69-70 Profeet is
geen dichter
69. Wij hebben geen gedicht onderwezen, het past niet bij
hem.
Dit is alleen een vermaning en schriftlezing,
onmiskenbaar.
70. Zo moet hij waarschuwen die leven.
En het woord staat er stevig voor de ongelovigen.
69: Vermaning (zikr) moeten we in de technische zin lezen/horen,
zoals het bij de Doopsgezinden wordt gebruikt. Dat woord zikr klinkt ook zo herhaaldelijk in soera 19,
als tot Mohammed wordt gezegd, dat hij de verhalen over Zakaria, Johannes,
Maria en Jezus in de zikr moet
opnemen. Koran was het woord voor Schriftlezing
bij de Syrische christenen.
‘past niet bij hem’
is overgenomen van de nieuwe IUR-vertaling, ‘De Levende Koran’, die ook aardige vondsten heeft.
Hier nog een afbeelding van het voorportaal van het Münster van Bern met Jezus als rechter op de dag des oordeels, tussen Maria en Johannes de Doper in zijn ruwe mantel (en niet de evangelist als onder het kruis)
71-83 Slotverzen:
tekenen tot nadenken
71. Zien zij niet wat voor vee wij eigenhandig voor hen hebben
geschapen;
En daarvan zijn zij nu eigenaar.
72. Wij hebben die voor hen getemd, zodat zij er op kunnen
rijden;
Andere dienen hen tot eetwaar.
73. Ze zijn nuttig en drinkbaar:
Waarom zijn zij niet dankbaar?
74. Toch hebben zij buiten God nog andere goden genomen,
Die hen moeten bijstaan.
75. Zij zullen niets kunnen helpen,
Ook al zijn zij een staande legerschaar.
76. Wees dan niet bedroefd over wat zij zeggen
Wij kennen hun stille roddel en hun gepraat.
77. Ziet die mens dan niet in dat wij hem uit een druppel
hebben geschapen,
Maar hij is een vreselijke mopperaar.
78. Híj geeft ons een parabel, vergeet dat hij een
schepsel is.
Hij zegt: wie doet de botten leven als zij zijn vergaan?
79. Zeg: die ze de eerste keer in het leven riep, zal ze
weer tot leven brengen.
Hij is met alles bekend.
80. Hij zorgt voor vuur uit groen hout.
Daarmee steken jullie het vuur aan.
81. Die hemel en aarde schiep uit eigen kracht,
kan hij niet komen met nog zoiets komen?
Hij is de Schepper, met alles bekend.
82. Als hij iets wil is zijn bevel dat hij zegt:
Laat het zijn en het is: kun fa yakun
83. Lof aan Hem in wiens handen alle dingen zijn,
Tot hem keren jullie terug.
71: Eigenhandig:
IUR vertaalt ‘hetgeen Onze Macht heeft voortgebracht’, omdat God natuurlijk
niet echt handen heeft. Dat is dus de filosofische interpretatie van de
Koran-tekst die de antropomorfe termen graag vermijdt.
76. Het thema dat
de profeet in psychische problemen zit, wanhoopt en twijfelt, komt vaak voor in
de Koran. In de moeilijke Mekkatijd had Mohammed weinig succes en het wordt in
de Koran niet verdoezeld. In vers 77-78 gaat het wellicht niet over ‘de mens’
in het algemeen, maar om een specifieke vijand van Mohammed (zo ook in soera 90, soera 53: zie de
passages in het boek De Korte Hoofdstukken).
80. Groen hout: er
schijnt een bedoeïenentechniek te zijn om het harshoudend hout vuur een te
steken. De takken met hars worden tegen elkaar aan gewreven en zo komt er vuur.
(IUR-commentaar).
82. ‘kun fayakun’
is ook de zin die gebruikt is voor de schepping van Jezus en van Adam: zonder
man of zelfs zonder man en vrouw, alleen door Gods wil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten