsel in de geschiedenis van de religie, en de sekte zal wel weer tot het veelkleurige van een volkskerk terugkeren, of afsterven. Daar moeten we dus maar mee leven.
Vanuit mijn vakgebied (islam, maar de laatste tijd vanuit mijn Indonesische ervaring ook geschiedenis van niet-westers christendom) ben ik een trilogie aan het schrijven: Catholics in Indonesia. Twee delen, 1808-1942, zijn al in Leiden én in het Indonesisch uitgegeven. Ik werk nu aan het derde deel over 1945-2010. Ook In Indonesië zijn er moeizame bisschoppen geweest, er zijn er zelfs minstens twee afgezet omdat zij teveel problemen maakten, hun kudde hadden verlaten. Maar in het geheel is de vernieuwing na Vaticanum II toch goed gelopen en heeft het een vaak verrassend creatieve katholieke gemeenschap opgeleverd. Maar misschien mag ik niet teveel gaan vergelijken en moeten we voorlopig maar blij zijn met wat we hier hebben van de gekte van Happinez tot de escapades van onze nieuwe bisschop.
Hoe kom je op deze gedachten? Wel, Karel en Paule waren in december 2008 in farao-land, gingen naar de graven, zagen de megalomane beelden van de heren en een enkele keer ook van de dames, kregen ontzag voor de piramides en vonden de sfinx uiteindelijk toch heel mooi. Hier voor de stevige beelden van Abu Simbel.
Dan zegt Paule: waarom doe je dat nou? Daar reageren ze toch niet op, lezen ze niets eens. Maar ik denk aan Petrus: Liber proferetur in quo totum continetur. Zegt Petrus (die al heel lang een stevige computer gebruikt): heb jij je verantwoordelijkheid wel genomen? Nou jou, dan maar in de 'geenstijl' van het medium gedaan.
maandag 26 januari 2009
Mohammed als Wetgever, in Obama's omgeving
Terwijl ik afgelopen week met groot genoegen keek naar die massale rituelen rond de Washington Mall, het haram- of sacrale gebied van de Verenigde Staten, moest ik ook even kijken naar het gebouw net achter het House of Congress, de Supreme Court. Daar blijkt inderdaad een afbeelding van Mohammed als Wetgever te zijn, vanaf de stichting van dat gebouw (ergens rond 1800-1850?). In de grote binnenhal van dat hooggerechtshof staan aan beide zijden 18 grote wetgevers van de mensheid, hoger uitgebeeld. Een mooie serie: Mozes, Confucius, Justinianus, Napoleon, Hugo de Groot en anderen. Mohammed staat er tussen Karel de Grote (links) en Justinianus, de Byzantijnse keizer uit Constantinopel. Een enkele moslimorganisatie heeft sinds de jaren 1990 meerdere malen geprobeerd de afbeelding weg te krijgen, omdat Mohammed niet uitgebeeld zou mogen worden of omdat Mohammed er staat met koran én zwaard. Maar voorlopig blijft de afbeelding er nog staan.
Obama die voor het eerst naar een inter-religieuze viering ging in de National Cathderal of Washington en zelf ook de joden, moslims, hindoes én ongelovigen noemde, heeft dus al inter-religieuze voorgangers gehad!
Abonneren op:
Posts (Atom)